Op 13 en 14 augustus stelde de grootste Belgische openluchtgevangenis wederom zijn deuren open voor een hele meute metal inmates. Dat er nog steeds groei zit in dit gezellige festival bleek dit weekend nog maar eens. In een prachtig decor en met een heel gevarieerde line-up die zowel old schoolliefhebbers als jonge metalfans kon bekoren, ontving Officer Nice ons voor wat opnieuw een topeditie zou worden. Een uitgebalanceerde keuze tussen nieuw talent, gevestigde waardes, een afscheidnemende legende, veel zon, pintjes en een uitstekende sfeer zouden het ganse weekend ons deel zijn. Amped-Up werd uitgenodigd in de gevangenis waaruit geen enkele gedetineerde na die twee dagen nog wou ontsnappen. Onze bevindingen over Alcatraz Metal Fest 2016 kan je hieronder lezen.
Dat metalheads ook vroege vogels kunnen zijn, blijkt al op zaterdagmorgen. Het beloofde goede weer en het openstellen van de camping, aka The Graveyard, de dag voordien zullen hier natuurlijk ook wel een rol in gespeeld hebben. Maar hoe dan ook zie je dat metalliefhebbers trouw zijn en niet vies om ook nieuwe bands een eerlijke kans te geven. Al zal het programmeren van gevestigde waardes vroeg op de dag ook wel een significante factor geweest zijn om vroeg uit de tent te kruipen. Toen wij rond half tien arriveerden stond het publiek aan in grote getale voor de tralies, maar dat leidde dan wel niet tot grote wachttijden. Ook de rijen voor de bonnenkassa’s waren dit jaar miniem en zo zagen wij dat de organisatie zijn huiswerk gemaakt had en het grootste euvel van de vorige editie naar de vergeetput verwezen had. Andere vernieuwingen waren de circustent, waaronder de moegemoshte fans even konden gaan zitten na de geleverde werkstraffen, en de bierbar El Presidio, waar je een pint in een glas kon krijgen en waar DJ Carl de ene klassieker na de andere uit zijn mengtafel toverde. Ook de vraag om een meer gevarieerde catering werd ingewilligd zodat er overal voor elk wat wils te vinden was. En dat ook de sfeer het hele weekend vriendschappelijk en gemoedelijk was, bleek uit het feit dat Officer Nice niemand op water en brood moest zetten in één of andere isoleercel. Alles prima geregeld dus, zodat zodat wij ons konden focussen op onze favoriete bezigheid: het bekijken en beluisteren van onze favoriete muziek.
ThunderMother, zaterdag 13 augustus, 10.45 – 11.15
ThunderMother, beste lezers, is een all female band die meteen onze aandacht weet te trekken. Inmates zijn namelijk in gevangenschap niet vies van wat extra eye candy en dit lijkt ons dan ook een prima aanzet om het festival mee te beginnen. Bands als Airbourne, Danko Jones en Michael Munroe zijn fan van de dames en hiermee krijg je dan ook een prima samenvatting van hoe de muziek van het vijftal klinkt. ThunderMother is een Zweedse band, maar heeft met de Ierse Clare Cunningham wel een prima zangeres en frontvrouw achter de microfoon, die het publiek al vroeg naar het podium weet te trekken. Dat de muziek op de leest van AC/DC geschoeid is, vinden we niet zo erg. Alles wordt enthousiast gebracht, het volledige podium – maar ook de festivalweide – worden benut en het publiek wordt bij het geheel betrokken middels wat meezingmomenten. De songs uit Rock ‘n’ Roll Disaster en Road Fever worden enthousiast in het volk gekeild en weten de eerste handen op elkaar en vuisten in de lucht te krijgen. Als appreciatie komen de dames dan maar wat musiceren tussen de toeschouwers door om daarna ieder van ons met een tevreden gevoel achter te laten. Ons hadden ze alvast wakker gekregen en we overwegen zelfs hard om de dames opnieuw te gaan bekijken op 5 november in De Verlichte Geest in Roeselare. (Jurgen Callens)
Metal Church, zaterdag 13 augustus, 11.35 – 12.15
Met de terugkeer van zanger Mike Howe op het oude nest en de release van een degelijke nieuwe plaat, toepasselijk XI getiteld, heeft het Amerikaanse Metal Church zich op enkele maanden tijd weer op het voorplan weten te spelen. Mike Howe vervoegde de band eind jaren 90 en pakte meteen ijzersterk uit met Blessing In Disguise, nog steeds één van de betere, zoniet beste Metal Church plaat. Het gezelschap heeft door die wissels van de wacht nooit de status van Metallica bereikt maar mag op basis van hun verleden toch nog steeds een subtopper genoemd worden. Dat ze met zo’n verleden rond het middaguur moeten aantreden, verbaast ons dan ook. Het heeft echter ook zijn voordelen. De weide aan de Lange Munte wordt op dit vroege uur namelijk al druk bezocht en de sfeer zit er meteen in. Reeds bij de eerste tonen van Fake Healer gaan de eerste rijen al behoorlijk uit de bol. Het refrein weerklinkt uit honderden kelen en de toon is gezet. Niets ten nadele van de dames van Thundermother, maar nu kan het festival pas echt van start gaan! Met Badlands wordt er later in de set nog een Blessing In Disguise nummer van stal gehaald. Door de korte speelduur komt de laatste plaat er met één song, namelijk No Tomorrow, wat bekaaid vanaf. Het zal de toeschouwers echter worst wezen, want met Start The Fire, Watch The Children Pray en Beyond The Black krijgen ze enkele ouwe klassiekers uit het David Wayne tijdperk voorgeschoteld. Met The Human Factor van de gelijknamige plaat komt een einde aan een korte, maar erg uitgebalanceerde set. Op zijn 50ste vertoont Mike Howe nog geen enkel teken van ouderdom. Het mag duidelijk zijn dat het heerschap zich de laatste 20 Metal Church-loze jaren erg goed heeft verzorgd. Zijn stembanden klinken als in zijn jonge jaren. Dat hij daartegenover echter niet vies is van een feestje, bewijst hij als we hem later die dag al waggelend over de weide tegenkomen. Hij laat ons weten dat het de laatste show was van de tour en dat ze de volgende dag huiswaarts keren. Terecht dus dat hij er nog eens een flinke lap op geeft! Metal Church behoort zonder twijfel tot de toppers van het hele festival! (Steven Demey)
The Answer, zaterdag 13 augustus, 12.35 – 13.15
