Als je de naam ‘De Jong’ hoort, leg je niet meteen een link met Nieuw-Zeeland. Behalve als je Alien Weaponry kent. De nog steeds maar 19- en 21-jarige broers Lewis & Henry hebben een Nederlandse grootvader, maar daar stopt hun link. Opgegroeid in het noorden van het land, gingen ze naar een Maori-school (Kohanga Reo) en werden in de Te Reo taal onderwezen. Ze zijn terecht trots op hun roots, en hun songs combineren dan ook de geschiedenis en mythologie van hun cultuur met persoonlijke ervaringen. Gooi daar een stevige dosis groovy thrash tegenaan en je hebt een van de meest verrassende debutanten van 2018. Opvolger Tangaroa stuwt hen richting sterrendom.
Beginnend met het geluid van de rustige golven, gevolgd door onheilspellend groepsgezang, wordt meteen de toon gezet: donker, krachtig en met veel tribalinvloeden. Zelfs djent en nu-metal zijn hen niet vreemd. De vergelijking met Sepultura ten tijde van Roots is niet veraf. Dit komt uiteraard door de tribalinvloeden, maar ook door hun op sommige momenten onmiskenbare gelijkenissen. Volgens een oud interview met zanger Lewis hadden ze nog nooit gehoord van Sepultura toen ze hun eerste Maori-songs schreven! Nieuwe bassist Turanga Morgan-Edmonds vervangt overigens Ethan Trembath, die het tourleven te zwaar vond. Wél werkte Ethan nog mee aan enkele nummers op het album, waaronder enkele die al in 2019 werden uitgebracht, maar ook Dad.
Het valt op dat de songs die over de geschiedenis en mythologie gaan volledig gezongen worden in het Te Reo. Hoogstwaarschijnlijk komt dit omdat ze die verhalen van kinds af hebben meegekregen, en zich zo veel beter voelen. Sommige dingen zijn niet over te brengen in andere talen en dus zou het ook niet juist zijn om het te vertalen. Het feit dat het Engels ook de taal van de kolonisten is, heeft daar mogelijks wel wat mee te maken.
Van kolonialisme gesproken: Titokowaru is de opener en brengt meteen een van de bekendste Maori-generaals in de spotlights. In de 19e eeuw was er een reeks veldslagen met als prijs: grond en macht. Zoals gewoonlijik in oorlog. De Taranaki Oorlog was hiervan de exponent, waar Titokowaru in meevocht. Later versloeg hij nog tot tweemaal toe kolonialistische troepen. In zijn latere leven werd hij rustiger en zelfs een voorvechter van vrede tussen de volkeren. Hij stierf jammer genoeg in een cel in 1886, na opgepakt te zijn tijdens een vredevolle bezetting. Het nummer zelf is heel groovy en riff-gebaseerd. De vocals zijn uiteraard van Lewis, maar op de achtergrond hoor je een hele meute, vergelijkbaar met haka-gezangen.
De gruwelen van het kolonialisme worden overigens in meerdere songs aangehaald. Zowel Ahi Ka (’thuis’; al in 2019 uitgebracht) als Kai Whatu (‘Oog-Eter’) zijn groovy nummers met een stevige dosis thrash. De eerste bevat een speech van de Queen uit de jaren 50 waarin ze verklaart zich helemaal thuis te voelen in Auckland. Wat ze er niet bij zei, was dat het gehele dorp ervoor uit hun huizen werd gezet en er zelfs een deel werd platgebrand. Dit om de stad een ‘mooier beeld’ te geven. Die agressie uit zich uiteraard hierin, op protesterende, bijna militaire wijze. Onze Eye-Eater was een profeet die, na het vermoorden van de missionaris Carl Volkner zijn ogen uitstak tijdens een ceremonie en die op at. Hij beweerde dat ze stonden voor het Parlement enerzijds en de Queen anderzijds. Als boodschap kan dat wel tellen. De spiritualiteit van de tekst wordt benadrukt door vervormde achtergrondgeluiden, terwijl de ceremonie wordt nagebootst door een echoënde zang die enkel wordt begeleid door drums. Ook het gepijnigde geschreeuw naar het einde van de song toe speelt in op de sfeer.
