En zo geschiedde het dat een lokale blackmetaljongen zich een weekend lang onderwierp aan een deathmetalfestival dat zijn gelijke niet kent aan deze kant van de Atlantische Oceaan. Jawel: Netherlands Deathfest! Tijdens het schrijven van mijn preview voor dit weekend in Tilburg, kwam ik er geleidelijk aan achter dat ik niet zo thuis was in het genre waar dit festival aan gewijd was en besloot ik dat het tijd werd hier iets aan te doen.
Dus had ik zorgvuldig een schema gemaakt, zodat ik er zeker van was dat ik in ieder geval elke blackmetal- en funeral doomband zou zien dit weekend en de gaten in mijn programma op zou vullen met het beste dat death te bieden had. Want het programma dat NDF ons voorgeschotelde loog er niet om en was om de vingers bij af te likken.
VRIJDAG
Aura Noir
Het festival begon op de vrijdagavond en zoals wel vaker bevond ik me op de minuut af voor het main stage om de mannen van Aura Noir aan te zien treden. Ik had me hierop verheugd en de wielen onder mijn auto uitgereden om op tijd te zijn. Wellicht had ik nog een blokje om kunnen doen, of mijn kebab iets langzamer op kunnen eten, om zo brandend maagzuur te vermijden, want het bleek enigszins verspilde moeite. Begrijp me niet verkeerd, we hebben het hier over legendarische lieden uit de scene en de nummers die Apollyon zong van achter zijn drumkit waren nog prima te pruimen, al valt dat niet mee, zingen en drummen tegelijk. Toch zag ik hem liever op basgitaar bij Immortal en Blasphemer of op gitaar bij Mayhem. Wat er precies ooit gebeurde met Aggressor en dat balkon op de vierde verdieping zullen we wellicht nooit weten, wat wel een feit is dat de man mijn respect verdient om zo over het podium heen te strompelen, met al dat er mis is met zijn ruggengraat en voeten/benen. Helaas klonk de band rommelig en slecht op elkaar ingespeeld. Dit ging gedurende set steeds beter, maar ik had het gevoel dat deze band ooit meer was dan wat er nu op het podium stond. Het slappe gezever en flauwe grappen deden het dan wel weer heel aardig. Ach het was uiteindelijk een prima opwarmer.
Auroch? – nee…
Want opwarmen was wel nodig. Nondeju m’n ballen vroren er zowat af. Bovendien werden we op weg naar de Patronaat, tegenover de 013, nog getrakteerd op een prachtige sneeuwbui. Wat een sfeertje! Iedereen gehuld in leren jacks en battlevests, op weg naar het Canadese Auroch. Het was flink proppen en dringen in de prachtige kapel. Wat een topzaal is dat toch. Ben je er nog nooit geweest en heb je de kans er eens een extreme metalband te gaan zien? Doen!
Het geluid was wel even wennen. Ik was helaas mijn doppen, die ik sowieso zelden draag gezien het net is als seks met een condoom, in de voiture vergeten en dat berouwde ik. Die 100dB-regel werd in Patronaat het gehele weekend uitgebreid aan de laars gelapt. Normaliter vind ik dat niet zo’n issue, maar zelfs halverwege de zaal werd de pijngrens opgezocht bij deze eerste band.
Een band waarvan ik me na pak hem beet drie nummers begon af te vragen waarom A. de zanger ons in het Spaans bedankte, B. de band black metal speelde i.p.v. het geadverteerde funeraldoomgenre, C. deze mannen er verdacht veel als Mexicanen uitzagen… Ik had niet eens zo veel gedronken op dat moment… Een tien minuten zoeken op de website van NDF bood geen uitkomst en na lang zoeken vond ik op de Facebookpagina eindelijk uitleg. De gehele Canadese tour, bestaande uit: Auroch, Rites of thy Degringolade en Profanatica had onderweg vanuit Copenhagen problemen gehad met het verkeer vanwege het slechte weer. Het weer dat gedurende het weekend steeds meer roet in het eten zou werpen, maar daar later meer over.