The Answer uit Noord-Ierland tapt vervolgens uit een heel ander vaatje. Het was vooraf bang afwachten hoe de stomende rock met de wortels in de jaren 70 het zou doen voor een overwegend metal publiek. De angst blijkt echter ongegrond want het viertal gaat er van bij de eerste song I Am What I Am van de laatste uitstekende plaat Raise A Little Hell voluit tegenaan. De groove voert voor de rest van de show het hoge woord en tegen het einde van de set hebben ze een flink deel van het publiek achter zich staan. The Answer is dan ook één van de weinige bands die er in slaagt om op basis van een liveprestatie nieuwe zieltjes voor zich te winnen. Vermits de sympathieke heren het tienjarige bestaan vieren van hun debuut album Rise en die plaat recent opnieuw is uitgebracht, spelen ze er in hun korte set maar liefst 4 songs van. Under The Sky, Never Too Late, Come Follow Me en Preachin’ zijn dan ook echte krakers die vlekkeloos worden neergezet. Zanger Cormac Neeson wist ons voor het optreden te vertellen dat hij amper 3 uren zijn bed heeft gezien. De band is namelijk tegen een moordend tempo aan het optreden. De dag voordien speelden ze nog in Keulen. Later op de dag moesten de koffers alweer snel gepakt worden om nog een show in Nederland te gaan afwerken. Desondanks heeft de vermoeidheid geen vat op de bebaarde frontman en zijn metgezellen. Cormac zingt de sterren van de hemel en beweegt zich als een slang rond zijn microfoon statief. De ritmesectie legt een stevige groove waarop supergitarist Paul Mahon zijn sobere riffs en efficiënte solo’s bouwt. De Noord-Ieren hebben in hun korte bestaan dan ook al een indrukwekkende staat van dienst. Op basis van hun debuut werden ze in 2008 al op sleeptouw genomen door AC/DC op de Black Ice tour. Nu is het David Coverdale die wel wat zag in de talenten van de jonge rockers en ze prompt als openingsact plaatste voor zijn Whitesnake. Dat laatste is ook de reden dat we het geluk hebben ze nu te kunnen bewonderen op Alcatraz. Dat de band flink wat lef heeft, bewijzen ze door hun set af te sluiten met twee songs van het volgend jaar te verschijnen nieuwe album Solas. Thief Of Light is een vrij rustig nummer met Keltische invloeden en erg melodieus gitaarwerk. Het titelnummer Solas is opgebouwd rond een Led Zeppelin achtige groove en kent een breed opgezet refrein. Beide songs worden op gejuich onthaald wat het beste doet vermoeden voor de toekomst. The Answer mag op basis van dit alles gerust de verrassing van het weekend genoemd worden. Zonder groots opgezette show of al teveel franjes en met zoveel lef je ding doen voor een metal publiek, het verdient ieders respect! (Steven Demey)
Candlemass, zaterdag 13 augustus, 13.35 – 14.20
De loodzware doom van Zweedse legende Candlemass komt daarna niet volledig tot zijn recht. De brandende zon heeft daar een belangrijk aandeel in. Dergelijke muziek past toch beter in een zaal of bij een ondergaande zon. Aan de band zelf zal het alvast niet liggen. Het volume gaat plots de hoogte in en al wie nog niet wakker was zal het geweten hebben. De Zweden kondigden enkele jaren geleden hun einde aan maar zijn eerder dit jaar op hun stappen terug gekeerd met de release van de EP Death Thy Lovers, waar vandaag raar genoeg geen enkele song van gespeeld wordt. Het accent ligt duidelijk op de meest succesvolle periode van de band toen de charismatische zanger Messiah Marcolin nog de lakens uitdeelde. Daarmee spelen ze wel erg op safe. Aan de andere kant kan je mijlpalen als Nightfall, Ancient Dreams en het debuut Epicus Doomicus Metallicus moeilijk links laten liggen. Opener Mirror Mirror zorgt dan ook meteen voor een ferme stomp in de maag en het navolgende, naar Candlemass normen snelle The Dying Illusion van het ondergewaardeerde Chapter VI doet er nog een schepje bovenop. Wie zonet zijn middagmaal heeft verorberd, kan nu naar het toilet hollen om zijn maaginhoud weer te ledigen. A Cry From The Crypt is de tweede song van Ancient Dreams. De galopperende riffs doen de hoofden al snel op en neer bewegen. Het moet gezegd, op zanger Mats Levén kan je rekenen want hij zet de nummers met sprekend gemak neer. Toch missen we het mysterieuze aspect dat Messiah Marcolin en zelfs de latere, van Solitude Aeturnus afkomstige Robert Lowe rond de band deden hangen. Mats Levén zorgt weliswaar voor wat beweging op het podium maar zijn présence past niet altijd bij de sfeer van de songs. Emperor Of The Void is de meest recente song in de set en brengt er de vaart weer flink in. Het refrein wordt door de eerste rijen voluit meegezongen. Daarmee wordt de sterke Robert Lowe periode gelukkig niet vergeten. Met het ronduit indrukwekkende At The Gallows End van de voor ons beste Candlemass plaat Nightfall slagen ze er in om zelfs bij het warme weer voor kippenvel te zorgen. Crystal Ball en het onvermijdelijke Solitude, beiden afkomstig van het legendarische debuut, sluiten het concert plechtig af. Candlemass zorgt voor een goed, maar niet memorabel optreden. Daarvoor zijn de omstandigheden niet juist. (Steven Demey)
Avatar, zaterdag 13 augustus, 14.50 – 15.40
Het Zweedse allegaartje van Avatar staat vandaag voor de tweede keer op het programma van Alcatraz Metal Fest. De jongens zijn graaggeziene gasten bij de organisatie want de band mocht in het verleden al een paar keer acte de présence geven op evenenementen in Kortrijk. Het gezelschap rond Johannes Eckerström loste eerder dit jaar een prima ontvangen nieuwe plaat met de titel Feathers and Flesh, die het succes van Hail the Apocalypse nog weet te overtreffen. Dit is een band die vooral door het jongere volkje gesmaakt wordt, lijkt ons. Muzikaal klinkt het als een mengelmoes van death metal, catchy melodielijnen, veel groove en aanstekelijke riffs. Eersteklasseniveau is het voor ons echter niet, maar Avatar weet dan wel weer een heel sterke podiumact te brengen die dan wel weer heel veel nieuwe zieltjes doet winnen. Getooid in een soort van clownskostuum en met synchrone bewegingen weet de band de aandacht perfect vast te houden. Ook de frontman zelf is een prima entertainer die met zijn marionet-achtige bewegingen een eigen draai aan het geheel weet te geven. Voor ons duurt het echter allemaal wat te lang en hebben we het na enkele songs eindelijk wel een beetje gehad, maar gezien de enthousiaste respons van het publiek, bij momenten tot zelfs over de P.A. toren, is dit wel een gezelschap dat mooie toekomstperspectieven heeft. Met prima songs als Hail the Apocalypse en Smells like a Freakshow in de baggage komt dit zeker goed. Ik vermoed dat we deze jongens nog wel vaker in onze contreien zullen tegenkomen. Op het terrein was het intussen ‘hot’, deze band wordt dat binnenkort ook. (Jurgen Callens)
Triptykon, zaterdag 13 augustus, 16.05 – 17.00
