Naar goede gewoonte sloeg ook dit jaar het Impericon Never Say Die-circus zijn tenten weer op in ons Vlaamsche land. Locus Delicti was voor het eerst Het Entrepot in Brugge en niet meer Muziekcentrum Trix, het Antwerpse mekka voor de metalliefhebber. Amped-Up stuurde wederom een gezant op pad om deze avond van een passend verslag te voorzien. Een verslag dat je hier kan lezen!
Om maar meteen met een minpunt voor de dag te komen: hoe is het mogelijk dat in de hoofden van een organisatie als Heartbreak Tunes of de organisatoren van de Impericon Never Say Die Tour op geen enkel moment het idee is binnengeschoten om een foodtruck te voorzien? Bij een mini-festival van deze proportie, dat trouwens aanvangt rond 17u30, kan je op zijn minst verwachten dat er voor de deur een hamburgerkraan/friettent staat opgesteld. Op bier of frisdrank alleen kan een mens niet overleven. Een tweede punt van kritiek en dan voornamelijk op het vlak van communicatie is het feit dat er langs geen enkel medium gecommuniceerd is dat de eerste twee bands, Lorna Shore en Polaris, elke avond van plaats wisselen in de line-up. Hoog tijd om de organisatie van de nodige doorlichting te voorzien, me dunkt.
Polaris:
Door het feit dat er niets van eten voorzien was, dienden we ons te wenden tot het dichtstbijzijnde frietkot. Een frietkot dat beschikt over een uitbater, die werkelijk werkt aan het tempo van een slak. Bij momenten stelde ik mij luidop de vraag of de man in kwestie zijn aardappelen nog aan het rooien was, toen hij opeens voor 10 minuten achter de schermen verdween. Dit in combinatie met de plotse, onaangekondigde wissel in de line-up, zagen we eerste nummer van Polaris aan onze neus voorbij gaan. Een band, waar ik persoonlijk redelijk hard naar uitgekeken had, gezien het machtige debuutalbum The Mortal Coil, dat de band een dag eerder op de wereld losgelaten had. De vijftien minuten die ons nog restten van het optreden, waren echter wel de moeite! De melodische metalcore van deze Australiërs klinkt ook live enorm strak. Bovendien beschikt deze band over een frontman, die er zonder enige moeite in slaagde om het aanwezige publiek meteen in beweging te krijgen. Het songmateriaal bestond voornamelijk uit nummers van de nieuwste plaat, maar ook het vroegere werk werd niet vergeten. Van deze jongens gaan we nog horen! Strakke performance en prima begin van de avond!
Lorna Shore:
Het optreden van Polaris liet alvast het beste verhopen voor de rest van de avond. Jammer genoeg werden we snel terug met beide voetjes op de grond gezet, want wat Lorna Shore neerzette kan gerust gekwalificeerd worden onder de noemer ‘bagger’. Blijkbaar kon het nog slechter, iets wat later in dit verslag nog wel duidelijk zal worden, maar bon, terug naar Lorna Shore. Op plaat klinkt deze band nog niet al te slecht, maar live was het gewoon rommelig. Een handvol aanwezigen hadden er duidelijk wel zin in, jammer genoeg. Persoonlijk ben ik altijd te vinden voor een stevige circlepit of moshpit, maar het onnozele geschop en geklop heb ik nooit begrepen. ‘Violent Dancing’, allemaal goed en wel, maar de debielen die deze keer ‘het beste van zichzelf’ stonden te geven, begonnen na verloop van tijd aardig op mijn zenuwen te werken. Bovendien beschikt deze band over een frontman met het voorkomen van een schotelvod in combinatie met een behoorlijk ego, want na het laatste nummer verliet hij gewoonweg zonder boe of ba het podium. Een optreden en een band om snel te vergeten.
