De jongens van de Belgische hardrockformatie Wildheart hebben hun zaakjes goed voor elkaar. Sinds vorig jaar hebben ze in thuishaven Ninove hun eigen festival waarmee ze hun favoriete genre in de spotlights willen zetten. Daarbij deinzen ze er niet voor terug om risico’s te nemen door vrij onbekende, buitenlandse acts op het programma te zetten. Een organisatie die zijn nek durft uitsteken dus, en dat is tegenwoordig een zeldzaamheid. Vorig jaar wisten ze met de in extremis aan de affiche toegevoegde Britse band The Treatment en headliner Crazy Lixx twee toppers te strikken. Voor deze editie gingen ze echter nog een stapje verder. Naast Wildheart nog één Belgische act en voor de rest twee Noorse, een Noord-Ierse, Schotse en Duitse band op de bill! Wij waren alvast in onze nopjes!
Door de verkeersellende in en rond Ninove en het gebrek aan parkeerplaatsen in de buurt van JC De Kuip betreden we de zaal als Nightmare BE al het laatste nummer heeft ingezet. We zien nog net een band die er vol tegenaan gaat. Het geluid zit goed en je hoort direct dat het gezelschap uit een stel degelijke muzikanten bestaat. Een wel erg korte eerste kennismaking dus, maar wel één die doet verlangen naar meer. Wie de Antwerpenaars nog niet kent, kan alvast de videoclip Baby Let Go op youtube checken. We houden de heren in de gaten!
JC De Kuip is een middelgrote zaal en is tegen dat het Noorse rariteitenkabinet Suicide Bombers aan zijn set begint al half gevuld. We kenden de band niet maar hadden vooraf al even enkele videoclips zien passeren en die beloofden veel goeds. Suicide Bombers speelt harde sleaze met een punkmentaliteit. Ze hebben lak aan alles en iedereen en stralen dat ook uit. Ze doen waar ze zin in hebben en het maakt hen op de één of andere manier erg sympathiek. Na een introtape waarbij de bandleden worden aangekondigd met de namen ‘The Sleaze Fuhrer’, ‘The Sex Gunslinger’, ‘The Thunder Mechanic’ en ‘The Beat Commando’, vliegen ze erin met Ready for Tonight, de eerste single van hun nieuwe album Suicide Idols.
De Noorse ‘happy four’ klinken live al even vuil en ranzig als op plaat en hebben een dito uitstraling. Helaas slaat de vonk op dit veel te vroege uur niet over op het publiek. Zet dit gezelschap enkele plaatsen hoger op de bill en een vette party is verzekerd! Let’s Rock ‘n’ Roll is de veelzeggende titel van de volgende song. Stilstaan is moeilijk op dit soort lekkere meezingdeuntjes. Next World War en Suicide Idol, beiden ook al van de nieuwe plaat, zetten het gezapige feestje verder. Van het debuut Suicide Bombers horen we naast het eerder genoemde Let’s Rock ‘n’ Roll ook nog Easy Access passeren. Het fantastische Bladerunner (Tokyo Nights) maakt helaas al een einde aan de rock ‘n’ roll party.
Quote van de dag komt trouwens op naam van frontman Chris Damien Doll alias The Sleaze Fuhrer: ‘Next song is about politics and the problems we have in Europe nowadays… Oh fuck, just another song about sex!’ Van deze band willen we nog veel meer horen en zien. En dat de heren graag een lekker Belgisch biertje lusten, wordt in de loop van de dag al snel duidelijk als we hen, en dan vooral zanger The Sleaze Fuhrer steeds meer al waggelend door de zaal zien sukkelen. Suicide Bombers is de verrassing van de dag!
Zonder Wildheart bestaat Wildfest niet en dus is er ook geen Wildfest zonder Wildheart. De Ninovieters spelen een thuismatch en het is er aan te zien. Ineens schaart zich wel heel veel volk voor het podium. Wildheart heeft in de loop van de jaren ontzettend veel opgetreden en dat begint te lonen. Al van bij opener On The Run zit de sound perfect. Het publiek heeft er nu wél zin in en de eerste danspasjes worden ingezet.
De band is goed op dreef en na de snelle opener volgen het meer mid tempo Get Up (Fight Back) en de melodieuze rocker On My Way. De sfeer zit er al goed in als de band ineens het podium verlaat. Het is de bedoeling om midden in hun set hun nieuwe videoclip voor de song Lovehunter voor te stellen. Helaas laat de apparatuur het afweten en komt de video slechts in horten en stoten door. Het idee was goed maar de uitvoering helaas niet. Misschien was het beter geweest om dit te doen na het laatste nummer. Een Spinal Tap-momentje op Wildfest, moet kunnen! Bij thuiskomst hebben we de video alsnog gecheckt en die zit goed ineen. De video maakt vooral duidelijk dat de jongens zichzelf niet té serieus nemen en dat is altijd een goede ingesteldheid. Na dit mislukt intermezzo is de sfeer een beetje zoek. De band laat er zich niet door uit het lood slaan en zet de show verder met nieuwe song A Stranger’s Eyes. Net zoals in veel van hun andere songs valt hier het hoge Dokken-gehalte op. Vermits Dokken niet meer bestaat – een mislukte reünieshow hier en daar om snel wat te cashen niet meegerekend – is dat zeker niet verkeerd!