Net zoals bij Candlemass, heeft ook Triptykon te leiden onder de omstandigheden. Levende legende Tom Warrior ziet maar zelden de zon en om dan je illustere muziek over te brengen naar een zomerse weide… Neen, het verliest een serieus deel van zijn impact. De oude garde, opgegroeid met Celtic Frost, laat het echter niet aan zijn hart komen en geniet ten volle van loepzuivere uitvoeringen van openingssong Dethroned Emperor en het navolgende The Usurper. De typerende ‘Ugh’s’ doen de rest. Het jongere deel van het publiek kan dan weer duidelijk weinig aanvangen met de eigenzinnige sound van Celtic Frost/Triptykon en zoekt andere oorden op, zoals de gezellige El Presidio bar waar een streekbiertje kan genuttigd worden. Met Goetia krijgen we een eerste Triptykon song te horen. Het nummer wordt wat sneller uitgevoerd dan op het sterke debuut Eparistera Daimones. Het is echter snel duidelijk dat het publiek vooral de oude Celtic Frost songs wil horen . De band kan namelijk op een stuk minder bijval rekenen als het de Triptykon nummers brengt. Het valt des te meer op als daarna Circle Of The Tyrants wordt ingezet. Ineens staat de helft van de weide weer in vuur en vlam. Wat ons betreft mochten er dus gerust meer songs uit het obscure verleden gespeeld worden. Helaas is de speelduur daarvoor veel te kort. Triptykon speelde eerder dit jaar op Wacken Open Air en daar bestond meer dan de helft van de songs uit Celtic Frost materiaal. Tom Warrior en kornuiten stonden echter ook een stuk hoger op de affiche waardoor ze dus meer tijd kregen. Omdat de show daar bij zonsondergang werd opgevoerd, was er logischerwijze ook veel meer sfeer. De vlammen die op Wacken het podium sierden, ontbreken deze namiddag. Ergens ook wel begrijpelijk, want het effect zou op klaarlichte dag toch verloren gaan. Het zijn echter kleine elementen waardoor het optreden wat aan kracht moet inboeten. We vinden het echter in die omstandigheden een rare keuze om af te sluiten met Aurorae van de laatste Triptykon plaat en het lange The Prolonging van het debuut. Als enige song van de Celtic Frost reünie plaat Monotheist wordt dan nog gekozen voor outro Winter. Er waren dus zeker mogelijkheden om nog enkele oerklassiekers als Procreation (of The Wicked) en Morbid Tales te spelen. Aan de andere kant begrijpen we ook wel dat het nu eenmaal een Triptykon show blijft. Conclusie: Triptykon was goed, maar er had nog meer ingezeten. (Steven Demey)
Anthrax, zaterdag 13 augustus, 17.25 – 18.25
Nog onder een blakende zon mogen ook de thrashers van Anthrax nog eens komen ophitsen. Dat de band intussen al 35 jaar meedraait valt er nog steeds niet aan te zien. Bassist Frank Bello en gitarist Scott Ian zijn nog steeds rondspringende gekken op het podium en gooien zich nog steeds voor het volle pond. Ook drummer Charlie Benante lijkt zijn weg naar de drumkit terug gevonden te hebben en zorgt dat hij samen met opperindiaan Joey Belladonna de band nog steeds van de nodige geloofwaardigheid kan voorzien. Voor ons is dit dan ook nog steeds de ideale line-up die de klassiekers het best naar de fans kan brengen. Want inderdaad, de klassiekers die de fans verwachten, krijgen we ook nog steeds te horen. Een Anthrax set zou geen Anthrax set zijn zonder songs als Caught in a Mosh, Indians en Madhouse. Ook de covers Got the Time en Antisocial maken nog steeds deel uit van de setlijst, maar die mogen naar onze mening nu toch eindelijk eens vervangen worden door sterkere eigen nummers. Anthrax is een band die ook nog steeds prima nieuw werk weet uit te brengen. Zo verscheen eerder dit jaar ondermeer nog het sterke For All Kings en was de vorige plaat Worship Music ook al niet mis. Daarom doen songs als Breathing Lightning, Evil Twin en Fight ‘m till You can’t het zeker niet minder tussen de echte classics. De set op Alcatraz Metal Fest bevalt ons dan ook veel beter dan die op Graspop Metal Meeting onlangs. Misschien lag het aan het weer, de sfeer of het meer oldschool publiek? Of gewoon aan de zweem van nostalgie en magie die deze oude rotten op het Kortrijkse publiek wisten te spuien? Voor ons mocht de band gerust nog enkele spots hoger op de affiche gestaan hebben, want de New Yorkers hoeven heus nog steeds voor niet veel anderen onder te doen. Prima show en ook een band om hier nog vaker terug te zien. (Jurgen Callens)
Ministry, zaterdag 13 augustus, 18.50 – 19.50
Minsistry bestaat ook alweer sinds 1981, jawel. De band paste in de loop der jaren nu en dan wel eens de muzikale koers aan om uiteindelijk te stranden in een mix van industrial, thrash en elektronica. Enige constante schakel in het geheel is oppergek Al Jourgensen gebleven, die zijn schip met vaste, maar vaak ook veel minder vaste hand, bleef besturen. Het is een wonder dat de man eigenlijk nog leeft en de dag van vandaag nog steeds shows weet af te werken, na alle substanties die zijn lichaam gepasseerd hebben. Meerdere keren werd ook de handdoek in de ring gegooid, maar sinds 2012 lijkt Ministry nu weer een vlotte koers te varen. Of het Alcatraz publiek vandaag klaar was voor een show van deze Amerikanen weten wij eigenlijk nog steeds niet goed. Met een spijkerharde set, waarbij op de zijdelingse schermen voortdurend gewelddadige projecties te zien zien, slingert de frontman de ene na de andere granaat het publiek in. Veel mensen staan het gehypnotiseerd te aanzien, anderen zoeken dan weer diverse oorden op om een natje en een droogje te scoren. Jourgensen trekt er zich geen reet van aan, en doet getooid in een soort van visserspak (?) onverdroten zijn ding. Uitschieters in de set voor ons zijn de bekendere songs uit de jaren negentig zoals Just One Fix en New World Order. En plots krijgen we eindelijk ook wat blijken van herkenning in het publiek te zien ook. De bandleden geven zich ook voor 100 procent en laat zich door de loden zon niet uit hun, euh, lood slaan. Kortom, een verschroeiende en prima set van een cultband die hier op Alcatraz misschien een vreemde eend in de bijt was voor velen. Persoonlijk zien we dit liever in het donker in een tent, waar de intensiteit wellicht nog eens zo groot zo zijn. Een ideetje voor een toekomstige clubshow in de Kreun misschien? (Jurgen Callens)
Airbourne, zaterdag 13 augustus, 20.15 – 21.15
