Anderhalve week geleden trokken we voor het eerst naar het Poolse festival Prog In Park die dit jaar haar derde editie vierde op een nieuwe locatie en voor het eerst gedurende twee dagen en ook in open lucht.
Een aantal bands die op Prog in Park III op de affiche stonden mochten we in het verleden zien op het ter ziele gegaan Be Prog! My Friend, naar mijn bescheiden mening vijf jaar lang het leukste festival op de jaarlijkse festivalkalender.
Kort na 16:00 uur mocht de Engelse band Sermon de champagnefles ontkurken en het festival in gang schieten. Nog nooit had ik van deze Britten gehoord die begin dit jaar een eerste album op de markt brachten, Birth of the Marvellous. Sermon blijkt een anonieme band uit Londen te zijn die hier vriend en vijand verbaasde in het half uur dat ze op het podium stonden en een aantal nummers uit het eerste album, Birth of the Marvllous, met brio brachten.
De kaalgeschoren zanger, uitgedost in een maatpak, was helemaal in het zwart geschilderd op zijn oren na en trad op geen enkel moment op het voorplan maar bleef staan tussen de drummer en de toetseniste. Stevige progressieve nummers, met zin voor melodie en een toets doom die op momenten deden denken aan Katatonia, waren het recept van Sermon, een magisch recept die me meteen naar de merchstand verwees om er hun eerste album aan te schaffen. Volgend jaar komt het enigszins spirituele project naar de tweede editie van Prognosis in Eindhoven, samen met onder andere Anathema en Focus.
Na het optreden van het Britse project kregen we Alcest uit ons buurland Frankrijk voorgeschoteld. De relatief korte set werd aangevat met twee nummers uit Kodama, het laatste gepubliceerde werk van de Zuid-Fransen, het titelnummer Kodama en Oiseaux de Proie, die ervoor zorgden dat meteen al ruim een derde van de 45’ opgesoupeerd werden.
Het was al snel duidelijk dat de jongens uit Bayonne er zin in hadden na de lang aanslepende opnames van hun zesde langspeler die komende herfst verschijnt. Helaas kregen we helemaal niets te horen uit Spiritual Instict, wel een aantal nummers uit oudere albums waardoor het publiek een overzicht kreeg van bijna heel de carrière van Alcest met uitzondering van de twee eerste langspelers. De lat werd al vroeg op de namiddag behoorlijk hoog gelegd door Neige en zijn kompanen die prachtig werk afleverden.
TesseracT mochten we dit jaar al zien behalve wie naar de show geweest was in Keulen toen de band verstek moest geven door problemen met de tourbus die vast zat op de ferry tussen Engeland en Frankrijk. Ondertekende was er aanwezig om de eerste show van de tour bij te wonen maar moest het doen met Plini en Between The Buried And Me die elk een show van 75′ verzorgden in de plaats van een kortere voorprogramma set. Vreemd genoeg begon de band niet met een nummer uit het jongste album, Sonder, maar met twee nummers uit ep Concealing Fate die volgend jaar tien kaarsen mag uitblazen. Na nog een nummer uit de tweede langspeler werd uiteindelijk het eerste nummer uit Sonder op het Poolse publiek afgevuurd.
Met uitzondering van Dystopia bestond de tweede helft van de set uitsluitend uit nummers afkomstig van de laatste worp, tevens hun best verkopende plaat tot op heden. Ondanks een steengoede voorstelling leek het publiek in een drive-in bioscoop te kijken naar een documentaire over de meanders van de Volga rivier tijdens de wintermaanden. Is het in Polen verboden emoties te tonen? Daniel Tompkins liet ook zijn ongenoegen schijnen door in de micro de vaststelling te maken dat TesseracT immens populair moet zijn in Polen.
Om het festival ook een alternatieve toetst te geven werd singer-songwriter Fish op de affiche geplaatst zodat ook een handvol classic rockliefhebbers kwamen opdagen. Fish is best wel populair in Polen, bewijs daarvan zijn laatste livealbum, Farewell To Childhood, die voor zo’n 40 % in Warschau opgenomen werd.
In een ver verleden was de Schotse heer Derek William Dick frontman bij Marillion, een progressieve rockband die in de jaren tachtig een aantal pseudo hits scoorde met o.a. Kayleigh, Assasing, Lavender of Incommunicado. De laatste keer dat we de langgerekte Schot live aan het werk mochten zien was op Be Prog! My Friend waarvan dit festival een billijke kopie lijkt te zijn.
