Zich op een weekdag vanuit de uithoek van het land naar Vosselaar begeven is steeds een heikele kwestie. Voor drie jonge, talentvolle bands hebben we het er echter graag voor over. We vertrekken om 17u en arriveren rond 19.45u. Afklokken op 2 uur en 45 minuten, dat is niet slecht gereden over een afstand van 160 km, denken we cynisch. Het Deense Shotgun Revolution is op dat moment al bezig.
Voorprogramma’s en hun geluid, het levert vaak problemen op. Shotgun Revolution blijft hier gelukkig redelijk van gespaard. We zijn niet vertrouwd met het werk van de Denen, maar merken al snel dat we met een volbloed rock ‘n’ roll band te maken hebben. Een lichte ‘southern feel´ completeert hun sound. Denk aan iets tussen Black Stone Cherry en The Answer in en je komt al een heel eind. Vooral frontman Ditlev Ulriksen weet de nodige aandacht naar zich toe te trekken. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en hij weet dan ook menig handje in de lucht te krijgen.
Shotgun Revolution is op het podium een geoliede machine. Laat op de avond hebben we nog een gezellige babbel met Ditlev. Hij vertelt dat het voor hem een speciale avond is omdat er enkele kinderen in de zaal aanwezig zijn. Het ontroert hem omdat het hem aan zijn eigen kinderen doet denken die thuis op hun papa wachten. Hij is dan ook blij dat hij overmorgen zijn kindjes terugziet.
Daar waar Shotgun Revolution live een geoliede machine is en op plaat nog wat werk heeft, merken we bij het Zweedse One Desire het tegenovergestelde. One Desire pakte onlangs met hun gelijknamige debuut nog groots uit. Het was lang geleden dat we nog zo onder de indruk waren van een debuut album. De internationale pers ontving het debuut unaniem lovend en kwam superlatieven tekort. En terecht, want de gestroomlijnde melodieuze hard rock kunnen we tot het beste rekenen dat we de laatste jaren te horen kregen.
Met One Desire is de nieuwe Def Leppard opgestaan! Dolenthousiast en met torenhoge verwachtingen keken we naar dit optreden uit. Als de Zweden het podium betreden worden ze dan ook warm onthaald. Na de eerste song zijn de reacties echter lauw. Wat een teleurstelling ook! Zanger/gitarist André Linman zingt op plaat de sterren van de hemel. Live moet hij zich echter in allerlei bochten wringen om zijn stem hetzelfde elan te geven. Hij trekt de raarste grimassen om de hoge noten er toch maar deftig uit te persen. En dan nog lukt het niet. André lijkt het hele optreden met zichzelf te worstelen. Hij ziet er erg onzeker uit en getuigt tussen de songs door van een gebrekkige communicatie met het publiek. Bovendien staat het geluid erg slecht afgesteld. De balans is compleet zoek. Sterke songs als Hurt en Apologize missen daardoor compleet hun doel. Een gemiste kans voor deze heren. Of ze zich nog kunnen herpakken zal de toekomst uitwijzen. Van een koude douche gesproken…
Dé band waar het vanavond uiteindelijk allemaal om te doen is, is natuurlijk het eveneens uit Zweden afkomstige Eclipse! De Zweden zijn samen met hun landgenoten van H.E.A.T. zowat het beste wat we de laatste jaren op het vlak van melodieuze hard rock te horen kregen. Beide bands worden vaak in één adem genoemd ondanks het feit dat hun sound nogal verschilt. Eclipse geeft iets meer ‘gas’, om het even simpel uit te drukken. Zowel op plaat als live zijn beide bands echter aan elkaar gewaagd. In 2015 zorgde Eclipse nog voor een schitterend feest in de Biebob. We waren dan ook in party modus net voor het begin van hun show. Zoals te verwachten wordt er afgetrapt met de openingssong van hun nieuwe meesterwerk Monumentum. Met Vertigo vliegen ze er dan ook meteen stevig in. Manusje-van-alle Erik Martensson raast als een wildeman over het podium en krijgt direct de hele zaal op zijn hand. Daarna volgt de ene kraker na de andere met het accent op de laatste plaat. Het maakt allemaal niets uit want we moeten de Zweden nog steeds op een zwakke song betrappen. Ze hebben hun trademark sound en een kniesoor zegt al wel eens dat al hun songs op elkaar lijken, maar is dat niet bij de meeste topbands zo? Waarom zou je een goed recept veranderen? Zolang het hits als Killing Me, Hurt en Black Rain oplevert, zal je ons niet horen klagen!
Halverwege de set bewijzen de sympathieke jongens ook akoestisch goed hun mannetje te kunnen staan. Het akoestisch intermezzo bestaat uit het drieluik Live Like I’m Dying en Wide Open van Armageddonize en Battlegrounds van hun doorbraak album Bleed & Scream. Wat een rasartiest is die Erik toch! Zijn stem is echt ongenaakbaar! Runaways sluit de reguliere set af. De zaal heeft er duidelijk nog lang niet genoeg van en roept de band al terug nog voor ze helemaal van het podium verdwenen zijn.
Enkele minuten later zijn de helden daar terug om het feest verder te zetten. Hoe kan dat beter dan met I Don’t Wanna Say I’m Sorry. Wat een song! Met Bleed & Scream zetten ze onherroepelijk het einde in. Superlatieven schieten alweer tekort om uit te drukken hoe goed deze heren zijn. Hoe is het mogelijk dat de radio deze muziek niet oppikt? We zullen het nooit begrijpen. Eclipse heeft alles: de looks, de sound, de songs, de stem… We willen ook nog eens wijzen op het gitaarwerk van Magnus Henriksson dat van een torenhoog niveau is. Bassist Magnus Ulfstedt steelt de show met zijn Nikki Sixx looks en drummer Philip Crusner is een ware acrobaat!
Het geluid stond deze keer minder goed afgesteld dan in 2015 maar door het sterke spel valt dit nauwelijks op. Goede bands maken indruk ondanks een minder geluid. Nadien maken de Zweden uitgebreid tijd vrij voor hun fans. Jong en oud gaat op de foto, dit alles in goede banen geleid door een sympathiek Zwitsers koppel. De heer blijkt hun tourmanager te zijn. Zoals vaak is het echter zijn vrouw die de lakens uitdeelt. Het was weer een avondje om in te kaderen, ja, eentje om nooit te vergeten! Bedankt Eclipse!
0 reacties