Nu weten wij dat dit hier een hele tricky one gaat worden. Het Australische Airbourne lijkt haast elke minuut aan populariteit te winnen. Vandaag staat de band geprogrammeerd na vaste waarden, die hun strepen in de muziekgeschiedenis allang niet meer hoeven te verdienen. Voor ons lijkt het echter niet reëel, want wij snappen de hype rondom deze band niet zo goed. Akkoord, live weten ze wel een vlam in die spreekwoordelijke pan te slaan, maar dat kan AC/DC dan nog steeds eens zo goed. Want zo zien wij Airbourne: als een kleiner broertje van hun grote voorbeeld, maar dan zonder de grote zak klassieke songs die Angus en kornuiten dan wel weer hebben. Op termijn kan Airbourne misschien wel voorzichtig in de voetsporen gaan treden, want ze hebben nog steeds hun jeugdigheid mee, maar dan zullen er dringend nodig wat klassiekers gepend gaan worden. Voor ons blijven de songs niet genoeg hangen, hoe enthousiast ze dan ook nog gebracht mogen worden. Tekstueel klinkt het ook al even AC/DC. En met songtitels als Ready to Rock en Girls in Black gooi enkel nog maar wat meer olie op het vuur der vergelijkingen. Voor ons was het wel ideaal om het even van op afstand te aanzien, met een pilsje in de hand. Let wel, deze band komt er ook. Dat staat als een paal boven water. De jeugd smult ervan, dus de toekomst ligt dan ook open. Als er op het aanstaande album nu nog eens wat echte klassiekers zouden staan, dan ligt de weg alvast breed open. Maar na deze show zijn wij hier nog niet van overtuigd. (Jurgen Callens)
Whitesnake, zaterdag 13 augustus, 21.45 – 23.00
Het uitzicht op een greatest hits set van Whitesnake deed ons vooraf al watertanden. Bovendien kon het wel eens één van de laatste shows zijn waar we David Coverdale en kornuiten in volle glorie zouden kunnen aanschouwen. De grootmeester zelf had immers vooraf aangekondigd dat het zijn afscheidstoer zou worden. Ook was het uitkijken of de stembanden van Coverdale deze keer wél de hoge tonen zouden halen. De laatste keren dat we hem bezig hoorden, ging het daar namelijk geregeld mis. Coverdale mag zich dan al goed verzorgen – hij ziet er op zijn 64ste beter uit dan in zijn jonge jaren – het verouderen heeft zijn stem niet gespaard. De intro My Generation van The Who brengt het publiek meteen in de juiste sfeer. Al van bij de eerste song Bad Boy zit het geluid perfect. Hoe kan het ook anders met raspaardjes als Reb Beach en Joel Hoekstra op gitaar, Tommy Aldridge op drums, Michael Devin op basgitaar en Michele Luppi op keyboards. Tijdens het eerste deel van de show volgen de nummers elkaar snel op. Tweede song op de setlist is Slide It In, en daarna krijgen we achtereenvolgens Love Ain’t No Stranger, Fool For Your Loving en Judgement Day. Whitesnake’s succes periode lag in de jaren 80 en we horen dan ook alleen maar songs van de albums Saints & Sinners, Slide It In, Whitesnake en Slip Of The Tongue. Het middenstuk van de set haalt helaas de vaart uit het optreden omdat elk groepslid zo nodig eens zijn kunnen moet etaleren. Het is een ziekte waar wel meer oudere, gevestigde namen last van hebben. Ondertussen weet iedereen toch dat die gasten een aardig deuntje kunnen spelen? Eerst is het de beurt aan Reb Beach en Joel Hoekstra. Daarna volgt de song Slow And Easy en denk je dat ze weer vertrokken zijn. Niets is echter minder waar want dan is het de beurt aan de bassist. Crying In The Rain volgt en zoals te verwachten voelt ook Tommy Aldridge de behoefte om nog eens te tonen hoe goed hij wel kan drummen. Daarna verschijnt Coverdale met een zwart hemd in plaats van een wit hemd. Van hemd wisselen hoeft naar onze bescheiden mening toch geen 3 solospots te duren? Alle gekheid op een stokje, het geen dat volgt is gelukkig om duimen en vingers af te likken. We horen nog vlekkeloze uitvoeringen van de monsterhits Is This Love, Give Me All Your Love, Here I Go Again en afsluiter Still Of The Night. De songs worden door een groot deel van het publiek luidkeels meegebruld. En hoe is het nu gesteld met die hoge noten van Coverdale? Wel, hij haalt ze niet. Hij weet het echter te camoufleren door de hogere regionen te vervangen door iets dat meer schreeuwen dan zingen is. Gezien zijn leeftijd hebben we er echter begrip voor en zijn we al lang blij dat we nog eens konden genieten van al die klassiekers. In de normale tonen klinkt zijn stem trouwens zuiver. Al bij al mogen we spreken van een schitterend optreden en één van de beste van het hele festival. De hele band maakt nog een diepe buiging om het publiek te danken en weg zijn ze. (Steven Demey)
Within Temptation, zaterdag 13 augustus, 23.30 – 01.00
Na een toch wel straffe show van Coverdale en co vroegen wij ons af of het nog beter kon worden. Whitesnake kon vanavond namelijk terecht als headliner doorgegaan hebben. Maar dat de organisatie het opnieuw bij het rechte eind zou hebben zou al snel blijken. Na een ombouwpauze, die het podium in twee etages indeelde, met de drums en de keyboards hoog boven het publiek verheven, was het de beurt aan de Nederlandse hitmachine Within Temptation. Wij mogen de songs van de bende van Sharon den Adel al wel eens durven te pruimen, maar toch is het steeds weer verrassend om te horen hoeveel bekende singles deze female fronted sensatie eigenlijk al op het conto heeft. Songs als Faster, In The Middle of the Night, Stand My Ground, Mother Earth of What About Us kan iedereen inmiddels meedromen. En dan hebben we het nog niet over hun bekendste song en de ultieme toegift Ice Queen gehad. Alles werd loepzuiver gespeeld en ook de klank was fenomenaal goed. Een punt dat wel bij meerdere bands over het gehele weekend positief bleek te zijn. We hebben het op andere festivals deze zomer al wel eens minder geweten. Ook frontvrouw Sharon doet het nog steeds met volle overgave en een grote smile op het gezicht. De mama van intussen enkele kids heeft de looks en de presence nog steeds en weet nog altijd een groot publiek te betoveren met haar prachtige stem. Ook super waren de projecties die op de zijschermen maar ook op de schermen over de hele breedte van het podium meedraaiden. Zo leek het bij momenten of het koor op die beelden levensecht was. Zo zie je dat een showelement op een metalconcert nog steeds wel een verschil kan weten te maken. Dat de band ook in het donker speelde en gebruik kon maken van veel licht en vuur is natuurlijk ook wel mooi meegenomen dan. Kortom: Within Temptation speelde hier een prima show, maar dat hebben we eigenlijk zelden anders geweten. Het blijft een band die we, hoewel we ze in een zaal al eens zouden durven over te slaan, graag op een openluchtweide blijven terugzien. Een leuke afsluiter van een heel geslaagde eerste festivaldag. (Jurgen Callens)