De een zijn nood is de ander zijn dood en hoewel ik erg teleurgesteld was dat ik drie van de bands die ik per se wou zien zou moeten missen, was ik erg verrast en blij met de vervanger: Hacavitz! Jawel… uit Mexico! Ik had deze band aanvankelijk geskipt op de zaterdag aangezien ze om 14.30u zouden spelen en ik dan nog in mijn nest zou liggen, dus was het een mooie bonus om deze mariachis of mayhem aan het werk te zien. Wat een bezeten beest was die kleine zanger! Een bak gewelddadige black metal waarbij menig cartel lid het op een lopen zou zetten. Die mannen zijn vast populair in het oh zo katholieke Mexico. Een meedogenloze aanval van muzikaal geweld. Nu was ik echt wakker!
The Ominous Circle
Toen was het beurt aan The Ominous Circle, tevens een band met ‘latin’-invloeden. De Portugezen klonken al te gek tijdens de soundcheck en leverden een daadwerkelijke aanval op de zintuigen. Getooid in zwarte kappen en capuchons, gelijk Mgla (ik ga die letter niet opzoeken, nee.) en Wederganger. Altijd goed voor de sfeer en het leidt niet af van de muziek. Gelukkig was het geluidsniveau al enigszins aangepast aan de oren van ons stervelingen in de zaal, of ik was inmiddels doof aan het worden. De act stond in ieder geval als een huis en hun plaat komt inmiddels regelmatig voorbij in mijn playlist. De mix tussen drone, black metal en OSDM kon mij zeker bekoren al heb ik mijn zang normaliter liever iets minder ‘zwaar’, maar dat is op zoek gaan naar een slak in het lange gras om er vervolgens een korrel zout op te leggen.
Suffocation
Dan was het eindelijk tijd voor een band van de deathmetalvariëteit. En niet zomaar een band. We hebben het hier over Suffocation, een van de grondleggers van het subgenre brutal death metal. Brutal is dan ook wat deze band brengt. Holy shit! Vanaf de eerste noten tot de laatste mokerslag. Dit is niet bepaald een band die je opzet als je iemand in het metalgenre wilt introduceren. Het uiterst technische spel van elk bandlid afzonderlijk is weergaloos, dit is een schoolvoorbeeld van totale beheersing van je instrument. Het publiek reageert hier adequaat op en doet haar uiterste best 013 tot op de grond toe af te breken. Het was op zich jammer om legendarisch boegbeeld Frank Mullen niet meer on stage te zien, gezien zijn geweldige ‘banter’, maar vervanger Ricky Myers bewees een prima brulboei te zijn en zweepte het publiek op met teksten als: ‘this one is for the ladies in the room… it’s time for you to die!’ Jawel, dat is pas death metal. Ik was in ieder geval totaal van mijn sokken geblazen.
Carcass
Vervolgens was het aan Carcass om de avond af te sluiten. Tilburg was inmiddels gehuld in een dikke laag sneeuw, voor Nederlandse begrippen dan toch. Het was duidelijk minder druk dan bij Suffocation in de grote zaal. Niet omdat Carcass minder populair zou zijn, maar mensen hadden duidelijk het hazenpad gekozen.
Carcass deed wat het moest doen. Het liet zien waarom Surgical Steel misschien wel dé beste comebackplaat aller tijden was, zeker in het genre en waarom zij tot de allergrootsten gerekend mogen worden. Het moet echter gezegd worden dat de mannen van Suffocation mij toch net iets meer bij mijn tere ziel grepen. De setlist zat goed in elkaar, met zowel de classics als de nieuwe classics van het eerdergenoemde album.
Na Keep On Rotting In The Free World, ja dat lezen jullie goed, hield ik het voor gezien voor dag één. Ik moest de weg naar huis nog trotseren in de sneeuw en wou met volle batterijen terugkeren voor dag twee.
