[smart_review]
Deze herfst verschijnt het vierde studioalbum van het wereldwijd gewaardeerde Avatarium. Dit ruimdenkende, maar doombeladen collectief kent geen muzikale grenzen en brengt elementen van folk, jazz en psychedelische schittering samen in een grandioze cocktail die erin slaagt om een bijna popachtige elegantie te behouden.
Ondertussen is Avatarium op zichzelf een entiteit geworden. Hoewel Leif Edling (Candlemass) nog drie nummers heeft bijgedragen voor het nieuwe album, bestaat de huidige kern van de band uit Marcus Jidell en Jennie-Ann Smith, die op dit album worden begeleid door organist Rickard Nilsson en nieuwe drummer Andreas ‘Habo’ Johansson (The Doomsday Kingdom). Het album werd opgenomen in Studio DeepWell in Stockholm en werd geproduceerd door Marcus Jidell, gemixt door Grammy Award-winnaar Niklas Flyckt en gemasterd door Svante Forsback (Rammstein).
Gewoonlijk zijn de Edling-composities – in dit geval: Porcelain Skull, Epitaph of Heroes en Stars They Move – de absolute hoogtepunten op een Avatarium-plaat, maar niet deze keer. Een opmerkelijke prestatie toch wel, aangezien de eerste twee zware doomgewortelde composities zijn, met verpletterende riffs. Bij de derde kan Edling wel als verzachtende omstandigheid inroepen dat het nummer totaal omgevormd werd tot een mooie jazz-geïnspireerde piano-ballade, zodanig zelfs dat hij het origineel gaat gebruiken voor zijn eigen band.
Ze worden in schoonheid overtroffen door het trio Voices, Rubicon en het titelnummer. Vanaf het moment dat het bombastische Voices door de boxen kraakt, valt de dikke, zware, krakende gitaarsound met vervormd geluid op. Dit doet me onwillekeurig denken aan vroege Lenny Kravitz, die met oude speakers en versterkers een seventiesgeluid creëerde, wat in dit geval nog geregeld versterkt wordt door een Hammondorgel, in onvervalste Uriah Heep-stijl.
Die heerlijk krakende gitaarsound trekt zich met dikke riffs door op eerste single Rubicon – zodanig zelfs dat een aantal fans verschrikt dachten aan een slechte mix – maar dit lag aan een streaming van mindere kwaliteit op YouTube, want dit klinkt geweldig. The Fire I Long For is een romantisch, ingehouden nummer, met wonderlijk Blackmore-slidegitaar en een heerlijk refrein met krachtige zang. Great Beyond is een mooi epos, gebaseerd op de etherische interpretatie van Jennie Ann Smith, waarbij de hoofdriff door Kashmir (Led Zeppelin) is geïnspireerd.
Tot hiertoe was de zang het meest opvallende kenmerk, maar Marcus Jidell is er in geslaagd om de band een uniek en zeer herkenbaar geluid te geven. De groei en volwassenheid die ze laten zien is opmerkelijk. Het debuutalbum is een must-have, vanwege de unieke mix van doom en vrouwelijke vocalen. Sindsdien hebben ze meer de hardrock van de jaren zeventig geabsorbeerd, in een andere benadering door de afwijkende zangstijl. Deze plaat is een terugkeer naar die zware doomsound, ditmaal gekruid met meer blues en donker gospel. Ongetwijfeld het beste album uit de reeks!
Tracklist:
- Voices
- Rubicon
- Lay Me Down
- Porcelain Skull
- Shake That Demon
- Great Beyond
- The Fire I Long For
- Epitaph Of Heroes
- Stars They Move
0 reacties