Deze supergroep van early 2000’s metalcorehelden, bestaande uit (ex-)leden van Killswitch Engage, All Shall Perish, Whitechapel en Bleeding Through, is al aan z’n vierde album toe. Na twee albums onder de naam Devil You Know veranderden ze hun naam naar Light the Torch vanwege een copyrightdispuut met ex-drummer John Sankey. De overige leden lieten dit niet aan hun hart komen en bleven zo verder zoeken naar hun eigen sound, iets waar ze met dit album met onderscheiding in geslaagd zijn.
Van zodra dit album begint, word je bij de keel gegrepen door een dikke gitaarriff, courtesy of Francesco Artusato (All Shall Perish), die rechtstreeks van een melodic deathalbum zou kunnen komen. Voeg daarbij het herkenbare, en ondertussen veel volwassener, stemgeluid van de voor mijn generatie legendarische veteraan Howard Jones (ex-Killswitch Engage, Sion) bij, en meteen werd ik terug gekatapulteerd naar 2005. De ritmesectie wordt in dit album verzorgd door Ryan Wombacher en Alex Rüdinger, in een vorige leven respectievelijk bassist en drummer van Bleeding Through en Whitechapel. Al dit talent zorgt voor een dijk van een openingsnummer, en een album die een constant hoog niveau aanhoudt.
Hoewel oude knar (toch al 51 op 20 juli) Howard Jones ons nog even spaart met zijn screams, laat hij hier en daar al een voorproefje ontglippen. Zeker de eerste drie nummers zijn redelijk rustig op vocaal vlak. Fans die de Howard van op pakweg Rose of Sharyn of This is Absolution verwachten, zullen hier toch wat op hun honger blijven zitten. Pas bij End of the World, het derde nummer, horen we een begint hij met regelmaat wat ruwere vocals in de mix te gooien. Ik verzeker het je: hij kan het nog. En hoe! Uitschieters en tevens singles Wilting in the Light en title track Death of Me brengen die screams nog wat meer naar voor. Laatste nummer van het drieluik, Living with a Ghost, borduurt hier lustig op verder en klimt zelfs nog een trapje hoger. Ook op instrumentaal vlak bewijst gitarist en meesterbrein Artusato dat hij zeker niet moet onderdoen voor de gitarist-meesterbrein van Howard’s ex-band, Adam D(utkiewicz). Het nummer Something Deep Inside is zelfs een nummer die door Adam kon geschreven zijn. Een prachtig old school metalcorenummer, die bij mij al sinds de release is blijven hangen.
Ook afsluitend vierluik Become the Martyr, I Hate Myself, Denying the Sin (in het bijzonder) en het opnieuw wat rustigere Come back to the Quicksand gaan gewoon door op dat elan. Zoals ik al zei, het niveau wordt constant hoog aangehouden. Ronkende gitaren, rommelende bassen, alomtegenwoordige drums en Howards afwisseling van engelengezang en demonisch geschreeuw worden hier en daar zelfs met wat toetsen aangevuld. Let op dat laatste woord, aangevuld: in tegenstelling tot wat redelijk wat andere metalcorebands tegenwoordig doen, zijn de toetsen en andere elektronica niet oververtegenwoordigd, maar een subtiele toevoeging die zorgt dat het geheel beter wordt.
Enig minpunt aan dit hele album: Helemaal op het einde slaan ze de bal wel mis met hun cover van Sign Your Name van Terrence Trent D’Arby. Qua stijl, sound en algemene sfeer valt de song compleet uit de boot op dit album. Het nummer is dan ook nog eens ouder dan veel van hun fans, inclusief ikzelf, tja. Maar enkel door te experimenteren, groei je als band, dus moeten we ergens wel blij zijn? Ik weet het eigenlijk zelf niet. Ach ja. Volgende keer beter? Een voorbeeld nemen aan Heaven Shall Burn, die regelmatig een geweldige cover op hun album staan heeft? Zie maar naar Valhalla, Agent Orange en natuurlijk Black Tears van respectievelijk Blind Guardian, Sodom en Edge of Sanity. Telkenmale een schot in de roos. Lessen trekken, maar zeker niet stoppen met uit je comfortzone te komen.
0 reacties