ZATERDAG
In een witte wereld die me even deed denken aan een mooi Immortal-album reed ik weer naar Tilburg. Op tijd vertrokken, zodat ik de lange rijen voor de deuren van het Patronaat eventueel kon omzeilen. Dat was wel beroerd overigens. Diverse bands die geboekt werden in het Patronaat waren blijkbaar zo populair dat er bij lange na niet genoeg ruimte was voor iedereen om de bands te gaan zien. Dat in combinatie met de kou en het 1 binnen 1 buiten beleid van de beveiliging betekende dat ik Evoken dus moest missen helaas. Als er dik drieduizend mensen in de grote zaal passen en amper vijfhonderd in de twee andere zalen, heb je dus een heleboel mensen over die nergens binnen kunnen. Simpel rekenwerk lijkt me.
Evoken
Jammer maar helaas…
Witchery
Dan maar op naar de main stage om een pilske te drinken, na vijf of zes proef je toch niet meer dat het Jupiler is en samen met collega’s bier drinken is nooit mis. Het scheelde ook dat Witchery een behoorlijk goede set neerzette en de wrange nasmaak van Aura Noir (of was het toch de Jupiler?) me de mond uitspoelde. Wat betreft podiumpresentatie was het allemaal wat mager, maar de muziek was des te beter. Heerlijke thrashy black met wat meer gepolijste randjes dan de rauwe Noren.
Ik had mijn lesje geleerd echter en tien minuten voor het einde begaf ik me terug naar de kapel aan de andere kant van de straat.
Esoteric
Want gelukkig speelde er na Evoken nog een andere funeraldoomband in Patronaat. De Britten van Esoteric combineerden hun loodzware doom met verscheurende death passages en spookachtige vocalen, door een heus Britney Spears headsetje. Dat was wel even wennen en bij het aantreden van de band schudde ik even het hoofd… heel even maar, want toen Esoteric eenmaal losbarstte, lieten ze me geen seconde meer los. Wat een meeslepende performance, wat een sfeer. Zonder enige twijfel was dit, op een band die later die avond zou spelen, dé band en verrassing van het festival. Van begin tot einde was dit subliem. Mocht je hun plaat tegenkomen in een distro of op Spotify, neem dan even de tijd en ga ervoor zitten. Fan-tas-tisch.
1349
Meer black? Mag het een onsje meer zijn? Jazeker! Ik voegde me wederom bij de collega om onder het genot van nog maar eens drankje, we zijn er toch, deze Noren de aanschouwen. Want net als Aura Noir de dag ervoor, bestaat ook 1349 uit black metal royalty. Helaas, komt oer-drummer en Noorse A-lister Frost zelden mee op tour, daar hij het te druk heeft met Satyricon, maar ook zijn vervanger kon een aardige stukje blastbeaten (ja, dat werkwoord heb ik zojuist verzonnen…). 1349 is zo’n band die je niet vaak voorbij ziet komen op tour dus dit was een gouden gelegenheid. Ze speelden aanvankelijk echter niet zo best. De geluidsman deed evenmin goed zijn best overigens. Het klonk alsof de mannen elkaar niet hoorden via de monitors en zelden een oefenhok met elkaar bezochten, zo liep het langs elkaar af. Een slechte mix helpt dan niet bepaald. Het was frappant dat op zo’n derde van de set alles echter plots op zijn plaats leek te vallen en er plotsklaps een prima band stond te spelen met een paar geweldige tracks en een geluid om voor te applaudisseren. Alsof er ergens een alarm was afgegaan en alle muzikanten ineens aan denk stonden. Het was net op tijd om de set te redden. Dat luchtte op, uiteindelijk heb ik toch genoten van deze band.
EMPEROR
En dan komen we aan bij Emperor. Zoals ook al in de preview vermeld stond, zou ik over deze band en al helemaal over dit optreden, een heel boekwerk kunnen optekenen. Er is uiteindelijk niets mooiers dan je helden aan het werk te zien, in je eigen achtertuin en in optima forma. Zelden heb ik, muzikaal gezien, zo naar iets toegeleefd en halverwege de show appte ik dan ook met mijn thuisfront, dat op de geboorte van mijn kinderen en de ontmoeting met mijn partner na, ik geen mooier moment had meegemaakt in mijn onstuimige leven. Dat klinkt heftig en melodramatisch, ik realiseer het me als ik het zo opschrijf, maar een andere bewoording zou mijn beleving te kort hebben gedaan.