De beste songs houdt Wildheart voor het laatst. Het schitterende Never Let Go met zijn catchy refrein doet de zaal meebrullen. Als laatste wordt een perfecte uitvoering van Whitesnake’s Still of the Night neergezet. Vooral de oude rockers reageren hier uitzinnig op. Het valt op dat de band het laatste jaar een grote stap voorwaarts gezet heeft. Alles klinkt nog een stuk strakker dan voorheen, de twee gitaristen wisselen de ene vingervlugge solo na de andere af en vooral de zang van Farty is toonvaster dan ooit. Hopelijk wachten ze niet te lang met een opvolger van het sterke gelijknamige debuut van vorige lente.
Naar het Noord-Ierse Maverick keken we enorm uit! Het vijftal speelde eerder al in onze contreien op Skullfest en daar hadden ze door hun sterke live performance en sympathieke uitstraling heel wat nieuwe zieltjes voor zich gewonnen. De Noord-Ieren spelen melodieuze hard rock met een harde rand en moderne twist. Denk aan een betere versie van Skid Row en je komt in de buurt. Spilfiguur is de flink uit de kluiten gewassen zanger David Balfour. De jongen heeft het uiterlijk van een Hells Angel maar is el simpático zelve. Hij weet van bij aanvang een goed contact met het publiek te leggen en straalt van de positieve energie. Bovendien heeft de spierbundel een erg krachtig en helder stemgeluid.
Daar waar andere bands vaak beter klinken op plaat dan live, doet Maverick er live nog een flinke scheut power bij. Bij momenten raast David als een bezetene over het podium. Ook de rest van de band speelt met de glimlach. Het is echt hartverwarmend om naar te kijken. Alle songs, op eentje na, komen van het geweldige laatste album Big Red. De eerste drie nummers worden zelfs in volgorde van de plaat gespeeld, namelijk All For One, Free en het ronduit sublieme The One. Maverick pakt al snel de hele zaal in.
Beyond The Gates, Mademoiselle, Forever en Asylum volgen elkaar in sneltempo op. Nog voor we het beseffen is het laatste nummer daar al. In Our Blood is de afsluiter en de enige song uit de al even indrukwekkende vorige plaat Quid Pro Quo. De hele set lang valt David op geen valse noot te betrappen. De positieve ingesteldheid, de tomeloze energie, de puike songs en het krachtige geluid maken dit tot het beste optreden van de dag! Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat na de show de merchstand overrompeld wordt. Het zou ons sterk verbazen mochten we hier in de toekomst niet nog veel meer van horen! Hopelijk worden ze snel opgepikt door een grote band om mee te touren. In de categorie jonge, talentvolle bands met tonnen energie passen ze perfect in het rijtje Eclipse, H.E.A.T. en Inglorious.
Daarna de moeilijke taak aan meidentrio The Amorettes om dit te overtreffen. De drie Schotse dames doen het zonder rokjes en stiletto’s, en staan hun mannetje op het podium. Vol overgave razen ze door hun set. Zelf zijn we minder vertrouwd met het répertoire van The Amorettes. Ze spelen vuile rock ‘n’ roll in de stijl van Motörhead. Alles wordt retestrak – hoe kan het ook anders, het zijn dames – neergezet.
Frontvrouw Gill Montgomery heeft een agressieve doch melodieuze strot en staat wijdbeens en met de gitaar laag – op zijn Lemmy’s dus – voor haar microfoon. Drumster Hannah McKay slaat keihard op haar vellen en haar zusje Heather op basgitaar is de headbangster van het drietal. Erg leuk om naar te kijken en de songs zijn niet verkeerd. Na enkele nummers begint alles helaas wat op elkaar te trekken en heb je het wel gezien. Goed optreden zonder meer.
We vroegen ons vooraf al af waarom het Noorse Niterain zo hoog op de affiche staat. Op plaat is het viertal geen hoogvlieger. We gaven ze echter het voordeel van de twijfel. Dat voordeel wordt al snel aan diggelen geslagen. Als Niterain aan zijn show begint, staat het geluid nog niet goed afgesteld en klinken de backings veel te luid in verhouding tot de zang van frontman Sebastian Tvedtnaes wat tot lachwekkende taferelen leidt. Gelukkig wordt dit euvel snel opgelost. Zanger Sebastian straalt enorm veel energie uit en pakt het podium helemaal in maar helaas gaat dat ten koste van zijn zang. Hij is helemaal niet toonvast en springt van de ene valse noot op de andere. De gebronzeerde blonde god met de stralend witte tanden doet het echter wel goed bij de vrouwtjes. Die staan ineens in groten getale vooraan en lijken zich niet te storen aan zijn gekweel.
