[smart_review]
Alles komt terug! Retro is in! Je kan je hoofd niet buiten steken zonder om de oren geslagen te worden met trends van een of meerdere decennia terug. Dit gebeurt niet alleen in de modewereld of de interieurwereld, maar ook op muzikaal vlak. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld Enforcer, H.E.A.T., Evil Invaders en Inglorious, die teruggrijpen naar succesformules van de jaren 70 en 80, om er dan hun eigen draai aan te geven. De jongens van Dictator Ship gaan echter nog iets verder terug dan dat. Zij duiken meteen de jaren 60 in met hun bluesy rock & roll. Buckle up for the ride, want de titel van het album heeft zijn naam niet gestolen!
Deze band werd enkele jaren geleden (2017) opgericht door vier grote liefhebbers van het era van hun ouders: Petter Heinemann, John Sijbren Leonard (die trouwens ook de producer en technicus van het album is), Viktor Henriksson en David Ericsson. Zij spelen respectievelijk gitaar maal twee, drums en basgitaar. Als hun familienamen nog geen indicatie gaven: het zijn ook Zweden, net als de eerder genoemde Enforcer en H.E.A.T., die toevallig ook retro zijn.
Zoals ook al vermeld, nemen ze je mee op een reis naar de jaren zestig. Om dit helemaal authentiek te maken werd er zelfs live opgenomen, waaronder ook met technologie uit de jaren 70! De reden hiervoor, volgens expert en gitarist John, is dat ze willen focussen op de sound van de band en hoe ze klinken in een kleine Zweedse zaal of, god forbid, in een groot stadion later zonder verbeteringen door de accessoires van de studio.
Wat mij het eerste opvalt zijn de drums. Doorheen het gehele album neemt Viktor de band op sleeptouw, door middel van een hele hoge snelheid in combinatie met algehele perfectie van uitvoering. Vanaf dat eerste nummer, In the Heat of the Night, wordt het gaspedaal ingedrukt. De remmen zijn waarschijnlijk kaduuk, want ook die snelheid is een constante doorheen het gehele album.
Het tweede aspect van de muziek is uiteraard het gitaarwerk. Dit is echt een heel aangename verrassing, en ik merk verschillende invloeden. Die gaan van Chuck Berry over CCR tot, vreemd genoeg, Little Richard, al is dat laatste meer qua timing. Heel bluesy, maar op een tempo van jewelste. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar dit doet me denken aan het gitaarwerk van Fast Eddie Clarke, je weet wel, van dat kleine bandje met grote invloed van diezelfde Little Richard, Motörhead. Door het gebrek aan distortion en de extra reverb klinkt het echter veel vrolijker dan het strakke, vunzige werk van wijlen Eddie.
Het laatste niet besproken aspect van de muziek is uiteraard de zang. De hele sixtiesvibe komt hier nog eens terug: De leadzang doet namelijk soms denken aan Jimi Hendrix. Wat echter wel speciaal is en de nummers echt compleet maakt, is het feit dat ALLE VIER de leden de zang op zich nemen. Dit zorgt met momenten voor prachtige harmonieën zoals slechts weinigen dat gegeven is.
Dit debuutalbum, wat het nog indrukwekkender maakt, is een echt schot in de roos die geen moment verveelt. Integendeel, ik wou dat het langer was! Dat brengt ons helaas ook bij het enige minpunt van dit album, het duurt maar 28 minuten, wat heel kort is.
De titel klinkt in het begin misleidend en impliceert dat dit een compilatie of een best of-album is, maar na het meermaals volledig beluisterd te hebben kan ik alleen maar tot de conclusie komen dat dit gewoon een zelfverzekerde naam is voor een album dat zich moeiteloos tussen de favorieten van de liefhebbers van de old school rock & roll zal weten te wringen.
Tracklist:
- In the Heat of the Night
- Savage
- Good Thing Gone Bad
- Just for Fun
- Eat the Poor
- Gunner Man
- From the Womb to the Tomb
Klik op de namen om de twee reeds gereleaste singles te beluisteren via Spotify!
0 reacties