Vanaf de front of house had ik een directe blik op het podium al waar het allemaal geschiede. Vanaf de opening van Alsvartr en het magistrale Ye Entrancemperium liepen de rillingen letterlijk door mijn lijf. Wat al van ongekend niveau was op Graspop vorig jaar, werd klakkeloos verbleekt door het geluid van 013’s PA. Shows op festivals zijn mooi, en de sfeer is iets aparts, maar de productie van een club show als deze blaast het hoe dan ook omver als een hut van stro.
Een voor een kwamen de nummers van Anthems tot he Welkin at Dusk voorbij, al wou Ihsahn Ensorcelled by Khaos voor een tweede keer inzetten. Het was het enige foutje in de gehele set. Een set die overigens doordeed met de knaller Curse You All Men, de enige track die ze spelen van het werk IX Equilibrium en werd afgesloten met mijn drie favoriete tracks van het ultieme meesterwerk In the Nightside Eclipse. Tegen de tijd dat de openingsriff van I Am the Black Wizards wordt ingezet, heb ik mijn stem al naar de kloten geholpen, maar ik laat het niet na elke syllabe eruit te persen. Als het dan gedaan is schieten woorden me te kort en blijf ik wat verdoofd achter. Met afstand het beste concert dat ik ooit zag. Doe er mee wat je wilt.
ZONDAG
Zo brak de laatste dag van Netherlands Deathfest aan. Ik had de goede bedoelingen om op tijd te zijn voor classic Angel Witch, maar kon om een of andere reden de slaap moeilijk vatten na het optreden van de avond ervoor. De dag begon dus pas toen de avond al was gevallen.
Kjeld
Frieslân mocht aftrappen vandaag. Ik had de laatste plaat van deze mannen nog vlug beluisterd tijdens het schrijven van de preview van NDF en was net als over hun split met Wederganger uitermate enthousiast. Live was het echter nog beter! Met recht beëindigd Kjeld wat mij betreft met een bronzen medaille op dit festival. Wat een strakke band, wat een sfeer en overgave. Ik ben trots dat we in Nederland inmiddels dit soort black metal voort mogen brengen. Nu is het natuurlijk wel zo dat Friezen eigenlijk stiekem reserve Scandinaviërs zijn, dat help aanzienlijk. In combinatie met de sfeer en het geluid in de zaal, was dit een band wiens shirt ik graag gedragen had. Jammer genoeg doen de Friezen niet aan maatje XXL… Zet dat recht en jullie hebben er een nieuwe die hard fan bij jongens!
Merrimack
Na een ranzige, slappe, bleke kippenpoot en dito frieten bij de KFC (nooit weer) was het de beurt aan het Franse Merrimack. Nu heeft Frankrijk een rijke geschiedenis aan black metal met notoire bands zoals Peste Noire, Celestia, Mortifera en Deathspell Omega. Stuk voor stuk favorieten, ondanks dat het Fransen zijn. Je kunt dat die mensen niet kwalijk nemen immers. Ik verwachte eveneens onder de indruk te zijn van Merrimack en dat was ik zeker. Het was echter om de verkeerde redenen en er waren oprecht momenten dat ik vreesde voor de recycling van mijn vunzige kipmaaltijd.
