Salt Lake City in Utah, USA is niet meteen bekend als de meest hippe plaats ter wereld. De stad is ontstaan uit een mormonen gemeenschap. Het is dus een plek die je niet meteen met metal in verband zou brengen. Nochtans is net daar één van de meest veelbelovende nieuwe metal acts gevestigd. Visigoth speelt traditionele heavy metal met veel variatie in de composities waarbij we vooral moeten denken aan Iron Maiden en, in mindere mate, Manowar. Met het in 2015 verschenen The Revenant King trokken ze wereldwijd heel wat aandacht. Niet te verwonderen dus dat de verwachtingen voor de opvolger bijzonder hooggespannen zijn. Conqueror’s Oath ligt ondertussen al een tweetal weken in de winkelrekken. Hoog tijd dus om onze conclusies te trekken!
Het eerste dat opvalt is de lengte van de songs. Daar waar de gemiddelde songlengte op het debuut rond de 7 minuten lag, doet Conqueror’s Oath het met een gemiddelde lengte van 5 minuten per track. Persoonlijk vinden we, mede door de hoge kwaliteit en de afwisseling, niet dat de lange speelduur in het verleden een probleem vormde. Blijkbaar wou het vijftal de plaat compacter houden om zodoende de aandacht langer vast te houden. Voor ons maakt het alvast niets uit.
Opener Steel and Silver is een mid tempo stamper met een hoog Manowar gehalte, mede door de lyrics. Vermits het refrein nogal veel wordt herhaald, is het niet moeilijk snel de neiging te hebben om met het vuistje in de lucht mee te brullen. Een meer recente band die de laatste jaren een patent heeft op dit soort stamperij, is het Zweedse Grand Magus. Door de vrij lage manier van zingen van Jake Rogers gaat een vergelijking met Grand Magus boegbeeld JB Christoffersson wel op. Een band die ons ook te binnen schiet, is het eveneens Zweedse Nocturnal Rites, maar dan wel de oude Nocturnal Rites met Anders Zackrisson op zang. Wat verder opvalt, is de knallende productie. Deze is een stuk directer en vetter dan op het debuut. Bovendien is de sound kristalhelder en komen alle instrumenten goed naar voor.
Warrior Queen gaat op het zelfde elan verder. Het betreft ook een mid tempo song met een duidelijk meezingbaar refrein. Halverwege wordt het tempo tijdens een gitaarsolo een flink stuk opgedreven. Een episch en akoestisch stuk met sterke zang van Jake breekt de song. Het is allemaal goed voor de variatie. Warrior Queen is dan ook een topper! Met Outlive Them All gaat de vaart er flink in. Misschien is dit wel de snelste song die Visigoth ooit maakte. Een gejaagd ritme en snelle dubbele basdrums zorgen voor de nodige energie na twee relatief tragere tracks. Een spectaculaire gitaarsolo en snelle twin gitaar riffs maken het plaatje compleet. Een dijk van een song!
Hammerforged heeft iets minder om het lijf. Het tempo is gematigd en van de song zelf blijft er maar weinig hangen. Slecht is het niet en het steekt nog boven de middelmaat uit, maar echt warm worden we er niet van. Traitor’s Gate begint akoestisch met dramatische zang van Jake. Het kent eenzelfde opbouw als veel songs van Iron Maiden. Na anderhalve minuut barst het geweld los en worden we om de oren geslagen met felle riffs en voortjakkerende drums. Het nummer klokt af op bijna 7 minuten en is daarmee de langste song van de plaat. Door de vele ritmeveranderingen binnen de song is er van verveling echter geen sprake. Ook hier, net zoals in alle andere nummers, vliegen de spectaculaire gitaarsolo’s je weer om de oren.
Met Salt Lake brengen de heren een ode aan hun thuisstad. De song is eerder opzwepende hard rock dan metal. Hierop stilzitten is geen optie. Daarvoor is het ritme en de melodielijn te aanstekelijk. Iets totaal anders dan we van de band gewoon zijn, maar zeker geslaagd! Met Blades in the Night zit de vaart er weer stevig in. Het zou een song kunnen zijn van hun Amerikaanse broeders in Night Demon. Ook Night Demon maakt de laatste tijd zowel met plaatwerk als met live shows behoorlijk wat indruk. De twee bands kunnen dan ook gerust de vaandeldragers van een nieuwe lichting Amerikaanse heavy metal bands genoemd worden. Het afsluitende The Conqueror’s Oath is erg episch en doet ons qua sfeer wat aan Battle Hymns van Manowar denken.
Weinig om over te klagen dus, maar toch vinden we het debuut nog net iets beter. The Revenant King bevatte meer afwisseling binnen de songs zelf en we hebben ook de indruk dat Jake Rogers op die plaat NOG beter bij stem was. Toch zijn we ervan overtuigd dat er met Conqueror’s Oath een nieuwe stap naar meer bekendheid gezet is. Mits intensief touren, gaan ze een mooie toekomst tegemoet!
0 reacties