In de aanloop naar de zomerfestivals komen traditioneel heel wat bands met nieuw werk opdagen. Zo komt ook de IJslandse band Sólstafir met zijn zesde langspeler, Berdreyminn, aankloppen. Met het vertrek van Guðmundur Óli Pálmason, oprichter/drummer van de band, was het afwachten of Sólstafir de hoge verwachtingen na Ótta verder kan inlossen. Of het post-metalgezelschap in deze opdracht slaagde lees je hier.
Dat Sólstafir voor een moeilijke opdracht stond, is een feit. De band uit Reykjavík, bestaande uit Aðalbjörn Tryggvason (guitars, vocals), Svavar Austman (bass) en Sæþór Maríus Sæþórsson (guitars) moest op zoek naar een nieuwe drummer na het vertrek van Guðmundur Óli Pálmason. De plaats op de drumkruk wordt nu ingenomen door Hallgrímur Jón Hallgrímsson, die ons verder onbekend is.
Drie jaar na Ótta komt Sólstafir, onder het label Season Of Mist, met een langverwachte opvolger, Berdreyminn. Een album dat best enkele luisterbeurten geniet, of beter gezegd een groeiplaat. Dat de meningen omtrent deze langspeler vrij uiteenlopend zijn is dan ook niet vreemd. Na een tijd is duidelijk dat Berdreyminn een album is van hoogtes en laagtes. Waar zang en muzikaliteit van de band hoogtij vieren, moet gezegd dat het drumwerk wat basic klinkt over de ganse lijn. Alsook de songstructuur die wat in herhaling valt is een minpunt.
Met openingstrack Silfur-Refur krijgen we meteen wat we van Sólstafir kunnen verwachten. Na een korte introductie krijgen we de atmosferische, melodieuze klanken en levendige baslijnen die bij de sound van Sólstafir thuishoren. Na amper zeven minuten lijkt het alsof we worden weggeplukt uit de dagdagelijkse wereld, en wegdromen naar de IJslandse vlakte. De gemartelde emotie in de zanglijnen van Aðalbjörn Tryggvason brengt dit nummer naar een hoger niveau. Silfur-Refur behoort dan ook tot de betere songs van dit album.
Het daaropvolgende Ísafold, tevens het kortste nummer van deze plaat, is de vreemde eend in de bijt met een new wave gitaardeuntje. Hier zijn vooral de drums van ondermaats niveau, waardoor het geheel wat saai gaat klinken. Gelukkig weet Sòlstafir hierna meteen uit te pakken met het prachtige Hula. Een simpele pianomelodie en blazerssectie laten je zweven bij de rustgevende klanken. Een koor zorgt voor een eerste epische touch.
Ook het in tempo wisselende Nárós is een van de betere tracks op dit album. Hier levert Hallgrímur Jón Hallgrímsson een mooie bijdrage met de betere drumpartijen van deze plaat. Met Hvít Sæng, Dýrafjörður en Ambátt volgt Sólstafir hetzelfde recept als bij voorafgaande nummers, met dezelfde kleine tekorten. Terwijl we tevreden zijn met wat we te horen krijgen, voelen we ons ook wat achtervolgd door de terugkerende songstructuur.
Als laatste krijgen we met Bláfjall de perfecte afsluiter voor dit album. Een nummer waarbij alles naadloos in elkaar lijkt te vloeien en het spoor iets verschilt van zijn voorgangers. We kunnen dan ook met een goed gevoel afronden.
We kunnen stellen dat Sólstafir na Ótta zijn winnende formule trouw blijft. Na het vertrek van Guðmundur Óli Pálmason zet de band zijn zegekoers gewoon verder. Berdreyminn is een prima album geworden, maar dreigt in de schaduw te blijven staan van voorganger Òtta, al zullen fans van het eerste uur ook dit album zeker weten te smaken. Betere tracks op dit album zijn Silfur-Refur, Hula, Nárós en Bláfjall.
Wie Sólstafir live aan het werk wil zien, kan op vrijdag 16 juni terecht in de Marquee op Graspop Metal Meeting. Dit wordt ongetwijfeld één van de hoogtepunten.
Tracklist:
- Silfur-Refur
- Ísafold
- Hula
- Nárós
- Hvít Sæng
- Dýrafjörður
- Ambátt
- Bláfjall
0 reacties