De 28-jarige Australische gitaarvirtuoos Plini lanceerde op vrijdag 27 november zijn lang naar uitgekeken tweede album, Impulse Voices, een buitengewone mix van melodische en shreddy instrumentale nummers. De bassist van Plini, Simon Grove zorgde voor de co-productie terwijl Alex Pryle tekende voor de artwork die de trend van Handmade Cities aanhoudt met talloze dieren op de hoes.
De eerste single die begin afgelopen maand uitgebracht werd, I’ll Tell You Someday, tevens het eerste nummer van het album, steekt van wal met een opzwepende intro dat zich ontwikkelt tot een onschuldige en bijna argeloze melodie met de zachte stem van Aleksandra Djelmash op de achtergrond. Zowel zij als producer Devesh Dayal (Skyharbor) werden uitgenodigd om de vocals en extra productie te verzorgen op drie nummers: I’ll Tell You Someday, Pan en The Glass Bead Game. Niet meteen een verrassing als je weet dat zij eerder samenwerkten met Maxim David Micic, voor wie Simon Grove ook bas heeft gespeeld.
Papelillo is het tweede nummer dat verscheen samen met een videoclip. Je kunt de groove van de vervormde baslijn van begin tot eind voelen en hoe deze echt past bij de vrolijke vibe van de gitaarriff. De solo is harmonisch diep en solide als altijd, wat leidt tot een soort dissonante sectie die perfect gesynchroniseerd is met de beelden van een sprinkhanenplaag in zwart-wit op de video. Waarschijnlijk een van de meest dramatische outro’s die Plini ooit heeft geschreven. De video is een ode aan de natuur en haar verschillende gesteldheden, even delicaat en intens als zijn kenmerkende riffs.
De piano en synthesizers van Dave MacKay zijn aanwezig in Papelillo, Perfume, Last Call en Ona_1154 en creëren de elektronische en opwindende sfeer die vrijwel steeds aanwezig zijn in zijn composities.
Het vijfde nummer, Impulse Voices, waar het album zijn naam aan te danken heeft, beschikt over één van de meest innovatieve riffs die ik ooit van Plini gehoord heb. Een exquisiete palm-muted progressie, gevolgd door de synths die hetzelfde notenpatroon herhalen en vervolgens opvoeren in de agressie van zijn aanval op de snaren.
Pan is een metal-jazz gefuseerd stuk met de saxofoon van John Waugh en de maniakale percussieve explosie van de drums van Chris Allison die het nummer zo episch maken. Ongetwijfeld mijn favoriete track van het album vanwege de diversiteit die er in zit.
De grote finale komt tijdens het achtste nummer met een negen minuten lang nummer, The Glass Bead Solo, met een vluchtige harpsolo gebracht door Amy Turk in het middenstuk.
In het algemeen, zoals Prog Mind terecht opmerkte, is elk nummer “als een microkosmos van schoonheid en toon”. De onvoorspelbare, maar toch consistente en melodieuze harmonieën maken het gemakkelijk voor progfans om in deze vereniging te worden gelokt.
0 reacties