Flotsam and Jetsam, zondag 14 augustus, 11.00 – 11.40
Zondag 14 augustus stond bij ondergetekende al een tijdje met stip genoteerd in de agenda. Dat we het gisteren na de show van Within Temptation niet laat maakten, had alles te maken met het vroege uur waarop de Amerikaanse thrashers van Flotsam and Jetsam al aan de bak moesten. Iets wat wij ook niet echt begrijpen, een band met een palmares om U tegen te zetten en met klassiekers als Doomsday for the Deceiver en No Place for Disgrace op de plank verdient gewoon wat meer respect. Hoe dan ook, wij lieten het niet aan ons hart komen, leerden nog snel even de teksten opnieuw vanbuiten van de klassiekers en stonden stipt op tijd voor het podium om de mannen aan een prima show te zien beginnen. Vanaf opener Seventh Seal, tevens de opener van de recente nieuwe plaat Flotsam and Jetsam, hing er magie in de lucht. Zanger Eric Knutson mag er dan al wat ouder uitzien, vandaag bewees hij nog maar eens waarom hij tot één van de beste zangers in het thrashgenre genoemd wordt. Op de stem van de man zit in vergelijking met veel andere intussen vijftigers nog maar bitter weinig sleet. Ook de terugkeer van gewezen bassist Michael Spencer lijkt de band een nieuwe boost gegeven te hebben, net als het inlijven van superdrummer Jason Bittner. Als je op de juiste plaats in het publiek stond, klonk de sound al heel genietbaar en konden we ons volledig uitleven op klassiekers als Hammerhead, Iron Tears, I Live You Die en Dreams of Death. Kippenvel kregen wij ervan, zeer zeker! Deze band is in het verleden veel te weinig in onze contreien te zien geweest en moet dit in de nabije toekomst nu maar eens zien recht te zetten. Als ze een show neerpoten als deze vandaag, dan zal je ons nooit meer horen klagen. Eén van de hoogtepunten van het weekend! (Jurgen Callens)
Exodus, zondag 14 augustus, 12.05 – 12.45
Nauwelijks zijn de eerste legendes van de dag van het podium, of daar dient er zich al een stel andere aan. Exodus is terug. Met Steve ‘Zetro’ Souza opnieuw in de rangen, en dat zullen we geweten hebben. Voor de derde keer al speelt Exodus op het festival en is dus ook zeker en vast een graaggeziene gast. Dat gitarist Gary Holt er niet bij is, nemen we er maar voor lief bij. Live werd hij vandaag terdege vervangen door Kragen Lum, die we dan weer kennen van het onderschatte Heathen. Dat het zou knallen stond bij voorbaat vast. De band trok met Blood In, Blood Out de boel meteen heel stevig op gang. Aangevuurd door een indrukwekkende Zetro gingen de vuisten tot ver over de geluidsinstallatie de lucht in en werden de crowdsurfers en masse richting podium gedreven. Ook de circle pits namen indrukwekkende proporties aan. Onder het motto ‘niet lullen, maar spelen’ kregen we schitterende versies van onder meer Blacklist en War is my Shepherd te horen. Versies die af waren, en zelden beter geklonken hebben, ook dankzij een alweer prima sound. Maar ook andere parels als And Then there were None, Strike of the Beast of A Lesson in Violence zorgden voor bloed en schaafwonden in de pit. Als we de beelden tijdens de wall of death in het slotnummer te zien krijgen, kan het haast niet anders of de hulpverleners gaan hier hun werk mee hebben. Hoogtepunt van de steeds blijft echter nog steeds de ‘hitsingle’ en strijdlied The Toxic Waltz. Geen mens die het niet kent of niet meezingt, of het zouden de fans van de Korpiklaanibende moeten zijn. Schitterende show dus, die volgens ons enkel nog overtroffen kan worden mits een terugkeer op het podium van mister Exodus himself erbij: Gary Holt. Velen rondom ons rekenden deze thrashers dan ook net als ons tot de winnaars van deze editie. (Jurgen Callens)
Devildriver, zondag 14 augustus, 13.10 – 13.55
Na twee sublieme optredens van cultbands Flotsam & Jetsam en Exodus is het de beurt aan het veel modernere Devildriver om er nog eens losjes over te gaan. In het verleden zagen we ze al eens menig festival en zaaltje plat spelen, dus we hadden goede hoop dat ook de weide aan de Lange Munte er zou aan geloven. Na de show moeten we echter besluiten dat we ze al eens beter bezig zagen. Het optreden start nochtans veelbelovend met End Of The Line, openingssong van hun nog steeds beste album The Fury Of Our Maker’s Hand. Het is dan echter wel al duidelijk dat de sound wat kracht mist om in te slaan als een bom, iets waar ze nochtans een patent op hebben. De getriggerde drums klinken te dun en het gitaarwerk is niet scherp genoeg. Bovendien heeft podiumbeest Dez Fafara blijkbaar niet zijn beste dag want waar hij anders het hele podium inpalmt, blijft hij vandaag nogal lang ter plaatse trappelen. Misschien ligt het aan het vroege middaguur? Van het voornoemde album krijgen we verder nog Before The Hangman’s Noose. Eigenaardig genoeg is het debuutalbum nog het best vertegenwoordigd met songs als I Could Care Less, Nothing’s Wrong en Meet The Wretched. Die laatste song sluit trouwens de set af. Van het nieuwe album Trust No One komen Daybreak en My Night Sky voorbij. Probleem bij een band als Devildriver is dat alle nummers op den duur wat op elkaar gaan lijken. Er is weinig afwisseling in tempo en zanglijnen waardoor ze snel gaan vervelen. Aan de reacties te zien denkt een groot deel van het publiek er zo over. Er is maar een klein groepje fans dat zich in de moshpit waagt. Vooral bij Clouds Over California van The Last Kind Words zien we wat beweging vooraan. Van datzelfde album horen we ook nog de openingssong Not All Who Wander Are Lost. Het vorige album Winter Kills is met één song vertegenwoordigd, namelijk Sail, een cover van het elektrocollectief Awolnation. Het is een naar Devildriver normen rustig nummer dat in schril contrast staat met de rest van hun geweld. En we moeten toegeven, er bestaan slechtere uitvoeringen van bestaande songs. Toch kan het ons niet weerhouden van de stelling dat dit een onopvallende passage is van de Amerikanen. (Steven Demey)
Korpiklaani, zondag 14 augustus, 14.20 – 15.10