Fish bracht een set die voornamelijk bestond uit nummers uit de jaren ’90, het eerste decennium van zijn solocarrière met een aantal prachtige songs zoals Big Wegde, Credo of Internal Exile die Fish introduceert met een knipoog naar de potentiële onafhankelijkheid van Schotland. Na bijna een uur kreeg het publiek waar het zat op te wachten, een nummer van Marillion. Lavender was het slotnummer van een prachtige set.
Opeth was de band die de eer kreeg dag één van Prog In Park, editie III, af te sluiten zoals ze al deden op de eerste editie van het festival. De vorige twee keer dat ik de band mocht aanschouwen dit jaar waren de weersomstandigheden niet allerbest, op Vienna Metal Meeting begonnen ze met een half uur vertraging te wijten aan een hevige regenbui en moesten ze al na 40’ stoppen en bleef de regen aanhouden. Op Rock The Coast (Andalusië) was het lekker warm, té warm voor velen en speelde de band in de blakende zon. In Warschau was de temperatuur OK, bleef het droog en was de zon naar bed.
De setlist bleek echter dezelfde, maar de band was duidelijk in de vorm van de grote dagen en had er zin in.
De dag voor hun show brachten de Zweden een nieuw nummer uit van het op til staande album, Heart In Hand. We kregen het nummer echter helaas niet te horen, de band had er niet op geoefend en wou uiteraard niet afgaan als een gieter, zeker niet als de master mind Mikael Åkerfeldt heet. Als geintje wist de frontman te vertellen dat hij liever old stuff speelde na dertig jaar in de band.
Åkerfeldt was de enige muzikant over de hele dag die de draak stak met het afschuwelijk lelijke grijze communistisch gebouw naast de festivalsite. Het publiek bleef stoïcijns, Poolse progliefhebbers zijn niet meteen toogdansers. Wat Opeth betreft, die waren subliem zoals ze vrij vaak zijn.
Dat er op dag twee nog regen verwacht werd was meteen duidelijk bij het betreden van het Progresja plein die op normale dagen dienst doet als parking voor het afschuwelijke kantorencomplex naast Prog in Park. Instrumenten en audioapparatuur van volgende bands staan on een plastieken zeil.
Bright Ophidia was de eerste band van deze tweede dag, een Poolse band uit Białystok met nogal statische bandleden, een band die al meer dan twee decennia aan de weg timmert maar eigenlijk het moest doen voor een niet eens halfvol plein. De muzikant die het meest opviel was zonder twijfel lead gitarist Przemysław Figiel gewapend met een Ibanez Universe 7-string.
Het weer van deze zaterdag gooide roet in het eten en hield de massa weg uit Progresja op het tijdstip van het vieruurtje.
De vijf heren brachten hoofdzakelijk werk uit hun laatste album die anderhalf jaar geleden uitkwam, Fighting The Gravity, met Engelse vocals en invloeden uit de jazzwereld.
De eerste internationale band van dag twee was niemand minder dan Soen uit Zweden, de band die een tiental jaar gelden het levenslicht zag nadat Martín López (ex-Amon Amarth, ex-Opeth) en Joel Ekelöf hun koppen bij elkaar staken om een nieuwe band op te richten die tot op heden vier voortreffelijke studioalbums uitbracht waarvan de laatste, Lotus, begin dit jaar gelanceerd werd. De hoofdbrok van de set van Soen was uiteraard afkomstig uit hun jongste worp, de drie singles die tot zover uitgebracht werden en daarnaast ook Lascivious aangevuld met twee nummers uit Lykaia en live klassieker Savia uit Cognitive, het eerste album van de band uit 2012, een set om duimen en vingers af te likken.
Al meermaals heb ik vergelijkingen gehoord en gelezen met Tool, wat de mannen van Soen brengen is echter veel meer down-to-earth en is er veel meer interactie tussen de band, voor zanger Joel Ekelöf, en de fans op optredens. Jammer dat net als gisteren bands met een aanzien zoals Soen, Haken of TesseracT maar 45’ speeltijd kregen.
Terwijl de Londonners van Haken het podium betraden gingen tegelijk de hemelsluizen open, niet dat het met bakken uit de hemel kwam maar aangenaam was het uiteraard niet, zeker als je daar in short en T-shirt stond. Haken was precies naar Fort Wola afgezakt om een lesje muzikale techniek te geven, een les gegeven door een internationaal gezelschap bestaande uit zes docenten met baarden. De band had echter maar 45’ gekregen van de organisator en wou dus weinig tijd verliezen door te konkelfoezen met het publiek en stak meteen van wal met Puzzle Box uit het jongste album, Vector.
