Vessels, het vierde album van het Australische melodieuze deathmetalgezelschap Be’Lakor is ondertussen al meer dan een maand uit. Een review liet op zich wachten omdat het een plaat is die even moest bezinken vooraleer er een oordeel kon over geveld worden. De Aussies zijn met Vessels namelijk een meer progressieve richting uitgegaan in vergelijking met voorgaand werk. De sound is meer dan ooit doorspekt met akoestische passages, melancholische stukken en licht progressieve uitspattingen. De songs worden over het algemeen lang uitgesponnen en hebben een overwegend episch karakter. Enkel de diepe grunts herinneren nog aan vroeger. Vooralsnog is er geen sprake van melodieuze zanglijnen, wel van hier en daar wat gesproken stukken. Dit alles maakt het een soms moeilijk te behappen werkstuk waar je dus eventjes moet voor gaan zitten.
Variatie. Dat is het sleutelwoord dat eigenlijk de hele plaat samenvat. Het is een avontuurlijk werkstuk waarbij de grenzen van een reeds lang uitgemolken genre worden afgetast. Daar waar het gezelschap voorheen toch vooral de mosterd ging halen bij de Zweedse collega’s van Dark Tranquillity en At The Gates, voltrok zich op Vessels een verschuiving richting Finland met als voornaamste inspiratiebronnen Insomnium en Omnium Gatherum. Ondanks die verschuiving is Be’lakor meer dan ooit op zoek gegaan naar een eigen stijl. En ze zijn er wel degelijk in geslaagd om hun plaatsje te veroveren binnen de overvolle scene.
Eerste song Luma komt met zijn 2 minuten eerder over als een intro dan dat er echt sprake kan zijn van een nummer. Daarna volgen nog zeven songs waarvan het kortste, A Thread Dissolves, dienst doet als instrumentaal intermezzo. De zes andere songs variëren tussen de 7 en 10 minuten.
An Ember’s Arc begint heel sfeervol met akoestische gitaren alvorens over te vloeien in een majestueuze riff die zo van Paradise Lost kon afkomstig zijn. Opvallend is ook het erg ritmische drumwerk en de leadgitaar die vrijwel overal zijn stempel drukt. Dat we hier met enorm getalenteerde muzikanten te maken hebben staat buiten kijf! De song wordt verder meermaals onderbroken door rustige en atmosferische stukken. Uit het niets komen ze dan ineens opzetten met een blastbeat. In eerste instantie doen deze steeds terugkerende uitersten wat raar aan. Hoe meer je echter luistert, hoe meer nieuwe elementen je begint te ontdekken. Er zitten erg veel details in de muziek verwerkt die je pas echt goed hoort als je gebruik maakt van een koptelefoon. Het woord ‘luisterervaring’ krijgt hier een nieuwe dimensie.
Withering Strands is zo mogelijk nog meer episch en melancholisch. Het is tevens de langste song op Vessels. Be’lakor verstaat de kunst om melancholie niet melig te laten overkomen. Het zijn vooral weer die prachtige leadgitaren die het verschil maken en doorheen het hele nummer rondzwermen. Verrassend is ook dat er naar het einde toe ineens een klassieke piano opduikt. Net daarna volgt een snelle, thrashy riff. Voor wie de plaat nog niet gehoord heeft, komt het misschien over alsof er zomaar wat stukken lukraak aan elkaar werden geplakt. Niets is dus minder waar. De delen vloeien wonderwel in elkaar over.
Roots To Sever begint met een pianostuk dat later in de song nog terugkeert. We horen op het einde ook wat Pink Floyd-achtige geluiden. Dit alles terwijl de basis van het nummer best stevig is. Whelm is zowel doorspekt met blastbeats als met rustige pianopartijen. Het lijkt moeilijk te geloven, maar het werkt! Dit is progressief in de letterlijke zin van het woord. Het zit hem niet in extreem technisch geneuzel maar wel in de capaciteiten van de band om een song te maken waarbij uitersten niet worden geschuwd. Grasping Light is naar de nieuwe Be’lakor normen een vrij makkelijk te behappen song. Toch duiken ook hier weer die akoestische stukjes op. Het afsluitende The Smoke Of Many Fires vat al het voorgaande nog eens mooi samen.
Het zou ons verwonderen mocht er dit jaar nog een betere plaat uitkomen binnen dit genre. Be’lakor heeft zichzelf overtroffen en we zijn nu al benieuwd hoe ze in de toekomst verder zullen evolueren. De Australiërs maken muziek voor de echte liefhebber die nog eens gaat zitten om intens naar een plaat te luisteren. Dat zal hun afzetmarkt sowieso beperken maar het selecte kransje geïnteresseerden heeft hier zondermeer een vette kluif aan.
Tracklist:
- Luma
- An Ember’s Arc
- Withering Strands
- Roots To Sever
- Whelm
- A Thread Dissolves
- Grasping Light
- The Smoke Of Many Fires
0 reacties