[smart_review]
Net na ik om de hoek kwam kijken in metalland en ik de Metallica’s, Pantera’s en Maidens inmiddels al had uitgespeeld, net vóór ik door sloeg naar de meer extremere tak van de sport (black/death), zat een gouden periode vervuld van melodie, galopperende ritmes en fantasie. Het was in dat tijdperk dat ik me liet vervoeren naar epische landschappen alwaar ik, hand in hand met de helden van bands als Blind Guardian en Iced Earth, de strijd aanging met draken, demonen en ander duister gespuis.
Het waren voor mij steeds ook die twee bands die met kop en schouders boven het maaiveld uitstaken en waar de Duitsers van Guardian nog steeds hoog in mijn topbands aller tijden lijstje prijkt, verloor Iced Earth enigszins mijn interesse na het tweede vertrek van meestervocalist Matt Barlow. Dat is misschien ook wel de rode draad in mijn relatie met (heavy)power metal; de vocalist moet van eenzaam hoge kwaliteit zijn. Enter: Hans Jürgen Kürsch, misschien wel de grootste stem die power metal ooit mocht dragen.
We schrijven het jaar 2000, de dageraad van het nieuwe millennium, als Hansi en heavy riffgod Jon Schaffer de krachten bundelen en de wereld trakteren op het eerste, self titled, album van supergroup Demons & Wizards. Wat een plaat, wat een perfecte combinatie waar zelfs de naam van de band voor stond, het zware, duistere gitaar geluid van Iced Earth perfect gemêleerd met de prachtige melodieën en gelaagdheid van Bind Guardian en de stem van Mr. Kürsch. Smullen in het kwadraat. In 2005 volgt dan pas het vervolg, het concept album Touched By The Crimson King, gebaseerd op de Dark Tower-series van Stephen King. Ze konden me wegdragen.
Dan volgt Graspop Metal Meeting 2019 en voor het eerst in 20 lange, lange jaren van wachten in de hoogste stand van anticipatie zie ik dan de kans om deze mannen, gezamenlijk, op het podium te zien. Vanaf de eerste tot de laatste noot heb ik alles gegeven wat mijn longen nog in zich hadden, na de zware dagen op de festival mat. De tent omheen verdween, de gezichten vervaagden. Kortom, ik had sinds de hereniging van Emperor niet zo genoten van een optreden.
Dat is de voorgeschiedenis, de voedingsbodem, de bakermat. En dan, na 15 jaar, verschijnt het album III. Hoe kan ik dan anders, dan het met beide handen vast te grijpen, mijn tanden er in te zetten en mijn oren goed de kost te geven. Tijd voor een reviewtje!
De eerste track Diabolic zet meteen de toon, een duistere intro die onheilspellend de toon zet voor wat komen gaat, de strakke, drijvende ritme sectie, nu gelukkig zonder drummachine maar met Fredrik Ehmke, tevens van Blind Guardian. Het komt binnen als een track die ook op de vorige twee albums had kunnen staan. Weinig vernieuwends onder de zon zou je kunnen zeggen/denken, maar zou jij iets veranderen aan een heerlijk glas Cécémel/Chocomel? Het smaakt al eeuwen hetzelfde, maar is onovertroffen, handen af dus!
Ook staat dit album weer vol met meeslepende tracks die je niet loslaten als ze eenmaal de klauwen in je vel geslagen hebben. Final Warning laat nog eens zien wat een fenomenale vocal melodies met een track kunnen doen. De riff is zeker niet van laag niveau, maar de vocalen liften deze track naar een heel ander niveau. Ze mogen van mij de stem van de goede man dan ook gerust tien keer dubben, het wordt er alleen maar smakelijker van.
Smakelijk zijn ook de ballads die deze twee heren kunnen schrijven. Individueel zijn tracks als The Bard’s Song en Watching Over Me al overweldigend, maar als deze twee dan aan de slag gaan en alle franje en productie wegstrippen voor de intro van de epische track Timeless Spirit, dan staan de tranen letterlijk in mijn ogen. Meeslepend is een understatement. Gelukkig duurt deze mega track dan ook maar liefst een dikke 9 minuten en daar is geen seconde van verspilde tijd. De eerlijke, haast old school klinkende solo partijen, geven wat verlichting van het voortploegende ritme, de koorgezang secties leveren een flinke dosis sfeer en het geheel staat als een huis.
Ook de volgorde van de tracks op dit album is prima gekozen. De song Dark Side of Her Majesty is namelijk weer een goede afwisseling op het voorgaande Timeless Spirit het is duister en onbehagelijk met vlagen en zet weer dan weer de toon voor opvolger Midas Disease dat toch weer compleet verschilt van het voorgaande en me meesleept naar de 70’s en het tijdperk van mijn vaders favoriete muziek. Goede keus ook voor een single, omdat het de roots van de beide bands en meteen ook een ander gezicht laat zien.
Het album sluit dan af met de meest Demons & Wizards-achtige track die Demons & Wizards ooit opnam. De intro die de sfeer zet, de beste opbouw die ik in lange tijd hoorde, bij de 4 minuten marker ben je echt van plan wat de komende 6 minuten nog brengen gaan en dan plots de leegte, om in een typische akoestische tokkel over te gaan. De vocalen van Hansi bereiken nieuwe hoogten en de melancholie druipt er letterlijk vanaf. Als dirt album een gelaagde slagroom taart was, was dit de toverbal die er bovenop geplaatst was, D&W doen niet aan een simpelweg gekonfijt kersje.
Dit album doet het ogenschijnlijk onmogelijke. Het geeft je het oude vertrouwde geluid wat we kenden van de vorige twee platen van twee decennia geleden, maar gaat ook in op de muziek waar Hansi en Jon mee opgroeiden en waar ze mosterd vandaan haalden, al die jaren geleden. Zelfs de productie sluit naadloos aan op S/T en Crimson King. Het is dus haast een meervoudige trip terug in het verleden en toch klinkt het als een plaat ie ik vanaf het heden tot in de verre toekomst zal blijven beluisteren. Indrukwekkend.
0 reacties