Trivium is een band waar geen enkele metalhead heden ten dage omheen kan draaien. Op elk album vernieuwend, doch aan zichzelf trouw blijvend. Herkenbaar en tegelijk toch innovatief zijn. In geen enkel vakje onder te brengen, maar toch zo toegankelijk voor iedereen.
Combineer dat met een steengoeie zanger/gitarist in de vorm van Matthew Heafy, virtuoos gitaarbeest Corey Baulieu, een bassist en backing vocalist met een engelenstem als Paolo Gregoletto en uiteraard Alex Bent, de ondertussen ingeburgerde slagwerkspecialist, en je begrijpt waarom dit kwartet iedereen van zijn sokken blaast.
Voor moest u het nog niet doorhebben: this is me being a fanboy. Maar in dit geval zullen velen van jullie dit ook worden na dit album.
What the Dead Men Say is ondertussen al het negende album van Trivium, en dat in een schamele (nouja..) 17 jaar sinds debuutplaat Ember to Inferno. Ongeveer om de twee jaar verblijden ze ons met hun muziek, terwijl ze ons in de andere jaren gelukkig maken met hun aanwezigheid op een of ander Belgisch festival. Dat is overigens ook een van hun grootste doelen. Frontman Matt heeft onlangs in een interview zelfs toegegeven dat ze hebben geweigerd om het album uit te stellen. De reden volgens Matt: Het volk heeft al genoeg te lijden in deze wereldwijde, barre tijden, dus willen we niemand teleurstellen door nog langer te moeten wachten. ’t Zijn zulke lieverdjes.
Wie had gedacht dat ze na de knaller die The Sin and the Sentence was alleen nog maar bergaf konden gaan, was eraan voor de moeite. Zelfs magnum opus Shogun, met meesterwerken als Kirisute Gomen, Shogun, Throes of Perdition, Down From the Sky,… heeft moeite om hun nieuwe bij te benen. De grootste oorzaak hiervan is dat ze, in plaats van een bepaalde richting uit te gaan, de muziek voor zichzelf hebben laten spreken tijdens het schrijfproces. Het gevolg hiervan is een album die al hun invloeden moeiteloos combineert en als geheel de som van de delen dan ook nog eens overstijgt. Metalcore, melodic death, heavy metal, classic rock, thrash, black,… het is allemaal hoorbaar. Met één constante: Alex.
Wat. Een. Beest. Daar waar zijn invloed op het vorige album al te voelen was, maar toch verscholen achter zijn lichte bedeesdheid wegens nog maar pas bij de band te zijn, is die hier allesomvattend. Blastbeasts, creatieve fills, naadloze overgangen, en uiteraard ook zijn timing en precisie. Je kan er de metronoom naast zetten en die zal eerder verkeerd zijn dan dit monster. Ik wens hem nu al succes om dit album ooit eens integraal live te spelen zonder dat z’n armen eraf vallen. Dit is waar de band naartoe gewerkt heeft. De zangstem van Matt wordt beter met de jaren, Corey voelt zich steeds beter in zijn vel als tweede screamer terwijl hij solo na solo op ons afvuurt en onze vriend Paolo, die zich qua speelstijl misschien nog het beste kan meten met de legendarische Steve Harris, gebruikt die reeds genoemde engelenstem tot in de perfectie.
Nummers als Bending the Arc to Fear en Amongst the Shadows & the Stones behoren tot de zwaarste nummers in het repertoire, terwijl Scattering the Ashes (hier zingt Paolo!) en Bleed into Me stukken zachter en zelfs radiovriendelijk zijn, zonder de sound te verloochenen. Als je de hele discografie van Trivium kent, zul je misschien wel wat herkennen. Sommige nummers kunnen zo terecht op Shogun, In Waves of Ascendancy. Ze zijn erin geslaagd om hun volledige oeuvre te combineren tot één groot, vloeiend geheel. Dit is het album die Trivium zal upgraden naar een volwaardige festivalheadliner, voor zover ze dat nog niet waren. Voor de fans is dit een geweldig album. Met niet-fans kan ik alleen maar medelijden hebben omdat ze zo’n goed album niet kunnen appreciëren.
Ik moet er geen tekeningetje meer bij maken: Ze zullen vroeg moeten opstaan om dit album nog voor te steken op mijn jaarlijstje. Dit is mijn album van het jaar, zeg niet dat ik jullie niet gewaarschuwd heb. Gillian out.
0 reacties