Eens in de zoveel jaar laat je je verleiden door een band waar je al veel van gehoord maar nog weinig van gezien hebt. Zo begaf ik me, samen met mijn muzikale makker, op vrijdag 27 december 2013, inclusief volle Kerstmis maag, naar de Effenaar. De naam Church of Ra was mij meer dan eens via allerlei (obscure) kanalen binnen komen sijpelen en ik had me op donkere decemberavonden al tegoed gedaan aan al die rauwe emotie van vlaggenschip Amenra’s Masses. Ik was eraan toe om bewogen te worden, na alle dooddoenerij en geestverpulverende ‘gezelligheid’ van de kerstdagen het beest in mij terug te vinden. Amenra leverde mij de kers op mijn catharsis cake, maar niet voordat mijn appetijt tot watertanden was opgewekt door het intense, ingetogen maar ontketende Oathbreaker.
De gehele avond was een algehele immersie van emotie en niets kon dat mooier samenvatten dan de ijzingwekkende krijs van het kleine, onschuldig ogende meisje achter de microfoon. Wat een présence, wat een totale ontluiking ook.
Tot mijn grote spijt kon zangeres Caro Tanghe mij achteraf niet aan een passend shirt helpen. Ze had wel een glimlach, een dankwoordje en een sticker voor me in de aanbieding en ook het laatste album Eros/Antheros wist ik nog op de kop te tikken voor een zacht Vlaams prijsje. Deze cd is dan ook vervolgens mijn autoradio in gegaan en heeft daar lange tijd mogen verblijven.
Het was even wachten op een vervolg en dat schept hoge verwachtingen. Verwachtingen van een nog groter epos, hoop op nog verder openliggende zenuwen en emoties dieper dan de Marianen Trog. De tijd was dan eindelijk daar, stukje bij beetje werden de luiken van Rheia’s ziel geopend door steeds een nieuwe single te releasen op Spotify, singles die steevast op repeat gingen.
Rheia in zijn geheel bood echter meer dan die suspense alleen. Waar ik vaak zoek naar perfectie in een album, een concept dat ik overigens steeds moeilijker te omschrijven vind, mis ik nogal eens het totaal plaatje. Elke goede plaat heeft zo zijn hits en misses, die ene fantastische riff of, als je daarvan houdt, dat catchy meezing refrein. Dat heeft Rheia dus niet. Wat het wel biedt, is een muzikale ontboezeming die je meevoert op een reis. Een reis over ijzig, kolkend water. Van drijven in oneindige eenzaamheid op een vlot op de Stille Oceaan, tot het vechten met tand en klauw om je hoofd boven te houden in het witte water van de wildste rivier, in een opblaas eendje.
Daarnaast is dit album dus compleet. Het is één stuk, van begin tot einde en ik zou dus ook ten zeerste afraden om de nummers nog individueel te beluisteren of ergens achteloos in een playlist neer te kwakken. Hier moet je voor gaan zitten. Houd ramen en deuren gesloten, sluit je hond op en telefoon af, doe desnoods de ogen toe en laat je meevoeren.
Van de heerlijke, iele en zoet melancholische vocale intermezzo’s op Immortals tot de verontrustende soundscape van I’m Sorry, This is en de akoestische track Stay Here/Accroche-Moi; alles past als keerzijde van de anderzijds vernietigende medaille die we bijvoorbeeld anderhalve minuut in Needles in Your Skin voor de kiezen krijgen (en ze ratelen nog).
Het summum wordt op de twee voorlaatste tracks bereikt. Het is lang geleden dat ik een sterker tweeluik mocht aanhoren. Where I Live en Where I Leave geeft voor mij bij uitstek aan waar deze band aangeland is en wat hun reis ernaar toe was. Nagenoeg 16 minuten van aaneengesloten muzikale oase waarin ik van piek tot dal mezelf vastklamp. Wat een geweldige rit. Het doet me denken aan twee andere geweldige platen die ik vorig jaar mocht beluisteren. Névoa’s Absence of Void en het eveneens van Church of Ra afkomstige Wiegedoods De Doden Hebben het Goed gaven mijn liefde voor black metal in 2015 een nieuwe impuls. Rheia overtreft wat mij betreft beiden en steekt Amenra zelf naar de kroon. Ik kan tot geen andere conclusie komen dan dat voor mij dit album de perfectie nagenoeg bereikt om tien punten uit te delen. Dik verdiend.
0 reacties