Het festivalseizoen nadert met rasse schreden – of is voor sommigen zelfs al begonnen. Misschien ben je een doorwinterd festivalganger, maar heb je jaar na jaar het idee dat je iets belangrijk vergeet. Of het kan je eerste jaar zijn, en denkt bij het woord tent enkel aan de genante situatie die ontstaat wanneer je, in joggingbroek, een bijzonder schone jongedame ziet passeren. Welnu, Amped-Up biedt raad! We groeven in onze eigen ervaring en die van anderen om de meest noodzakelijke bagage voor een festival bijeen te rapen.
Alvorens je vertrekt:
Het begint al bij je rugzak zelf: tenzij je zinnens bent alles op de camping te kopen (eten en propere onderbroeken zal je er moeilijk vinden) voorzie je jezelf van een grote rugzak (40-50 liter als minimum inhoud). Die vul je best met de zwaarste spullen vanonder (blikjes bier, conserven ,…). Dat draagt een pak aangenamer! Ziet de weersvoorspelling er niet goed uit, stop dan je kleren in verschillende plastiek zakjes: mocht je dan door de regen ploeteren, dan ben je er zeker van dat je in je tent alsnog een lekker warme en droge tenue kan aandoen. Eventueel kan je een kleiner rugzakje meepakken om drank en eten in te steken: tenzij je in Dessel woont, ben je wel even onderweg en het is dan zo’n gedoe om in je rugzak naar dat frisse pintje te moeten graven.
Op de camping:
Goed, je bent de trein- en busrit heelhuids en voldoende gehydrateerd doorgekomen, het Editie-2015 bandje hangt rond je pols en je staat op een voorlopig nog levendig groene weide. De stewards vonden geen glas in de bagage, en dat is maar goed ook. De 51 weekends dat er geen zwartgekleed volk de weide inpalmt staan er runderen te grazen en die verteren glasscherven nogal slecht.
Je hebt nu de keuze om je tent ergens op te stellen, maar waar? Lekker dicht tegen de campingsupermarkt, de sanitaire voorzieningen en het gangpad? Neen, liever niet. Wie zijn rust wat op prijs stelt mijdt de drukste plekken: de winkel en de douches/toiletten staan garant voor een gezellige drukte van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Lekker dicht tegen de weg dan maar, zodat je als het ware direct op het festivalterrein zelf bent? Als je de langslopende mensen graag entertaint met je zangkunsten of je humor, dan zit je daar wel goed. Op ieder moment van de dag loopt er wel iemand over het steeds zanderiger pad. Helaas kunnen daar om drie uur ’s nachts ook vrolijke zuipertjes rondlopen, en die malen er niet om of ze op hun matras of een onbekende tent liggen. Als je hen liever vermijdt, kies je een plekje verder van de weg. Als je je tentje aan het opstellen bent, let er dan zeker ook op dat mensen zonder moeite kunnen passeren: niets zo vervelend als een stroom mensen die keer op keer je scheerlijnen uittrekken met hun voeten. En, dit heb ik eens op Pukkelpop gezien, die mensen trekken met hetzelfde gemak het buitenzeil van je tent. Gaat het dan regenen, dan slaap je gegarandeerd in een plas (of helemaal niet). Dat ene jaar dat ik op Pukkelpop was stonden de tenten dichter opeen dan reizigers in een spitstrein. Mijd zeker ook de randen van de camping: mannen kunnen en zullen plassen waar ze willen, en de hekken aan de rand van het terrein roepen gewoon om een gouden douche van venten die de tocht naar de sanitaire blokken niet aankunnen. En dat ruik je!
Nu, dat tentje van jou. Ga voor een standaard iglotentje, of als je minder avontuurlijk bent aangelegd, een tweesecondententje. Je zal aan het einde van het weekend wel meer vloeken om je tent ingepakt te krijgen, mààr je tent staat er wel direct. Denk je dat het gaat regenen, dan lijkt het een goed idee om een grondzeil mee te pakken, een extra laagje tussen jou en de grond. Wel, dat is een slecht idee: het extra zeil zorgt ervoor dat water uit de grond niet omhoog kruipt, maar evengoed dat water op het zeil er niet door sijpelt waardoor je tentje in een blijvende plas staat (een vriend heeft vorig jaar dit minder briljante idee gehad en uitgevoerd… de aap!): geen grondzeil. Wie vlugge vingers te rap af wil zijn, kan een klein slotje aan de ritssluiting van de tent hangen. Verberg het slotje als je weg bent, het mag niet uitdagen.
