Op het einde van de voorbije zomer trakteerde het Australische Airbourne ons op zijn vierde studio-album Breakin’ Outta Hell. De band debuteerde bijna tien jaar geleden als een komeet met het album Runnin’ Wild en wist de rockende goegemeente voor zich te winnen met zijn ouderwetse sleazy rocksound die veel weg had van landgenoten AC/DC. Tekst en uitleg bij het nieuwe album kregen we van drummer Ryan O’Keeffe die ons te woord stond via Skype. De bewoner van het land van de kangoeroes zit op het moment van het interview in Los Angeles waar het kwartet op dat moment halt houdt tijdens hun Amerikaanse tournee.
In augustus werden jullie opgesloten in de Belgische versie van de Alcatraz gevangenis om daar voor de gedetineerden te spelen. Wat vonden jullie van de opzet van dat festival?
Dat was wel een speciaal festival. De manier waarop dat festival gebracht wordt is heel cool. Het podium waarop we speelden was trouwens vrij groot en er hing een fantastische sfeer op de weide. Ik hoop in ieder geval dat ze ons daar nog eens uitnodigen want dat was toch een van de betere festivals waar we al gespeeld hebben.
Hoe komt een Australische band eigenlijk terecht op een Fins label?
Dat is niet echt verwonderlijk hoor. Toen duidelijk werd dat het spel voor Roadrunner uit was, kwamen we terecht bij Spinefarm. Voor de leek misschien een rare keuze, maar het label heeft kantoren in Engeland en Amerika en ze zijn gespecialiseerd in harde rock. Daarnaast hebben ze een goede distributie (via Universal). De keuze was dan ook vlug gemaakt. Finland mag dan een klein landje zijn, maar Spinefarm is echt wel een groot label.
Door die zoektocht naar een nieuw label, vermoed ik dat jullie heel wat materiaal klaar hadden toen jullie de studio indoken?
We hebben hard gewerkt aan het nieuwe album. We hadden heel wat songs klaar. Ik denk dat we een dertigtal demo’s klaar hadden met nummers. Toch bleek dat nog niet voldoende te zijn om het album gevuld te krijgen want er waren toch nog heel wat songs bij waarbij we een gevoel hadden dat ze nog niet helemaal klaar waren. We hebben dan nog maar enkele nieuwe songs geschreven toen we in de studio zaten. We wilden ook alle songs die op het album kwamen tot in de puntjes afwerken en dat betekent hard labeur in de studio.
Jullie hebben ook voor de eerste keer een album in eigen land opgenomen?
Raar hé. Het leek ons een goed idee om de nieuwe plaat in ons thuisland op te nemen. Spinefarm was daar mee akkoord, dus was die zaak vlug beklonken. We gingen opnieuw in zee met Bob Marlette die ons ook hielp bij ons debuut. Voorde mix trokken we opnieuw naar Mike Frasier waarmee we samenwerkten voor No Guts, No Glory. En ik moet zeggen, die gasten hebben een fantastische job gedaan.
Wat is voor jullie de betekenis achter de albumtitel?
Breakin’ Outta Hell gaat over alles loslaten. Het idee is ontstaan door de problemen met het label. Dat zorgde voor heel wat miserie en stress. Op een gegeven moment moet je al dat gedoe kunnen loslaten of je wordt depressief. Je wordt ontslagen, je lief maakt een einde aan de relatie. Je gaat op dat moment door een persoonlijke hel maar je mag niet bij de pakken blijven zitten en op een bepaald moment moet je dat kunnen afsluiten en je terug in het leven storten.
Airbourne wordt door heel wat mensen gezien als een jonge versie van AC/DC omdat de muziek die jullie maken nauw verwant is met het geluid dat jullie landgenoten produceren. Hebben jullie daar een probleem mee?
We zijn zelf grote AC/DC-fans. We zijn opgegroeid met hun muziek en voor ons is het een eer als de mensen ons met hen vergelijken. Zelf houden we vooral van rock’n roll in zijn algemeenheid dus zowel de oude als de nieuwe invloeden die je bij Airbourne hoort, komen uit die hoek. Onze invloeden komen ook niet altijd van de grote namen. Onlangs ontdekten we de band KIX en de muziek van die jongens heeft zeker zijn sporen nagelaten bij het schrijven van de nieuwe songs. Echt KIX is een gave band.
Zijn er speciale tekstuele thema’s die jullie nauw aan het hart liggen en die jullie in de songs gieten?
Niet echt. We maken vooral songs over je goed voelen, plezier maken, je miserie vergeten, drinken en seks. Op dit album is er misschien een uitzondering en dat is It’s All For Rock ’n Roll wat een ode is aan Lemmy van Mötörhead.
Jullie zijn nu volop aan het toeren. Zijn er nog landen waar jullie graag eens willen spelen?
We zouden wel eens graag naar Zuid-Amerika trekken. Er is daar veel vraag naar ons maar logistiek is het allemaal niet zo simpel om dat op poten te zetten. We hopen echter dat we in 2017 ook daar voet aan wal kunnen zetten. Verder hopen we ook Rusland eens te bezoeken en dan is er ook nog de Aziatische markt. Dat is een zeer grote markt en de middenklasse wordt daar steeds groten en groter zodat er heel wat mensen afkomen naar de shows.
Hoe is het dag in dag uit samen te leven en werken met je broer?
Dat gaat tot nu toe heel goed. We slagen er goed in om eventuele problemen vlug op te lossen en familiale problemen nemen we ook niet mee naar de band. Airbourne is het allerbelangrijkste in ons leven en ook het belangrijkste onderwerp tijdens onze gesprekken. We willen de band altijd maar beter maken. We zitten daarmee op dezelfde golflengte en dus vliegen we mekaar zelden in de haren. (lacht)
Nog een slotwoordje voor de fans?
We zijn heel trots op onze nieuwe plaat. Hou je zeker niet in om het in huis te halen en wees maar zeker als je er naar luistert, zal je er zeker een stevig drankje bij nodig hebben.
0 reacties