Enkele weken terug waren we een beetje werk aan het maken van de grote lenteschoonmaak. Een van de cd’s die in mijn draaiplatform stak was Meliora van het Zweedse Ghost. Vrouwlief vond hun songs best te pruimen, maar zelf ben ik er nog steeds niet uit of Ghost het waard is om altijd bedolven te worden onder hemelse kritieken. Toch moet ik toegeven dat hun vorige studio-album geregeld zijn rondjes mag draaien in mijn cd-speler. Op een of andere manier komt een mens een beetje tot rust met de songs van dit vreemde collectief.
Dat gevoel bekruipt mij nu ook als ik de songs op Prequelle beluister. Wat mij ook onmiddellijk opvalt, is dat die nummers tot het diepst van je ziel doordringen. Het kinderachtige introotje dat tot niets dient, laten we gewoon even achterwege en we richten ons direct op opener Rats. Ghost opent hier met een catchy oorwurm waarvan het refrein nog lang blijft nazinderen. Met Faith gaan de heren een beetje dezelfde toer op, maar dan verbazen ze echt met See The Light, een rustige song waar onze, tot Cardinal Copia omgedoopte, zanger deels verlost wordt van zijn preekstem. Ghost begint zo meer en meer krediet te krijgen maar dan…
…Dan verknoeien ze het met een instrumentaaltje waarvan er duizend in een dozijn bestaan. Miasma mag dan wel vaart hebben en lekker klinken met toevoeging van een blazerssectie. Hier zit de Ghost-fan niet echt op te wachten. Opvolger Danse Macabre is dan weer een typische Ghost-song die net die instrumentale timing heeft die mensen van muziek doen houden, want uiteindelijk is dat de sleutel tot commercieel succes: de noten op exact de juiste manier overbrengen zodat je song bij het publiek doordringt. Dat je daar geen ingewikkelde composities voor moet maken, bewijzen bands als AC/DC en Sabaton al jaren en die simpele manier van songwriting heeft ook Ghost zich eigen gemaakt. Het mooiste bewijs daarvan is een nummer als Pro Memoria met zijn symfonische opbouw dat toch simpel gehouden wordt, waardoor de luisteraar blijft hangen zonder zich in te spannen.
Ghost heeft zijn eigen songontwerp gecreëerd en dat wordt door heel wat mensen begeerd. Hun succes stoelt dan ook op dat concept en het verleden heeft geleerd dat het spreekwoord ‘schoenmaker blijf bij je leest’ ook geldt voor muzikanten. Heel wat succesvolle bands durfden al eens extreem te experimenteren met hun sound en lieten de natuurlijke muzikale evolutie zijn werk niet doen. Voor sommigen betekende dat een ‘tijdelijke’ zwanenzang. De weg terug bleek voor de een dan al wat langer en moeilijker te zijn dan voor de ander maar uiteindelijk keerden ze terug naar hun roots.
Ghost trapt voorlopig niet in die val, maar zal toch moeten uitkijken want het tweede instrumentale nummer Helvetesfonder mag dan compositorisch sterker zijn dan Miasma, echt kippenvel zal je er niet van krijgen. Bij afsluiter Life Eternal moeten we ook niet al te lang blijven instaan. Een instant Ghost-song die je precies als eens eerder gehoord hebt op een van de vorige albums.
Ook na Prequelle krijg ik het niet warm of koud van deze mysterieuze band. De combinatie van de gimmick en de muziek die ze componeren, is echter licht verteerbaar zodat zowel de metalfans als de popliefhebbers dit wel kunnen smaken. Prequelle is een album met hoogtes en laagtes en zal ook nu geregeld zijn rondjes mogen draaien in dit huis. Een echte fan zal ik echter nooit worden. Daarvoor is de muziek te gepolijst en zijn te songs te egaal, op enkele uitzonderingen na zoals Rats, See The Light en Pro Memoria. Als we dan ook nog even kijken naar de lengte van dit album dan kom je er met een kleine drie kwartier ook nog bekaaid af, zeker als je daar dan de tien minuten durende overbodige instrumentale nummers nog aftrekt, krijg je zeven echt volwaardige songs om je honger te stillen.
0 reacties