Niterain beschikt echter wel over een erg sterke gitarist die luistert naar de bombastische naam Adrian Persen Steihaug. Die maakt in zijn eentje veel goed! Muzikaal heeft Niterain veel weg van Mötley Crüe. Hun eigen songs kunnen daar echter bijlange na niet aan tippen. Blijkbaar moeten ze het zelf ook ergens beseffen want de Noren storten zich vol overgave op enkele covers die gelukkig wel goed uitpakken. De eerste is een keiharde uitvoering van de Deep Purple klassieker Highway Star. Tweede in het rijtje is You Really Got Me van The Kinks. Geen slechte zet die covers, want het publiek lust er wel pap van. Met de laatste cover krijgen ze alsnog de hele zaal in beweging, al zijn we dan tevens ook aan de laatste song van de set gekomen. Fight for your Right van Beasty Boys wordt door iedereen luidkeels meegebruld. Al bij al dus een onderhoudende show ook al blijft er iets knagen. We hadden namelijk liever Maverick op de positie van Niterain gezien.
Net als vorig jaar met Crazy Lixx wist de organisatie voor deze editie met het Duitse Kissin’ Dynamite weer een grote naam te strikken. De nog steeds erg jonge band was vorig jaar met Generation Goodbye al aan zijn vijfde album toe. Ze oogstten reeds bescheiden successen met hun voorgaande platen maar met Generation Goodbye wisten ze vriend en vijand te verrassen. De heren zijn niet voor één gat te vangen en combineren pompeuze metal met melodieuze hard rock en sleaze. Hun sound is vrij eigenzinnig maar als we toch moeten vergelijken zijn er misschien nog het meeste raakvlakken met het Zweedse The Poodles.
Tot dan toe zat het festival redelijk op schema en was het de bedoeling dat Kissin’ Dynamite om 23 uur aan zijn set zou beginnen. Wat er precies is fout gelopen hebben we het raden naar, maar volgens ons waren er problemen tijdens de soundcheck. Het wachten duurde wel heel erg lang en links en rechts hoorden we al wat gemor in het publiek. Ergens wel begrijpelijk want het was al een lange dag geweest en het bier had al rijkelijk gevloeid. Hier en daar zag je mensen naar huis vertrekken. Net toen we aan Guns ’n Roses toestanden begonnen te denken, werd dan toch het startschot gegeven. Met maar liefst drie kwartier vertraging begint Kissin’ Dynamite met het titelnummer van de laatste plaat aan zijn show. Het geluid staat op dat moment nog niet helemaal goed afgesteld. Zo verzuipen de gitaren in de luide bastonen. Daar waar de basdrums bij alle voorgaande bands net genoeg hoorbaar waren, is het nu het andere uiterste. Ook staan de backings erg hard en blazen ze de zang van frontman Johannes Braun helemaal weg. Het leidt tot hilariteit in de zaal want vooral de zang van Johannes’ broer Andre klinkt werkelijk zo vals als een kat! Gelukkig wordt er snel een mouw aan het probleem gepast. De jonge Duitsers spelen verder echter zelfverzekerd en met de borst vooruit.
Vooral zanger Johannes voelt zich als een vis in het water. Van bij het begin betrekt hij het publiek in de show. Helaas haalt hij niet al zijn noten en laat hij zijn zanglijnen op cruciale momenten over aan het publiek. Al snel wordt een polonaise ingezet. De polonaise houdt vrijwel het hele optreden stand en wordt, zoals het de bedoeling is, steeds langer. Dus ondanks het late aanvangsuur wordt het toch nog een feestje in De Kuip. De ‘hitjes’ Money, Seks and Power en DNA volgen, tot groot jolijt van het publiek. Om de bombastische sound wat kracht bij te zetten loopt volgens ons een bandje mee. In deze moderne tijden is daar niets mis mee als het de sound ten goede komt. De band vindt een goed evenwicht in de set want zowat alle platen komen wel aan bod. Van het laatste album horen we onder andere nog de meezingers She Came She Saw en Somebody to Hate passeren. Wegens andere afspraken halen we helaas het einde van de set niet meer. Na het onvermijdelijke Hashtag Your Life, dat door de hele zaal wordt meegebruld, besluiten we dat het welletjes is geweest. We verlaten met een goed gevoel de zaal en we zijn nu al zeker dat we volgend jaar weer van de partij zijn. Met een 300 tal bezoekers is het ook voor de organisatie een succesvolle dag geweest. Iedereen tevreden dus en zo hoort het ook!
0 reacties