Dat je voor je stevige pot black metal tegenwoordig niet meer per se in je wollen onderbroek naar Noorwegen hoeft af te reizen, was al lang duidelijk. Sterker nog, we weten inmiddels ook dat ze in het koude kikkerlandje genaamd Nederland -ook wel the Nether Realm– zeer bedreven zijn in het maken van een stevige bak zwartgallige teringherrie. Ik hoef er dus mijn heimat niet langer voor te verlaten, om een lokale blackmetalband te zien spelen. Dat doet mijn rood-wit-blauwe hart goed. Als we dan met Google-maps nog verder inzoomen vinden we in het hart van Holland de stad Utrecht en laat dat nu het epicentrum van de Nederblack zijn en de thuishaven van bands als Terzij de Horde, Verwoed en Laster. Grafjammer, ook uit Utrecht dus, tapt echter uit een heel ander vaatje dan de eerdergenoemde hippe blackbands en dat laten ze horen ook op Schalm & Schabauw.
Zet je Schalm & Schabauw op in afwachting van uitgebreide atmosferische soundscapes en (licht) poëtische of filosofische lyriek, dan komt je op het droge uit. Hier is geen plaats voor hipstergeneuzel of artsy fartsy experimentalisten. Als ik het een authentiek Nederlandse titel zou moeten geven is dit wat je noemt ‘recht-voor-z’n-raap black metal’. Dat is weer eens wat anders dan wat tegenwoordig de klok slaat. Het transporteert mij dan ook direct terug naar een ver verleden en de second wave sound zoals die aan het begin van de jaren negentig in Noorwegen klonk. De band zelf legt de link met bands als Darkthrone en Carpathian Forest en ik begrijp de vergelijking al na het beluisteren van de eerste track van het album genaamd Het Rottende Schompes. Hoe ik dat, als Brabander, aan ons voornamelijk Vlaamse achterban vertaal weet ik eerlijk gezegd ook niet precies, maar bruut klinkt het zeker.
Grafjammer klinkt alsof ze uit een ander tijdperk komen. Normaal verwacht je dan een slechte, flauwe kopie van vergane glorie, maar ik vind het nu juist wel verfrissend om tussen de bloesjes en korte koppies black metal van tegenwoordig, ook weer eens een band tegen te komen die niet zo stilistisch te werk gaat, maar muzikaal teruggrijpt naar de oorsprong. Je hoort de punkinvloeden sterk terug op dit album vooral op afsluiter Moord & Doodslag & Jenever. Dit was de voorgaande plaat nog prominenter aanwezig, maar ze steken het nu ook niet onder stoelen of banken. Het deed me even denken aan Deathcrush.
Verwacht op Schalm & Schabauw ook geen tracks die de tien minuten dubbel en dik voorbijstreven met thema’s zoals hoe mooi het wel niet is in de bossen van de Veluwe of hoe eenzaamheid en verdriet de frontman de das omdoen. Nee het draait hier om zwartgalligheid van het meest basale niveau. Dood, verderf en zeevaart. Een goede combinatie. Mutiny on the Bounty meets Moby Dick meets Victoriaanse horror zeg maar. Een titel als Hijs het Lijk laat dan ook weinig aan de verbeelding over.
Het tempo van de plaat is wat mij betreft precies goed. Je krijgt nou niet bepaald de kans om even adem te happen. Met tracks van tussen de een en amper vier minuten gaat de zweep er goed over en dat past deze sound dan ook het beste. Snel, hard en meedogenloos. Gedoodverfde hittrack Nedernekro, een term die de band ook gebruikt om hun stijl te bestempelen, is dan ook echt een ‘anthem’. Het verkracht het Nederlandse volkslied met verve en is wat mij betreft het sterkste nummer van het album, al heb ik opvolger Uitgedraaide Poten van Vertrouwen meerdere malen teruggeluisterd vanwege de sterke gitaarsound en songstructuur die me dan weer aan grootheden Watain deed denken.
Dan is er nog het artwork, die wat mij betreft een mooie knipoog naar de Noorse voorvaderen is. In plaats van de in de as gelegde kapel op de cover van Burzum’s Aske of een in vlammen gehulde kerk, prijkt er op de hoes een brandende windmolen. Een beetje ‘on the nose’, maar dat past deze release dan ook zeer zeker. Ik moest er in ieder geval om grinniken.
Ook de productie van Schalm & Schabauw klopt met de rest van het plaatje. Plaatje, want met 33 minuten is de wilde rit ook zo weer voorbij. Op zich best jammer, al denk ik dat ik na pak hem beet 40 minuten ook de interesse en aandacht zou verliezen, aangezien ik toch de complexiteit en variatie zou missen. Het is allemaal niet zo gepolijst, de drums mochten hier en daar misschien wat scherper doorklinken, maar dat is azijnzeikerij. Alles klinkt prima in evenwicht en valt op zijn plek, er is maar weinig op af te dingen.
Voor wat het is, nl. primitieve necrorock, is het een heel verdienstelijke plaat, die de groei van deze band duidelijk tentoonstelt. Ik had ze helaas net gemist in de Little Devil te Tilburg afgelopen week, maar kijk, dankzij deze release, uit naar ons eerste treffen op een podium.
0 reacties