Op een regenachtige woensdagavond was het buiten dringen aan de ingang van de bekendste Belgische concertzaal, AB te Brussel. Ondanks de zeker niet te onderschatten voorprogramma’s, kwam toch zo goed als iedereen voor de hoofdact van de avond: Sum 41. De Canadese poppunkers verkochten de zaal in no time uit met hun eerste Belgische zaalshow in ondertussen al zeven (!) jaar. Met hun concert op Graspop later dit jaar al aangekondigd gingen wij al eens kijken wat de poppunkers nog kunnen brengen na alle woelige jaren die ze net achter de rug hebben.
De avond begon met het Antwerpse F.O.D. dat de vroege vogels in de AB mocht verwelkomen. De band liet al vanaf de eerste noot merken dat hij een goede portie skatepunk kan spelen, zoals tijdens de hoogdagen van Bad Religion, Lagwagon en The Offspring. Met de vlam in de pijp speelden ze een set waar veel andere bands u tegen kunnen zeggen. Tijdens de oudere nummers werd er door een aantal fans ook meegezongen, iets wat de sfeer enkel ten goede kwam. De imposante Stijn De Waele wist als backing vocalist de aandacht tijdens het optreden ook naar zich toe te trekken door een dansje te doen op het podium, het publiek te vragen om te klappen, als een echte volksmenner. Kortom, de band speelde zeer strak en heeft naar alle waarschijnlijkheid ook een aantal fans weten te veroveren. Zeker een van de beste openers die de AB had kunnen kiezen.
Na F.O.D. was het tijd voor de vreemde eend in de bijt: de Canadese indie rockers van Hollerado. De band begon nogal braafjes aan zijn set en een deel van het publiek keek dan ook met argusogen naar de show terwijl zanger Menno Versteeg zijn beste Frans bovenhaalde om met het publiek te praten. Naarmate het concert vorderde ging de band ook ‘extremer’ spelen en kwamen er lange gitaarsolo’s waarbij het tempo de hoogte in ging en het publiek al beter reageerde dan in het begin. De muziek van de band is doorspekt met catchy refreinen en pakkende boodschappen, maar sloeg bij weinig mensen in het publiek aan. Hierdoor bleef de band spijtig genoeg toch maar vreemd geplaatst tussen F.O.D. en Sum 41.
Dan was het eindelijk het moment voor Sum 41, het witte doek werd opgehangen om het extra spannend te maken voor het publiek, maar al voor de intro viel hij naar onder. Na de intro met samenraapsels van nummers van onder meer AC/DC en the Beastie Boys begon de band eraan met de opener van 13 Voices: A Murder of Crows. Het geluid stond nog niet helemaal scherp gesteld en het publiek kende het nummer nog niet zo goed. Hierdoor begon het optreden spijtig genoeg met een ietwat valse noot. De band stond nochtans al vanaf het eerste moment scherp en wou het publiek zeker meer dan tevreden naar huis laten gaan. Met Fake My Own Death zat het geluid goed en begon het publiek helemaal los te gaan, er werd luidkeels meegezongen, gemosht… Alles gebeurde onder het goedkeurende oog van Sum 41. Even later toen de band The Hell Song inzette leek het haast alsof er een bom was ontploft. Iedereen zong, danste, sprong, moshte zich een weg doorheen de hele vloer. Niemand stond nog stil en bij momenten werd de band zelfs overstemd door het publiek! Hierna werd het een bloemlezing uit de gehele discografie van de band waarbij zowel de snelle als tragere nummers aan bod kwamen. Mooi was het toen zanger Deryck het nieuwe nummer War opdroeg aan de Sum 41-family, die hem er terug bovenop hebben geholpen tijdens moeilijke tijden.
Na dit kleine rustpuntje in de show was het dan weer tijd geworden om de stevigste nummers uit de kast te halen en dit gebeurde ook met het nummer Grab the Devil By the Horns and Fuck Him Up the Ass, waarbij teruggekeerde gitarist Dave Brownsound ook uitpakte met Paranoid van Black Sabbath. Het metalmoment werd gewoon verdergezet met We’re All to Blame, wat ervoor zorgde dat er een gigantische moshpit ontstond in de midden van de zaal. Tijdens Makes No Difference ging zanger Deryck naar het B-podium in het midden van de zaal om er With Me te zingen. De knipoog naar de grote helden van de band zijn nooit ver weg en met de punkcover van We Will Rock You van Queen ging de temperatuur in de zaal nog maar eens de hoogte in en werd het einde van de set ingezet. Met Still Waiting en monsterhit In Too Deep eindigde de band de reguliere set met twee forse bommen die geweldig goed onthaald werden door het publiek.
Na een kleine ombouw waarbij er een echte buffetpiano op het podium werd geduwd zette zanger Deryck Whibley na enige aarzeling Crash in, samen met Pieces was dit een rustig momentje waarbij de zanger en de fans ‘intiem’ konden zijn in de grote zaal van de AB. Na die andere monsterhit Fat Lip, waarbij het publiek opnieuw helemaal wild werd, ging de band nog eens het podium af om van kostuum te wisselen. Volledig in metaloutift gekleed betrad ‘Pain For Pleasure‘ het podium om het gelijknamige nummer te brengen. Toen het concert er finaal opzat had het publiek nog honger naar meer en probeerde de band te overtuigen door Fat Lip opnieuw te zingen. Spijtig genoeg hielp het niet, maar met maar liefst 25 nummers mocht het publiek zeker tevreden naar huis terugkeren! Later dit jaar op Graspop kan het wel eens een steviger feestje worden dan er verwacht wordt!
0 reacties