De zeemzoete stem van Ross Jennings gekoppeld aan de ontzettend sterke muziek van de rest van de band zorgde ervoor dat het publiek de regenbui verwaarloosde, Polen zijn nu eenmaal meer gewend dan wat druppels water die uit de hemel vallen.
Het was drie jaar geleden dat Haken nog in Warschau gespeeld had en het publiek keek duidelijk uit naar deze veel te korte set die vooral bestond uit nummers uit de twee laatste albums, Vector en Affinity als was er ook ruimte voor de live klassieker Cockroach King uit The Mountain.
Richie Kotzen was voor ondergetekende het grote vraagteken. Ik had de man immers nog nooit solo live aan het werk gezien. Ondertussen had de regen andere oorden opgezocht waardoor het publiek weer wat meer kon genieten van het aanbod.
Van bij het eerste nummer, Riot, werd ik van mijn sokken geblazen door deze verrassing van formaat.
Kotzen is uiteraard bekend als voormalig gitarist van Poison en Mr. Big waarvan hij in een ver verleden deel van uitmaakte en sinds een aantal jaren als frontman van The Winery Dogs, samen met Mike Portnoy en bassist Billy Sheehan van Mr. Big waarmee hij in mei op tour was door de VS.
In Warschau trad Richie Kotzen echter op met zijn eigen band bestaande uit hemzelf, bassist Dylan Wilson en drummer Mike Bennett, waarmee hij al acht jaar samenspeelt om een gemengde set te brengen met nu eens blues rock, dan een jazzy nummer en dan iets heavier, een combinatie die geapprecieerd werd door het Poolse publiek. Dit trio heeft echt wel wat te bieden en is duidelijk heel goed op elkaar ingespeeld.
Ergens las ik over Richie Kotzen dat hij zoals goede wijn is, met de jaren wordt hij beter. Wat een warme stem! Wat een gitarist!
Na een klein uur werd afscheid genomen van het publiek met Venom, een nieuw nummer dat heel aardig klinkt en eigenlijk doet vragen naar meer en er wel eens zou kunnen komen in de vorm van een album van het trio.
Het festival werd afgesloten met Dream Theater die we nog aan het werk mochten zien in onze contreien de week voor en na Graspop. Ikzelf zag ze in Luxemburg in opdracht van Mariskal Rock en moest helaas vaststellen dat James LaBrie wat sukkelde met zijn stem. Het grote vraagteken hier in Fort Wola was James LaBrie, geen twijfels over de andere vier en eigenlijk is een andere zanger voor Dream Theater voor me geen optie. Dream Theater zonder LaBrie zou Dream Theater niet meer zijn naar mijn bescheiden mening.
Wel het was een grote opluchting om te zien hoe de Canadees in vorm was en zijn stem hem helemaal niet in de steek liet. De band was al ruim twee jaar niet meer in Polen geweest en kon dus reken op dezelfde opkomst als Opeth op dag één.
De setlist was kraaknet dezelfde als in Luxemburg of Gent, een set van anderhalf uur met vier nummers uit het jongste album, Distance Over Time, en een handvol nummers uit de rijke geschiedenis van de mastodonten van de progressieve metal. Het was het Dream Theater van de grote dagen, alles verliep vlekkeloos en de heren toonden nogmaals aan hoe technisch begaafd ze zijn.
Dit was een leuk festival voor de bezoekers, iets minder voor de pers en fotografen. Er was helaas geen persruimte voorzien en de fotopit stond vol met geluidsversterking. Als klap op de vuurpijl mochten de fotografen niet van links naar rechts of omgekeerd lopen in de pit en moesten met uitzondering van de headliners een hele bocht maken rond het publiek en zo een half nummer verliezen van de drie die toegestaan waren. Wat nog leuker was: meer dan de helft van de Poolse fotografen had een eigen Curver trapladdertje mee en plantten deze neer waar het hen schikte, pal voor andere fotografen. Solidarność heeft plaats geruimd voor egoizm.
Is dit een waardige vervanger voor het ter ziele gegane Be Prog! My Friend? Wat het aanbod betreft zeker wel, in Barcelona kregen de bands toch wat meer tijd, zeker de tweede en derde band en was het kader in het Pueblo Español stukken fraaier dan hier, het kantorencomplex met sterke communistische trekjes was niet om aan te zien, dat zag de frontman van Opeth ook.
0 reacties