Life Of Agony heeft samen met Soundgarden een belangrijk deel van mijn jeugdjaren bepaald. Het waren de enige bands waar ik toen een t-shirt van droeg. Het waren vrijwel ook de enige t-shirts die ik had. Veel geld was er daar allemaal niet voor in het begin van de jaren 90. Het brengt me terug naar een tijd waar er elke week wel een fuif was waar River Runs Red, de klassieker uit het legendarische gelijknamige debuut, door de zaal geknald werd. Wegens geldgebrek de pinten van een ander uitdrinken of overal de overgebleven klikjes ledigen hoorde daar ook bij. Ik was toen nog klein en tenger, maar wel erg snel, dus ik hield er nooit een blauw oog aan over. Omdat Life Of Agony doorheen die periode een erg belangrijke plaats innam, word ik nog steeds enorm opgewonden als er nog eens nieuw plaatwerk van de New Yorkers op uitkomen staat.
Na River Runs Red moest Ugly voor de grote doorbraak zorgen. De metalkoers liet men zachtjes varen voor een zware rocksound en het maken van échte songs met kop en staart. Het was een hoogdag toen mijn pa op een vrijdag na school die schijf, waar ik trouwens een maand mijn zakgeld voor aan de kant had gelegd, in mijn handen duwde. Internet bestond nog niet en dus had je nog niet de luxe om al op voorhand eens te luisteren. Toen was het echt nog een verrassing om een nieuwe plaat te beluisteren. Ik heb er weken non-stop naar geluisterd, tot ik elk woord van buiten kende. Daarna kwam Soul Searching Sun. Wat was me dat een tegenvaller zeg! Keith Caputo en kornuiten waren nog meer afgedwaald richting rock. Op zich niet verkeerd ware het niet dat de kwaliteit van het songmateriaal duidelijk een stuk minder was. Het album leidde ook de zwanenzang van de ooit zo veelbelovende band in. Acht jaar later besloten de heren het nog eens een kans te geven waarvan Broken Valley het resultaat was. Het is tot op de dag van vandaag een sterk ondergewaardeerd plaatje met enkele goeie rocksongs waar de sound van Stone Temple Pilots een zware stempel op drukte. De jaren die volgden waren woelig, ondermeer door de transformatie van Keith naar Mina Caputo. Toen iedereen nog maar eens dacht dat het gedaan was met de band, begonnen ze ineens weer op te treden. De shows lieten een herboren Mina zien met een band die er zin in had. En nu, twaalf jaar na Broken Valley, is het er dus toch van gekomen en krijgen we op een mooie lentedag A Place Where There’s No More Pain voor de kiezen. Op basis van de zwaarmoedige titel wordt een kopstoot van jewelste verwacht. Als de verwachtingen erg hoog gespannen zijn, is de kans altijd groot dat het uiteindelijk een teleurstelling wordt.
Een onheilspellende intro maakt de baan vrij voor de eerste binnenkomer Meet My Maker. De song leunt op een zware groove en logge gitaren zoals we die ook van Alice In Chains kennen. De unieke stem van Mina heeft een grungy feel in zich waardoor je meteen terug naar de jaren 90 gekatapulteerd wordt. Het is toch even wennen. Right This Wrong groovet zo mogelijk nog harder terwijl het tempo van Meet My Maker wordt aangehouden. Ook hier horen we een vrij laag en traag zingende Mina. De transformatie naar vrouw heeft alvast geen effect gehad op de stembanden van de sympathieke dame. Naar het einde toe passeert er nog een vette, stampende riff waarop Mina voluit gaat. Onder de indruk zijn we echter nog niet.
Derde song van de plaat is het titelnummer en meteen ook de eerste single. Een song die elke fan ondertussen al wel gehoord heeft. Het is een uitstekend en erg pakkend nummer met een meezingbaar refrein. Ondanks de zwaarmoedige titel is het nog één van de meest vrolijke songs van de plaat. Met Dead Speak Kindly wordt weer volop ingezet op de zware groove van de eerste nummers. Mina trekt in het refrein echter alle registers open waardoor het toch makkelijk in het gehoor ligt. A New Low pakt de zaken toch een stuk anders aan. Het is een contrastrijke song met breed uitwaaierende gitaren en een logge baslijn waarop Mina nogal bezwerend zingt. Het refrein knalt er echter telkens uit met zijn hakkend drumwerk en hoge uithalen. Het is een eerste buitenbeentje op de plaat en een welkome afwisseling tussen de anders toch wel uit hetzelfde vaatje tappende songs. En zo zijn we alweer halverwege.
World Gone Mad zet het tweede deel van de plaat in. De song begint met bijna exact dezelfde riff die we in het voorgaande A New Low al hoorden. World Gone Mad ontpopt zich echter als een leuke rocksong met een vlot tempo en aanstekelijk refrein, een typische Life Of Agony song dus. In Bag Of Bones waart de geest van Type O Negative rond. Hier bedient Mina zich van een veel hoger stemgeluid en legt ze enorm veel gevoel in haar zang waardoor het meteen één van de beste songs van de plaat wordt. Misschien moet Mina op een volgende plaat wel wat meer voor deze aanpak kiezen. Het klinkt alvast verfrissend!
Daar is die zware groove weer! Met Walking Catastrophe bewijst Life Of Agony nog eens de onbetwiste koning van de groove te zijn. Ook hier zingt Mina de sterren van de hemel. In Song For The Abused wordt er met contrasten en sferen gespeeld. Aanvankelijk lijkt de song nogal onsamenhangend te zijn. Niets is echter minder waar. Er is een mooie opbouw naar een fel rockend refrein. Little Spots Of You kan eerder als een outro aanzien worden. De diepe, zwartgallige zangstem wordt begeleid door een minimalistische pianoriedel en een stel violen. Mina zingt tot het einde op nagenoeg dezelfde toon en de plaat sterft een stille dood. Eigenaardig einde van een verder best wel heavy plaat.
A Place Where There’s No More Pain kan in de verste verte niet tippen aan het legendarische River Runs Red. Daar hadden we eerlijk gezegd ook niet op gerekend. De plaat gaat nog het meest de richting van Ugly uit, maar dan zonder de hoge kwaliteit van de songs. De nieuweling doet het wel een stuk beter dan Soul Searching Sun en iets beter dan Broken Valley. A Place Where There’s No More Pain is dus niet wereldschokkend maar mag zeker gehoord worden. Fans die al jaren op hun honger zitten, mogen dus op beide oren slapen.
0 reacties