Kublai Khan:
De tijdschema dat op voorhand gepost werd, was blijkbaar louter indicatief, want zeker tijdens de eerste optredens waren de pauzes tussen de shows aanzienlijker korter dan op papier. Hierdoor moest Kublai Khan ook voor een halfvolle zaal beginnen, aangezien bijna iedereen nog rustig buiten stond of zich terugtrok voor een sanitaire pauze. Doodjammer, want Kublai Khan mag gerust ook gerekend worden tot het selecte kransje bands dat vanavond een sterke performance wist neer te zetten! Geen oersaaie deathcore, maar stevige hardcore voorzien van de nodige ballen. Dit is wat Impericon Never Say Die de voorbije jaren groot heeft gemaakt. Dankbaar zijn deze jongens uit Texas ook, iets wat niet van alle bands gezegd kon worden. Qua nummers werd er vooral geput uit het recentelijk verschenen album Nomad, dat op heel wat positieve reacties kon rekenen. Op het einde van de show bracht frontman Matt Honeycutt nog een emotioneel eerbetoon aan zijn overleden moeder, waarna op furieuze wijze afgesloten werd met het nummer B.C.
Sworn In:
Op diverse sociale media wordt Sworn In beschouwd als een prima metalcoreband, die bovendien innovatief voor de dag durft te komen. Jammer genoeg mag deze band vanavond naar huis met de award voor slechtste performance van de avond. Misschien wel de slechtste performance die ik live ooit mocht aanschouwen. Het geluid stond gruwelijk slecht afgesteld, frontman Tyler Dennen was nauwelijks te verstaan. Een samenloop van omstandigheden of een bewuste keuze om zijn erbarmelijke zangkwaliteiten te verdoezelen? Wie zal het zeggen… Het hele optreden uitkijken, was werkelijk een ware beproeving. Bij een bespreking van een optreden geef ik doorgaans graag enkele gespeelde nummers mee, maar dat is in casu gewoonweg onmogelijk, omdat ik er gewoonweg geen flauw idee van heb welke nummers Sworn In deze avond ten berde gebracht heeft. Alleen al hiervoor verdienen deze jongens een applaus. Enig lichtpunt was drummer Chris George, die wel het beste van zichzelf zat te geven en zich de longen uit zijn lijf zat te drummen. Hoe deze vent het uithoudt in een gezelschap als Sworn In is mij een raadsel. Als er ooit een grote metalcoreband op zoek zou moeten naar een nieuwe drummer, moeten ze in mijn ogen alvast niet ver zoeken en gewoon Chris George proberen weghalen bij deze bende amateurs.
Chelsea Grin:
Op voorhand had ik al geen hoge pet op van het gezelschap Chelsea Grin, maar als goede journalist stelde ik mijn vooroordelen opzij om deze heren aan het werk te zien. Gelukkig zat het geluid van bij de start meteen wel snor! Wat een verademing in tegenstelling tot de vorige band. Tot mijn favoriete bands zal Chelsea Grin zich nooit kunnen rekenen, maar toch heb ik in zekere zin genoten. Muzikaal weet ieder bandlid zijn instrument goed te bespelen. Alleen blijven de vocalen van frontman Alex Koehler in mijn ogen een zwaar minpunt. Er was heel wat beweging in de zaal, waarbij de moshpit voor het eerst ook eens gezellige proporties wist aan te nemen. Verder bracht Chelsea Grin een vrij gevarieerde setlist, waarbij zowel ouder als nieuwer werk aan bod kwam. Chelsea Grin zal altijd in zekere zin een soort van gimmick blijven en in het genre zijn er talloze bands die veel beter doen om er met Thy Art Is Murder maar één te noemen. Toch hebben deze heren mij weten te entertainen. Iets wat deze avond blijkbaar geen sinecure was.
Deez Nuts:
Met meer dan tien jaar op de teller en de broodnodige ervaring in het bij momenten harde metalwereldje, stond Deez Nuts vanavond geprogrammeerd net onder headliner Emmure. Persoonlijk heb ik de band rond de immer sympathieke frontman J.J. Peters al ontelbare keren live aan het werk gezien en teleurstellen staat duidelijk niet in het woordenboek van deze Aussies. Ook vanavond was het weer van dattum, want van bij de eerste tonen van intro Binge tot de wegdeemsterende laatste seconden van afsluiter You’re Mother Should Have Swallowed You was het een waar hardcorefeest. In april brachten deze heren nog de topplaat Binge And Purgatory uit, waarvan een handvol songs de revue passeerden, aangevuld met tot klassiekers verworden nummers als Band Of Brothers, Shot After Shot en Popular Demand. Ook debuutplaat Stay True werd niet vergeten vanavond. Er werd vlot gecrowdsurfd en gestagedived. Het schattigste moment van de avond kwam er toen een piepjonge fan, voorzien van uit de kluiten gewassen oorbeschermers, het podium betrad om het publiek nog wat meer op te jutten. Deez Nuts kwam, zag en overwon. Het begint stilaan een gewoonte te worden. Topprestatie van vier topkerels, die bijlange nog niet aan het eind van hun kunnen zijn. Na veertig minuten kwam er veel te vroeg een einde aan de Deez Nuts show. Bisnummers zaten er vanavond jammer genoeg niet in. Hopelijk vinden ze snel de weg naar de Benelux terug.
