Het was een dag waar zo’n kleine 60.000 metalfans al maanden naar uitkeken; de passage van Guns N’ Roses op Werchter. Een week voor het grote Werchterfeestje mochten de liefhebbers van het hardere rockgenre zich nog eens komen vergapen aan Axl Rose en gitaarheld Slash die sinds een tweetal jaar weer samen door een deur kunnen en opnieuw als Guns N‘ Roses op tour trokken.
Nadat de heren Amerika opnieuw veroverden en Axl een uitstapje maakte met AC/DC in de zomer van 2016, kon Europa eindelijk ook genieten van de hernieuwde samenwerking van het duo. Ook bassist Duff McKagan en toetsenist Dizzy Reed uit de oorspronkelijke line up mochten opnieuw met het tweetal op tour zoals in de gloriedagen eind jaren tachtig, begin jaren negentig.
Toch bleek het niet al te simpel te zijn om de Belgen warm te maken voor de komst van deze topact uit de Verenigde Staten die ooit de ene hit na de andere scoorde. De reputatie van vooral zanger Rose de voorbije jaren zorgde voor heel wat scepticisme. Bij zijn vorige passage door Belgenland met een vertimmerde versie van GNR sprong de kerel maar anderhalf uur later dan gepland op het podium om dan een niet al te best optreden te geven.
De geruchtenmolen draaide op volle toeren maar de reacties uit Amerika en de bevestiging tijdens de AC/DC tour zorgden er voor dat Axl Rose opnieuw meer en meer krediet kreeg. De verwachtingen voor Europese tour waren dan ook hoog gespannen en op 24 juni kregen we dan ook antwoord op de vraag of de niet al te heilige reputatie van de band tot het verleden behoorde.
Voor we daar een antwoord op kregen mochten we echter al een halve middag file rijden om eerst doorheen Antwerpen te geraken en daarna door de kleine weggetjes richting Werchter te tuffen. Na een fikse wandeling haalt een mens dan eindelijk de ingang van het festivalterrein waarop dat moment Fleddy Melculy al van Jetje aan het geven is.
Opnieuw is het aanschuiven want iedereen moet door een metaaldetector. De medewerkers proberen dat wel vlot te laten verlopen, maar als je vrouw met een ijzerwinkel in haar lijf zo door dat spel loopt zonder dat de machine een kik geeft en je zelf een dof geluid hoort bij je passage ga je je wel vragen stellen bij de werking van die dingen. Elk ander ijzerstuk dat doorheen de detector ging kreeg een hoog piepgeluid mee maar bij mijn doortocht kregen we tot tweemaal toe een basdreun te horen van de machine. Ik was dan ook een van de gelukkigen die een extra controle kreeg met een handdetector. Die gaf gelukkig geen krimp zodat ik mijn tocht naar het festivalterrein kon verderzetten.
Nadat we ons voorzien hadden van de nodige materialen om de dag verder door te komen en onszelf geregeld te voorzien van spijs en drank, werd het tijd om een plekje te zoeken van waaruit we de activiteiten op het podium konden volgen zodat we niet al te veel zouden missen van de rest van de bands.
Eens we goed en wel geïnstalleerd waren was het al tijd voor de Belgische metaltrots Channel Zero. Hoeveel keer ik deze kerels al live gezien heb, kan ik niet meer op twee handen tellen, maar wat ze deze keer uit hun mouw schudden behoorde zeker tot de beste live-optredens die ik van hen gezien heb. Zeker als festivaloptreden was dit meer dan geslaagd. Van bij opener Black Fuel tot het afsluitende Suck My Energy wisten de heren de wei te overtuigen.
Voor ons was Wolfmother de grote onbekende. De naam van de band liet wel ergens een belletje rinkelen maar hoe de heren klonken, daar hadden we geen idee van. Het Australische trio tapt uit een vaatje van seventies metal met een flinke link naar Led Zeppelin. Aanvankelijk was ik een beetje sceptisch toen het eerste nummer door de speakers werd geblazen maar geleidelijk aan werd ik meegezogen in het aanstekelijke geluid dat de heren creëerden.
Vreemde eend in de bijt waren ongetwijfeld The Pretenders, de Britse band rond de Amerikaanse zangeres Chrissie Hynde die in de jaren tachtig geregeld terug te vinden was in de hitparade met songs als Brass In Pocket, I Go To Sleep en Don’t Get Me Wrong. Al die hits passeerden de revue en het is duidelijk dat de inmiddels 66 jarige dame nog steeds weet hoe ze het publiek moet bespelen.
Na The Pretenders was het bang afwachten. Zouden de heren van Guns N’ Roses tijdig het podium halen? Is Axl Rose echt herboren als zanger en entertainer. We zouden het vlug weten want om stipt 21.10 werd de band aangekondigd en schoten ze uit de startblokken met It’s So Easy. Het werd onmiddellijk duidelijk dat de schim die we een paar jaar eerder in Dessel op het podium zagen paraderen ontpopt was tot een vrolijke en klaar kijkende frontman.
Ondanks dat Rose enkele kilootjes te veel meesleurt, dartelde hij als een jong veulen van de ene kant van het podium naar de andere terwijl hij de ene na de andere grote hit de wei instuurde. Daar stonden die zowat zestigduizend liefhebbers te genieten van songs als Welcome To The Jungle, Chinese Democracy, November Rain, Sweet Child O’ Mine, Patience, Live And Let Die, Knockin’ On Heaven’s Door en ga zo nog maar even door. Het resultaat een zingende wei die lekker meebrulde en die zag dat ook op het podium de speelvreugde niet ontbrak. De intermezzo’s van Dizzy Reed, Slash en Duff zorgden er voor dat Rose geregeld kon wisselen van hoofdtooi en/of jasje en ook de zachte regendruppels die nu en dan naar beneden donderden konden de pret op de weide niet vergallen.
Precies 180 minuten na het startschot sloot de band dit wervelende optreden af met Paradise City en de aanwezigen zullen het met me eens zijn dat ze ook drie uur lang in een muzikale paradijsstad belandt waren. Hopelijk slagen de heren erin de onderlinge vrede te bewaren en uit te pakken met een nieuw album in de nabije toekomst en zo hebben ze weer een reden op nog eens naar Belgenland te komen.
Hopelijk heeft de organisatie tegen die tijd een oplossing gevonden voor de terugreis van de fans, want het was weer oneindig lang wachten vooraleer je op de parking een meter voorruit raakte. Iedereen langs één weggetje weg laten rijden, is toch om problemen vragen, niet? Waarom men pas na anderhalf uur besluit om ergens aan de andere kant van de parking ook een weg te openen is mij een raadsel, maar twee uur aanschuiven om van de parking weg te raken, da’s zeker typisch Belgisch.
0 reacties