Slaap niet rechtstreeks op de grond: veel te hard en te koud, terwijl een goedkoop matje al wonderen verricht. Een dikke slaapzak heb je niet nodig, tenzij Immortal speelt en de Noorse winterkou met zich meebrengt: kies een compacte slaapzak. Is het ’s nachts kou, trek dan zoveel mogelijk kleren uit en stop die bij je in de slaapzak: je warmte verspreidt zich sneller door de slaapzak, en er is minder volume op te warmen. Of kruip bij je lief, al wordt dat wat krap. Wie niet kan slapen zonder kopkussen heeft mogelijkheden zat: je kan je hoofd op je rugzak leggen, op een stel handdoeken (die ook dienst kunnen doen als zweetdoek/baddoek/tulband), of een écht kussentje (maar dat is wel extra bagage). Neem ook oorstoppen mee voor ’s nachts: niets is zo moeilijk als slapen terwijl je buren nog vol energie (en alcohol) zitten.
En dan staat je tent er: klaar om te slapen, of een slaapzakgenoot te ontvangen. Mocht je het vuur van je lendenen voelen branden, vergeet dan de condooms niet! Anders gaat dat vuur niet doven en heb je voor je het beseft syfilis in je lijf. Krijg je de kans niet om die rubbers rond je/een vogel te hangen, dan ben je wel verzekerd van pret met ballonnen.
Nu je tent er staat is het tijd om te relaxen: klap je driepikkeltje of campingstoel uit, haal een lekker blikje bier/frisdrank boven en laat de festivalpret maar beginnen. Tegen een uur of zes wordt het wel tijd om aan eten te denken, en daar zijn de mogelijkheden eindeloos. Je kan gaan voor koude maaltijden: blikken Zwanworsten en sandwichen uit de supermarkt (blijven allebei het hele weekend goed), fruit (appels, bananen,…) dat zorgvuldig is ingepakt en niet geplet is geweest, chips, een blikje sardientjes, bonen in tomatensaus. Warme maaltijden zijn er ook in overvloed: ravioli, chili con carne, cassoulet, soepjes… allemaal maaltijden in een blik die zich met gemak laten opwarmen op een gasvuurtje: die kleine blauwe vaatjes met metalen rekje. Opwarmen doe je best in een klein potje of een rasechte gamel, die dan ook dienst kan doen als bord. Er zijn ook wegwerpbarbecues, al heb je daar ook kolen voor nodig en is dat niet direct aan/uit te zetten. In ieder geval is een aansteker niet te vergeten. Vlees laat je best thuis of eet je de eerste dag op, een salmonella-aanval laat je niet met rust omdat het Graspop is.
We zijn gevoederd, tijd om ons te drenken. Je bier zàl warm worden. Een pijnlijke waarheid, maar een waarheid. Tenzij je de hitte te slim afbent met een koelbox of koelzak: een zak is hier ideaal, want die heeft geen vast volume en kan je gaandeweg opvouwen. Stop koelelementen in je koeler, of vul hem met koud water van de kraan (test dan wel of je zak waterdicht is). Wie het goedkoper wil kan zijn drank in zijn rugzak steken, en daarover zijn ongebruikte kleren en slaapzak gooien. De hitte van de zon bereikt de binnenkant van je zak niet en je drankje is verrassend fris na een broeihete dag. Voorzie ook enkele herbruikbare plastieken flessen of een drinkbus. Aan de sanitaire voorzieningen zijn er kraantjes met gratis, drinkbaar en fris water die jouw fles maar al te graag bijvullen.
Al dat eten en drinken komt wel met de prijs van een berg afval: maak zeker gebruik van de vuilzakken die je gratis krijgt: je struikelt niet over de rommel, en de volle zak laat zich zo naar een verzamelpunt dragen.
Als je dan vrolijk aan het pilsen bent geslagen ’s avonds, kan het zijn dat je je ’s ochtends voelt alsof je daags voordien in de moshpit vertrappeld bent geweest. Dan biedt Dafalgan (of een andere aspirine) soelaas, uiteraard in combinatie met sloten water. Die aspirine vind je in je toiletzak naast de diarreekiller en buikpijnwerende medicijnen. Je hebt ze misschien niet nodig, maar je weet maar nooit. Maar kwaaltjes komen niet altijd van binnen: een zonneslag is even lastig: drink voldoende, en zorg dat je je op zonnige dagen lekker insmeert (of laat insmeren door die bink van twee tenten verder). Een pet/piratenhoed/bandana zorgen voor de bescherming van je kopje.
Voor je eigen comfort en dat van je kameraden is een basis aan hygiëne ook aan te raden: hier volgt raad van de moeder in mij. Poets je tanden, draag dagelijks proper ondergoed en voor de liefde van alles wat goed is: neem propere kleren mee. De afschuw die je voelt als je jezelf ruikt is onbeschrijfelijk! Bovendien weet je nooit wat er gebeurt en kan een propere broek aan te raden zijn (als je er op de een of andere manier in slaagt om door een plas pis te lopen, true story). Wie het niet ziet zitten om een uur te wachten aan de douches kan gaan voor de korte pijn en zich met een washandje en het frisse water wassen, of met vochtige doekjes. Wil je er zeker van zijn dat je billen proper zijn na een drukbeurt, neem dan toiletpapier mee. De toiletten op de camping zijn trouwens hemels: geen bouwvakkerskotjes maar échte toiletten, dagelijks gekuist én met stromend water!