Vreemde eend in de bijt voor ons dit weekend zijn de Finse herdertjes van Korpiklaani. De fuzz rond deze band hebben wij nooit zo goed begrepen, laat staan het feit waarom ze nu vandaag op dit gerenommeerd festival staan. Reken daarbij nog eens het feit dat ze na legendes als Flotsam and Jetsam en Exodus het podium op mochten (waardoor wij al vroeg uit de veren moesten) en je weet dat we met getrokken messen naar dit optreden toetrokken. Niet dat we ze in het verleden nog nooit gezien hebben, en dus wel wisten wat te verwachten, maar toch geef je het altijd weer het voordeel van de twijfel. Dat het echter ook vandaag weer niets zou worden, hebben we al snel door. Het is ons vooral te rommelig en dat hele gedoe met fluiten, berevellen en draailieren hoeft ook al niet zo nodig voor ons. Tel daarbij dat we ook de Finse taal niet machtig zijn en slechts hier en daar een woordje dat klinkt op Wodka weten te herkennen en je kan je voorstellen dat we snel richting bar schuifelden. Wat verkoeling is op dat moment met de hitte welgekomen en de kelen mogen nu eenmaal ook niet aan het lot overgelaten worden. Mensen gaan boos worden, maar wij zien deze band de volgende keer liever op het Dranouter Folkfestival staan dan hier. Het kan natuurlijk zijn dat enkel wij het waren die dit minder vonden, want er waren ook wel best wat mensen vooraan die een of ander danspasje durfden te placeren op deze toch wel hilarische vorm van muziek. (Jurgen Callens)
Lita Ford, zondag 14 augustus, 15.35 – 16.30
Vooraf was ook dit optreden er eentje dat wij hadden aangestipt. Zo vaak heb je namelijk niet de kans om een muzikante als Lita Ford aan het werk te zien. De zangeres/gitariste heeft een verleden bij The Runaways maar wist ook tijdens haar solocarrière wat hitjes uit de mouw te schudden. La Ford kreeg van de organisatie een krap uurtje om haar van haar kunnen te overtuigen en besluit maar meteen om de eerste vijf minuten ervan te vergooien met een introtape. Wanneer het uiteindelijk begint met Gotta Let Go, horen we al snel dat we onze toch wel hooggespannen verwachtingen zouden moeten bijstellen. Een topzangeres is ze nooit geweest, dat het niet verbeterd is met ouder te worden weten we nu intussen ook. Daar waar het vroeger nog al eens durfde te flitsen, klinkt het nu te gelikt en te braafjes. En zo hoort rock and roll volgens ons nog steeds niet te klinken. Larger than Life, zoals de volgende song heet, is het dus allang niet meer. Daar tegenaan wordt The Bitch is Back gegooid, een cover van Elton John bij alle Goden. Middels Cherry Bomb wordt ook het roemruchte Runaways verleden niet vergeten, maar het is toch vooral wachten op die paar klassiekertjes die er hopelijk toch zitten aan te komen. Wanneer we die dan eindelijk te horen krijgen, is het kalf voor ons dan ook al verdronken. Hoe leuk Close My Eyes Forever en Kiss Me Deadly in de tijd ook klonken, voor ons hoefde het al niet meer. Van de uitvoering en de show zelf hadden namelijk zoveel meer verwacht. Misschien kan dit voor een herkansing zorgen in een kleine, gezellige club, maar de grote openluchtfestivals laat Lita Ford volgens ons beter over aan de anderen. Leuk om even gezien te hebben, maar ook niets meer dan dat. (Jurgen Callens)
Children Of Bodom, zondag 14 augustus, 17.05 – 18.00
We moeten eerlijk bekennen dat we deze Finnen de laatste jaren wat uit het oog verloren. Hun laatste albums hebben niet meer de impact van hun oudere werk. Rond de eeuwwisseling verschenen vier schitterende platen, namelijk het indrukwekkende debuut Something Wild, doorbraakalbum Hatebreeder, het tragere maar daarom niet mindere Follow The Reaper en het modernere Hate Crew Deathroll. In 2005 kregen we nog het ondergewaardeerde en door distributieproblemen ongemerkt gepasseerde Are You Dead Yet. Daarna was het vet wat van de soep. Live bleef de band rond gitaarvirtuoos Alexi “Wildchild” Lahio echter steeds overeind, dus waren we benieuwd hoe ze het er in Kortrijk zouden van af brengen. En dat valt gelukkig weer reuze mee! Voorzien van een knallende sound blijken de Finnen er zin in te hebben. Een sterke, uitgebalanceerde setlist doet de rest. Het accent ligt daarbij vooral op de eerste albums en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Er wordt geopend met Everytime I Die van Follow The Reaper. De toon is meteen gezet. Later komt van dat album ook nog het schitterende Hate Me! voorbij. Van het debuut krijgen we Lake Bodom voorgeschoteld, wat op luid gejuich wordt onthaald. De vaart blijft er de hele show stevig in. Het optreden is dan ook gepasseerd voor we er goed en wel besef van hebben. De ‘hit’ Downfall afkomstig van het tweede album Hatebreeder is de logische afsluiter. Eerder herkennen we van dat album ook nog Silent Night, Bodom Night. Voorman Alexi Laiho is nog steeds een sterke frontman die het publiek moeiteloos bespeelt. Met recentere platen zijn we minder vertrouwd maar gelukkig worden er daar weinig songs van gespeeld. Van het oudere werk horen we nog In Your Face en Angels Don’t Kill passeren. Sterk optreden! (Steven Demey)
Soulfly, Zondag 14 augustus, 18.25 – 19.25
Soulfly is een band die we steeds met gemengde gevoelens hebben gevolgd. Enerzijds is er het eindeloze respect voor Max Cavalera die steeds zijn hart en ziel in zijn werk legt. Anderzijds denken we met weemoed terug aan de hoogdagen van Sepultura onder leiding van Max. Tussen 1986 en 1996 verschenen namelijk zes platen die een blijvende impact zouden hebben op de metal scene. Daarna was Sepultura wat ons betreft einde verhaal. Een hardnekkige ruzie waar vooral Max’s vrouw Gloria aan de basis van lag, zou de oerbezetting voorgoed uit elkaar trekken. Max bleef daarna aan de lopende band platen uitbrengen met Soulfly, Cavalera Conspiracy en Killer Be Killed. De werkethiek van Max had echter geregeld impact op de kwaliteit. Voor ons blijven Prophecy, Dark Ages en Enslaved de beste Soulfly albums. Soulfly kende in zijn geschiedenis reeds heel wat bezettingswissels. Vandaag is Max vergezeld door virtuoos Marc Rizzo op gitaar, de van The Absence afkomstige bassist Mike Leon en ‘last but not least’ Max’s 23 jarige zoon Zyon op drums. Het matige We Sold Are Souls To Metal van het nieuwe album Archangel trapt de show op gang. De keren dat we Soulfly in het verleden aan het werk zagen, kregen we steeds veel bezieling maar ook veel chaos. Het is deze keer niet anders. De heren