Emmure:
Vanaf het moment dat de deuren opengingen, ik schat omstreeks 17 uur, zat Frankie Palmeri bij de merch stoïcijns voor zich uit te staren. Waar ik na het optreden van Polaris nog een korte babbel had met de zanger, durfde ik Frankie nog maar amper aan te kijken. De man voelt zich niet alleen God, maar hij weet ook nog zo een aura rond zich te scheppen, dat iedereen hem ook gewoon op die manier bekijkt. Geef het hem maar na. Het merendeel van de aanwezigen was vanavond duidelijk afgezakt naar Brugge voor Emmure. Van bij de start ging het er meteen ook ruig aan toe in de zaal. Emmure stond strak te musiceren, waarbij het amper te merken was dat deze band eigenlijk nog niet heel lang samen muziek staat te maken, nadat Frankie ongeveer een jaar geleden op zoek mocht naar drie nieuwe muzikanten. De eerste nummers volgden elkaar snel op, maar na een kwartier stond ik al op mijn uurwerk te kijken. Iets wat meestal geen goed teken is. De muziek van Emmure kan mij zeker wel bekoren. Voor een nummer of vijf dan wel. 45 minuten voor een band als deze is gewoonweg veel te lang. Daarvoor zijn de muzikale capaciteiten van de bandleden te gering en zijn de nummers allemaal makkelijk inwisselbaar. Geef de gitarist een gitaar met één snaar en je merkt nog geen verschil.
Toch was het bij momenten genieten en dan vooral door de moves van Frankie Palmeri. God kan dus blijkbaar ook dansen, want de popbewegingen die hij bij momenten liet zien, waren best te pruimen. Misschien ook eens een deelname aan So You Think You Can Dance overwegen… Qua setlist werd er vooral geput uit het laatste album Look At Yourself, waarbij vooral het tweeluik The Torch en Flag Of The Beast voor het nodige vuurwerk zorgden. Voor de rest werd het optreden onder andere aangevuld met enkele nummers uit het doorbraakalbum Speaker Of The Dead en het album Felony. Al bij al wist Emmure toch een degelijke prestatie neer te zetten, maar als headliner was het voor mij toch net iets te platjes. Emmure mag dan wel een grote naam zijn, toch is Deez Nuts de naam headliner meer waard dan deze band.
Conclusie:
Het is jammer om vast te moeten stellen dat de Impericon Never Say Die – tour stilaan aan het afglijden is. Waar enkele jaren geleden de Trix in Antwerpen nog stampvol zat en bands als Stick To Your Guns en Terror op de affiche prijkten, is de magie anno 2017 toch wat weggeëbt. De reden van de verhuis naar Brugge werd pijnlijk duidelijk, want zelfs in het kleinere Entrepot was de zaal nog steeds maar voor 75% gevuld. Dit in combinatie met het gebrek aan culinaire voorzieningen en de timetable waar losjes mee werd omgegaan, maakten het toch een avond met gemengde gevoelens.
Over de bands zelf kunnen we kort zijn: Lorna Shore en Sworn In mogen gecatalogeerd worden onder noemer totale ‘bagger’. Chelsea Grin en Emmure kwamen degelijk voor de dag zonder meer. Kublai Khan wist aangenaam te verrassen, ondanks de matige opkomst. Tot nu toe niet veel soeps, gelukkig zorgden Polaris en Deez Nuts er toch voor dat het enigzinds de moeite was om af te zakken naar het verre Brugge. Polaris had dan wel de ondankbare taak om de debatten te openen, maar dat deden ze met verve! En wat Deez Nuts betreft kunnen we kort zijn: Knalprestatie!
Met dank aan concertfotograaf Peter Smet (Chimaera Photography) en de organisatie van vanavond, namelijk Heartbreak Tunes.
0 reacties