Op de weide:
Maar dan is het eindelijk tijd om De Weide te betreden: in je favoriete metaloutfit, met stevige schoenen (zorg ervoor dat je enkels steun krijgen!) die je een hele dag kunnen dragen en je voeten beschermen tegen zware bottinnen van anderen. Ook oorstopjes zijn aan te raden, en bijna verplicht. Gun je oren rust! Er is de laatste jaren heel wat te doen geweest rond onherroepelijke hoorschade, en daar is minder voor nodig dan je denkt. Gun je oren rust door dikke stoppen in te steken tussen twee bands, of beter nog, draag speciale geluidsfilterende stoppen tijdens het optreden. Die vind je in verschillende soorten: goedkopere en herbruikbare stoppen van €20, en de duurdere maar op maat gemaakte varianten. €20 lijkt misschien veel, maar het betekent een wereld van verschil. God, mensen denk om je oren, zeker nu je nog de vrije keuze hebt.
Nu kan het goed zijn dat je tussen de optredens op de metalmarkt of de metalfair belandt en daar enkele cd’tjes koopt. Allemaal fijn en wel, maar waar blijf je ermee? In de tent? Als je pech hebt valt iemand op je tent, rol je over de schijfjes in je slaap of worden ze gestolen door een loser die waarschijnlijk niet op een correcte manier aan zijn ticket is gekomen. Huur daarom een lockertje: kleine kluisjes die op de 24-urenzone van het festival staan en voor een schappelijk prijsje het hele weekend van jou kunnen zijn. Als je met meerdere bent, kan je samenleggen: er gaat heel wat in zo’n kluis.
De meest noodzakelijke spullen zal je wel bij je willen houden: identiteitskaart, SIS-kaart, geld en/of bankkaart. Stop die niet in je chique lederen portemonnee, maar zoek ergens een goedkoop prulletje waarin je de kaarten kwijt kan. Om er zeker van te zijn dat je die niet kwijt raakt, kan je buiktasjes gebruiken: kleine tasjes die je op je buik, onder je shirt kan stoppen. Fuck off gauwdieven, bij mij valt niets te pikken! Natuurlijk wil je ook wel bereikbaar zijn op de weide: neem je gsm mee, maar kies voor een duurzaam model met langlevende batterij. Als er op het omhulsel een stuk fruit getekend staat, smeekt je smartphone er gewoon om om kapot te gaan. En als-ie het al houdt, dan is de batterij na twee dagen mogelijk leeg en niets is vervelender dan twee uren moeten wachten aan een oplaadpaal. Een gsm à la Nokia 3XXX, mensen, dat is wat je nodig hebt. Robuust en langlevend. Laad hem voor het festival helemaal op en je moet je over elektriciteit geen zorgen meer maken. Wie lenzen draagt, kan gaan voor daglenzen: als je die kwijt bent is er geen ramp gebeurd.
Over smartphones nog even dit: als je er zo onlosmakelijk mee verbonden bent dat je hem niet thuis kan laten tijdens een optreden, laat hem dan in je zak. Probeer jezelf nu te vermaken, en spendeer je tijd niet aan het maken van filmpjes en foto’s. Die zijn toch van lage kwaliteit, met heel veel gebibber en meer publieks- dan bandgeluid. Bovendien is voor de mens achter je niets zo vervelend als die camera die zijn zicht verstoort. Dus laat de smartphone zitten: er worden van ieder optreden beelden gemaakt door mensen met professionele apparatuur, zodat jij zonder zorgen kan genieten van het moment.
Terwijl je over het terrein rondloopt, of tussen het festival en de camping, moet je wel de tijd wat in het oog houden. Wil je er zeker van zijn dat je je tijd zo efficiënt mogelijk gebruikt en geen bands mist, druk dan een schema af en duidt er de bands op aan die je zeker/misschien/niet wilt zien. Zo weet je aan het begin van de dag of je ergens de tijd zal vinden om op het marktje rond te lopen, of van hot naar her zal moeten rennen.
Nagenieten…:
Als je na een dag vol metalgenot dan tevreden aankomt, is het tijd om met je makkers nog een drankje te nuttigen of om je condooms te gebruiken. Als je buiten zit, op je stoeltje, neem dan enkele etiquetteregels in acht. Ja, we zijn op een festival, maar niet iedereen wil tot vier uur wakker worden gehouden, en al helemaal niet door een draagbare cd-speler met dubstep of andere achterlijke muziek. En ja, iedereen is fan van metal, maar niet iedere heavymetaller houdt van trve kvlt grim & frostbitten black metal, en niet iedere deathmetaller zal powerbands appreciëren. Denk ’s avonds aan je buren: don’t be a dick!
En dan rest er nog dit: geniet met volle teugen van het weekend, want het komt maar eens per jaar. Drink met maten maar met mate, probeer ook wat te slapen en zorg ervoor dat jij de festivalganger bent die je zo graag in anderen ziet. Geniet van de metal, zwaai die horens en schud dat hoofd: metal lives!
0 reacties