leggen hun hele ziel in het optreden en het enthousiasme spat er van af, maar het spel is bij momenten weer erg chaotisch. Zyon is een goede drummer met een enorme energie, maar laat geregeld wat steken vallen. Bovendien is de set doorspekt met flarden Iron Maiden, Black Sabbath en Metallica wat ook niet bijdraagt aan een coherent geheel. Van Sepultura horen we Refuse/Resist, Roots Bloody Roots en stukken van Arise en Dead Embyonic Cells (waarom niet de hele songs?) passeren. Verder volgt een mooie bloemlezing uit het Soulfly werk waarbij vooral Prophecy en Arise Again ons in positieve zin opvallen. Max heeft er zoals altijd erg veel zin in en het publiek eet dan ook uit zijn hand. Eerder op de dag hadden we een gesprek met Max waaruit blijkt dat hij later op het jaar op tour gaat met zijn broer en het volledige Roots album zal brengen onder de naam ‘Return To Roots’. Dit ter ere van het twintig jarige bestaan van het album. Eén van de volgende dagen verschijnt het interview op onze site en zal je er meer kunnen over lezen, dus blijf het hier zeker in de gaten houden. We kunnen alvast verklappen dat een toenadering met zijn oude bandmakkers van Sepultura er helaas nog steeds niet in zit. (Steven Demey)
Kreator, zondag 14 augustus, 19.55 – 20.55
De beste Duitse thrashers stellen live nooit teleur. Het was dan ook uitkijken naar een uurtje geweld waarbij de nekwervels het weer hard te verduren zouden krijgen. Bandleider Mille Petrozza kiest deze keer voor een eerder sobere podiumaankleding die vooral bestaat uit felle achtergrondbelichting. Het effect gaat helaas wat verloren bij een klaarlichte avond. Het optreden start veelbelovend met de vrij recente knaller Enemy Of God. Daarna worden oude klassiekers afgewisseld met recenter materiaal waarbij het laatste, bescheiden meesterwerk Phantom Antichist het meeste aandacht krijgt middels het titelnummer, From Flood Into Fire en Civilization Collapse. Tijdens From Flood Into Fire wordt de groep trouwens abrupt onderbroken door een stroompanne. Kwatongen beweren dat niemand minder dan Jay Jay French van Twisted Sister achter deze daad zit omdat hij het niet kon verkroppen dat de Twisted Sister merchandise wat in een hoekje gedrumd werd door de merchandise van Kreator. Ze laten er zich echter niet door uit hun lood slaan, integendeel. De band speelt op volle oorlogssterkte en maakt indruk. Verder passeren krakers als Endless Pain, Terrible Certainty en Awakening Of The Gods (afkomstig van de EP Flag Of Hate, 30 jaar oud ondertussen). Helaas worden geen songs van Extreme Aggression gespeeld, volgens ons toch één van de beste Kreator platen. Wel krijgen we Phobia voorgeschoteld, afkomstig van het toch wel zwakke Outcast. De song Extreme Aggression was hier toch beter op zijn plaats geweest. Een tweede smet is de stem van Mille. Het is ons een raadsel waarom hij de hele show tegen diezelfde hoge schreeuw blijft aanleunen. Mille staat er niet om bekend om veel variatie in zijn vocalen te leggen, maar op plaat klinkt hij toch een stuk beter. Hier werkt hij bij momenten vooral op de zenuwen. Voor de rest is er echter weinig te klagen. De Duitsers spelen superstrak en met veel venijn, zoals een thrash band hoort te klinken. Snelle, meer recente nummers als Warcurse en Hordes Of Chaos worden met erg veel overtuiging gebracht. Van het melodieuze Violent Revolution horen we nog het titelnummer voorbijkomen waarna de onvermijdelijke afsluiter Pleasure To Kill een einde maakt aan een sterke set. Begin maart mogen de Duitsers hun duivels nog eens ontbinden in De Mast in Torhout. Dan zullen er zeker songs gespeeld worden van het begin volgend jaar te verschijnen nieuwe album. We zullen er opnieuw bij zijn! (Steven Demey)
Avantasia, zondag 14 augustus, 21.30 – 23.00
Voor velen was het uitkijken naar het optreden van Avantasia. Het project van Edguy frontman Tobias Sammet betreedt namelijk niet zo vaak het podium. De laatste keer dat ze België aandeden dateert alweer van meer dan drie jaar geleden toen ze op het Power Prog metal festival in Bergen, Henegouwen speelden. Voor een project heeft Avantasia al een indrukwekkend aantal platen op zijn conto. De teller staat ondertussen al op 7. Genoeg songs dus om uit te kiezen maar stiekem hopen we toch dat de meeste nummers van de eerste twee platen komen. De twee Metal Opera’s behoren namelijk nog steeds tot onze favorieten. Dat het geen gewone show zou worden, blijkt al snel aan de podiumopstelling. Het decor bestaat uit twee verdiepingen met in het midden een trap om van de ene verdieping naar de andere te gaan. Als eerste komen de muzikanten op het podium met als meest bekende gitarist/componist/producer Sascha Paeth en keyboardspeler/componist/producer Michael ‘Miro’ Rodenberg. Als achtergrondzangers krijgen we Amanda Somerville en Herbie Langhans (van onder andere Sinbreed). Als laatste van de reguliere bezetting daalt frontman Tobias Sammet van de trappen af. Avantasia bracht recent een nieuw album uit, Ghostlights getiteld, en de openingssong van die plaat, Mystery of A Blood Red Rose, is meteen ook de start van het concert. Achtereenvolgens komen Michael Kiske, Ronnie Atkins (Pretty Maids), Jorn Lande, Bob Catley (Magnum) en niemand minder dan Eric Martin van Mr Big de band vocaal versterken. Als eerste doet Kiske zijn intrede om zijn bijdrage te leveren aan Ghostlight. Aan de reacties van het publiek te horen is Kiske de favoriet van het gezelschap. Zijn stem blijft dan ook subliem. Later keert hij nog terug voor schitterende uitvoeringen van Farewell (in duet met Amanda Somerville) en Reach Out For The Light, beiden van het sterke debuut. Vervolgens neemt Atkins de song Scarecrow voor zijn rekening. Die laatste duikt nog eens op voor een duet met Jorn Lande in de song Let The Storm Descend Upon You. Lande heeft daarvoor al Promised Land onder handen genomen. Bob Catley komt ook boven water en kleurt The Story Ain’t Over. Het moet een hele onderneming geweest zijn om deze sterren allen op hetzelfde moment in Kortijk te krijgen. Zeker de aanwezigheid van de Amerikaan Eric Martin is toch wel bijzonder en hem speciaal doen overvliegen zal geen goedkope zaak geweest zijn. Het is dan ook des te jammer dat zijn vocalen tijdens Dying For An Angel bijna geheel worden weggeblazen door de veel te luide bassen. Tenminste, dat is toch de indruk