Na de intro werd het podium besprongen door frontman Vestal. Haren gedrenkt in olie, tenminste dat hoop ik, hingen als een gordijn van wormen voor zijn uitpuilende ogen. Graatmager en lijkbleek sleep hij zich over het kleine podium en eist alle aandacht op door zich geregeld te geselen met de mic stand en ook zijn edelen delen moeten het ontgelden. Het is en blijft black metal en zelfkastijding is niet zeldzaam in de scene (denk aan Maniac en Kvaforth bijv.), maar monsieur Vestal is daar blijkbaar enigszins in doorgeslagen. Zijn gehele buik en borstkas zijn voorzien van een kriskras netwerk van snijwond littekens en als hij dan halverwege de set zich ontdoet van zijn jacket, blijken zijn bovenarmen er nog ernstiger aan toe te zijn. Een weerzinwekkende verschijning. Het nam alle aandacht van de band weg, die niet onverdienstelijk speelden. Als onkel Ghaal je aan staat te staren vanaf de bühne voel je je niet bepaald op je gemak en realiseer je je hoe dat de show compleet maakt. Bij deze clone van Gollum voelde ik slechts ongemak en een beetje walging.
Om even bij te komen, struin ik de distro’s af en pik ik een mooie collectie patches op die inmiddels op mijn vest prijken. Kwestie van mijn oude moedertje een keer lief aan te kijken, kleine moeite. Op de achtergrond zie ik Grave nog even voorbijschieten, geen onverdienstelijk band, maar niet in de categorie van een band als Suffocation. Ik kiep er nog een paar pinten in, uitdroging ligt immer op de loer, en steek de straat weer over.
Urn
Tijd voor de Finnen van Urn dan. Irritant genoeg beginnen de heren haast een kwartier te laat, wellicht vanwege een beperkt oeuvre? Er blijft dus weinig tijd over tot ik meer naar de main stage moet begeven om een mooie plek te veroveren vooraan bij At The Gates. Wat ik nog meekrijg klinkt in principe prima. De mannen hebben zich zo black metal camp als het maar zijn kan opgetogen. Op zich best komisch, maar ik weet niet of dat precies de opzet of bedoeling was. Wat betreft de sound, had ik eerder dit weekend een aantal blackened thrash metalbands gezien, waar Urn een beetje tussen valt. Muzikaal overtuigender dan Aura Noir, maar zonder hun charme en ‘banter’ en wat interessanter om te zien op het podium dan Witchery, maar muzikaal inferieur aan de Zweden.
At The Gates
Dan kunnen we beginnen aan het toetje van het festival. Naast blackened death metal is melodic death wel mijn favoriete subgenre in de deathmetalstal en dan met name de Göteborgh-sound. Al vroeg in mijn metalen jaren ontdekte ik bands als In Flames en At The Gates en classics als Whoracle en Slaughter of the Soul werden meer dan eens vervangen vanwege ‘gebruikerssporen’.
At The Gates, nu zonder Anders Björler, een van de founding tweelingen, start zoals gewoonlijk sterk met Death and the Labyrinth gevolgd door favoriet Slaughter of the Soul. Dat hakte er lekker in. De set is zoals we gewend zijn van deze band strak en het tempo blijft er goed in. Geen onnodig gebral tussendoor, maar het gaspedaal wordt goed ingetrapt.
Deze band is altijd overtuigend en frontman en routinier Tompa neemt de band goed op sleeptouw. De nieuwe gitarist speelt overigens een super gig, er valt niets of af te dingen en ik heb Anders geen seconde gemist.
Na nog een breed scala aan klassiekers speelt At The Gates hun nieuwste track van het aanstaande album. To Drink from the Night Itself bewijst en bevestigt nog maar eens dat de reünie van deze band een van de meest significante in de metalgeschiedenis was.
En toen was het gedaan. Voor herhaling vatbaar? Zeer zeker. Er zijn hier en daar wellicht wat rimpels in het blazoen van Netherlands Deathfest, maar niets wat er met een heet strijkijzer niet uit te stomen valt. Death metal blijft mij nog een beetje vreemd op de tong, maar ik heb zeer zeker genoten van dit festival, ondanks de vele wijzigingen in het programma vanwege het beroerde weer. Veel mooie, vriendelijke en vrije geesten van alle uithoeken van de wereld ontmoet, nieuwe bands ontdekt, oude favorieten aan het werk gezien en met een voldaan gevoel driemaal huiswaarts gekeerd. See you next year NDF!
0 reacties