vanuit onze positie in het midden net voor de PA. Nadien horen we van andere bezoekers dat het geluid meer achteraan de weide een stuk beter was. Het is trouwens een euvel dat voor de hele show geldt. Het geluid staat dus niet optimaal afgestemd. Het is nochtans simpel op te lossen door die bassen wat te temperen in volume. Niet te geloven dat de PA man dit niet hoort. Best wel jammer, en eigenlijk een gemiste kans als je dan toch met zo’n productie komt aanzetten. Toch overweegt een positief gevoel. Eeuwige optimist Sammet heeft daar een belangrijk aandeel in. Waar hij in het begin van het optreden moeite heeft om het publiek naar zijn hand te zetten, slaagt hij er naar het einde toe in om alle handjes op elkaar te krijgen. Tijdens de ballad Farewell wordt zijn verwijzing naar onze eigenste Helmut Lotti op hoongelach onthaald. Sign Of The Cross, ook al van het debuut en The Seven Angels van The Metal Opera Part II sluiten de show af waarbij iedereen nog eens het podium betreedt. (Steven Demey)
Twisted Sister, zondag 14 augustus, 23.30 – 01.00
En dan is het tijd op het orgelpunt waarop iedereen zit te wachten. Niet op Graspop was de allerlaatste show van Twisted Sister op Belgische bodem, maar wel op de terreinen van de Lange Munte in Kortrijk. We hebben zelfs de eer om de laatste Europese show ooit van de band mee te maken. Iets wat ons vooraf dan al koude rillingen bezorgde. Forty and Fuck it werd deze tour gedoopt. Veertig, naar het aantal jaren geleden dat de legendarische band opgericht werd. Maar in feite heeft de formatie hier slechts een fractie van bestaan. Het laatste volwaardige Twisted Sister album dateert dan ook al weer van ’86 of volgens sommigen misschien ’87 (over Love is for Suckers is namelijk wat verdeeldheid over de bezetting die die plaat ingespeeld heeft). De band heeft nadien halsstarrig geweigerd om nieuw werk uit te brengen en was ervan overtuigd dat het een show kon blijven brengen enkel en alleen met de grote klassieke hits. Dat dit perfect mogelijk is, heeft de band de jongste jaren meermaals bewezen. In België gingen Alcatraz en Graspop meermaals voor de bijl (of Under The Blade zoals u wil). Toen de introtape met het AC/DC nummer It’s a Long Way to the Top (if You Wanna Rock ‘n’ Roll) begon te lopen zocht iedereen zijn ideale spotje op om dit fenomeen voor een laatste maal te aanschouwen. Wat dan zou volgen, deze show alleen al, zou de entreeprijs voor het gehele festival op zijn eigen al rechtvaardigen. Dit, dames en heren, is rock and roll van de allerbovenste plank. Grand cru, met een grote C. Dee Snider, die er ondanks zijn gezegende leeftijd nog steeds beter uitziet dan Manowar ooit in hun beste jaren, blijft één van de, of zelfs dé beste frontman aller tijden. Over zijn zangcapaciteiten kunnen we discussiëren, maar op gebied van entertainen hoeft deze man van niemand een lesje te krijgen. Het blijft een lust om de blonde krullebol over het podium te zien razen, te headbangen als een gek, rollend of liggend te zien zingen en de eerste tot de laatste toeschouwer naar zijn hand te zien zetten. Als Dee iets zegt, dan gelooft iedereen dat. Als Dee iets vraagt, dan doet iedereen dat ook. En hoewel iedereen intussen gesloopt moet zijn door de hitte en de sloten bier, gaat iedereen nog een laatste keer voluit. The Kids are Back, doet de massa kolken. Dee vraagt om de spots op het publiek te richten en ziet dat het goed is, om daarna het vuur nog meer aan de lont te steken en Burn in Hell in te zetten. Daarna volgt de ene na de andere hit (Destroyer, Like a Knife in the Back, You Can’t Stop Rock ’n Roll). Ook wordt er tijd gemaakt voor een serieuse noot, en wordt er teruggekomen op het recente overlijden van drummer A.J. Pero, die voor de tour dan weer vervangen werd door meesterdrummer Mike Portnoy en worden in dezelfde adem andere gevallen broeders als Lemmy, Dio en Jimmy Bain geëerd. Maar dat het leven doorgaat en er gefeest moet worden, is dan weer een ander statement. In een volgend leven kan Snider gerust stand-up comedian worden, want er wordt gegrapt en gegrold, onder meer over de jongens van Avantasia die zouden overgegeven en hun behoefte gedaan hebben op het podium. Hilarisch bij momenten, maar het volk eet uit Dee’s hand. Met I Wanna Rock komt er een eerste moment waarop alle kelen, van de eerste tot de laatste, nog eens tot op het bot gaan. Twisted Sister vergeleek dit laatste concert met een Ierse begrafenis. En daarop is er geen droefnis en wordt er blijkbaar keihard gefeest en gezopen. En dat was ook wat wij nu moesten doen. En intussen draaide het hit-juke box verder op volle toeren: The Price, I Believe in Rock ’n Roll en Under The Blade vervolgden om uiteindelijk uit te komen op de song waarop iedereen zat te wachten. Het meezingmoment in de ultieme set van deze legende: We’re not Gonna Take it. Het nummer werd oneindig lang meegezongen, en werd tot vijfmaal toe hervat. Een nieuw record volgens de band zelf. En was het niet dat de band zelf overschakelde op het slotnummer, ze waren het in Kortijk nu nog steeds aan het herhalen. Het einde van de reguliere set kwam er middels een cover van de Rolling Stones: It’s Only Rock ’n Roll, but I Like it. Dat het publiek hiermee geen genoegen zou nemen, was snel duidelijk, dus komt de band terug met het toch nog steeds wel sterke Come Out and Play, gevolgd door Tear it Loose en de ultieme slotakkoorden van S.M.F. Op dat moment zien we tranen in ogen, haren op armen rechtop en verweesde blikken. Dit zijn shows die we niet meer te zien gaan krijgen en die we heel hard zullen gaan missen. Maar het siert de band wel dat die op een hoogtepunt afscheid durft te nemen en niet als een stelletje zielepoten op een podium wil blijven harken. Wat vooraf aangekondigd werd als onvergetelijk, zal ook zo de boeken ingaan. Wij zijn trots dit te hebben mogen meemaken. Twisted Sister, het ga jullie goed. See you in a next life! (Jurgen Callens)
Tenslotte zouden we ook nog enkele mensen willen bedanken die dit verslag voor Amped-Up mee mogelijk gemaakt hebben: Filip en Mario en zijn gehele crew voor de fantastische ontvangst en regeling, Jaap van Nuclear Blast, Mike van HardlifePromotion en Theo van The Rock Online. Tot volgend jaar!
Ook een dikke merci aan Rik Bauters voor de foto’s. Check ook even zijn pagina: www.livereviewer.com.
0 reacties