Geschiedenis, mythologie en persoonlijke ervaringen gaan hand in hand in Hatupatu. De man waar het nummer naar genoemd is was een echt persoon en tevens rechtstreekse voorvader van de broertjes. Het verhaal zelf valt wel met een korreltje zout te nemen, aangezien hij als kleinste van 4 broers werd gepest en toch de vogel/vrouw/heks met de klinkende naam Kurangaituku doodt door haar in een kokende modderpoel te lokken terwijl hij zich verstopt in een steen. Hijzelf keert uiteraard als held terug. De song opent op geheel Sepultura-achtige wijze en er schuilt ook wat Machine Head in. Een krachtig nummer waar heel wat chugs en agressie in zit. Ook hier keert de meerkoppige zang terug.
Er is nog één nummer die in het Te Reo wordt gezongen, en met als titel Ihenga heeft het zijn naam niet gestolen: de ontdekkingsreiziger met dezelfde naam was ook een van de voorvaderen van de broertjes en zijn legende wordt hier verteld. Hij zette voet aan wal in het noorden van het land en stuurde zijn honden eropuit. Dit verhaal wordt dan ook echt verteld op de manier van een legende: met een hoofdspreker gevolgd door groepsgezangen, tot het rituele toe. De gehele song is een ode aan de geschiedenis en is tegelijk een ceremonie op zich. Speciaal, maar geslaagd.
Heel veel albums dezer dagen bezitten een title track. Dat is al zo sinds Black Sabbath er in de beginjaren van metal er de toon mee zette: Black Sabbath, van Black Sabbath, op het album Black Sabbath. Alien Weaponry trekt de lijn bij de song en het album. Deze mix van Te Reo en Engels kaart een hedendaags én wereldwijd probleem aan, terwijl ze er tegelijk de Maori god van de zee Tangaroa in betrekken. Zowel het personage als de zanger zelf worden er kwaad van. Het refrein wordt in Te Reo gezongen, de rest in het Engels. Ook hier weer een dikke Machine Head-vibe.
De rest van de songs zijn allemaal in het Engels. Niet verwonderlijk gaan deze dan ook minder over de Maori-cultuur en zijn deze nummers een heel stuk persoonlijker. Blinded en Unforgiving diepen de onzekerheid en zelfhaat van de jongens verder uit, terwijl die laatste echt uitblinkt. Lewis’ rauwe, melancholische stem wordt hier uitdrukkelijk in de verf gezet in het grotendeels akoestische nummer, waarmee hij perfect gestalte geeft aan de emoties, die hij vergelijkt met een niet te verdelgen plaag. Het nummer wordt iets steviger naar het einde toe, met een heerlijke solo van de hand van bassist Turanga, maar echt hard wordt het alleen maar in de tekst. Blinded werd al in 2019 uitgebracht, wat verklaart waarom ik het meteen (her)kende. Dat terzijde, ook hier draagt Lewis’ onzekerheid de tekst van dit nummer. In vergelijking met de rest van dit album is Blinded een stuk meer melodisch en iets minder rauw. Het refrein leent zich perfect tot een publieksmeezinger op het volgende festival.
Waar de vorige twee songs echt persoonlijk zijn, stammen Buried Underground en Crooked Monsters meer uit problemen van vrienden waarmee ze werden geconfronteerd, en de impact ervan. Buried Underground gaat over de nasleep van overmatig druggebruik van een van hun vrienden. Die persoon geraakte zo in de ban van drugs en de verkeerde vrienden dat ze er een ijzeren greep op hadden. Uiteindelijk verloren ze hun vriend niet alleen mentaal, want hij vervreemdde van hen, maar ook fysiek. Het verdriet is duidelijk te merken, maar de kwade ondertoon die erin schuild kan ook niet genegeerd worden. Een korte, repetitieve groovy song die keihard dreunt op je oren én je gevoel.
Crooked Monsters is al even erg. Prachtig nummer, maar hard. De harde realiteit uit zich in een nummer die rustig begint, wat hun initiële ongeloof en gebrek aan begrip voorstelt. Hoe verder het nummer gaat, hoe meer informatie ze krijgen en hoe kwader zowel de muziek als de zang wordt. Vooral de straffeloosheid zit hen dwars. De emoties vallen hier perfect samen met de muziek. Het thema? Kindermisbruik.
Last but not least, afsluiter Down the rabbit hole is een classic underdog story, in die zin dat hij alles en iedereen die hem ooit in de put heeft geduwd wil laten bewustworden van hoe hij zich écht depressief heeft gevoeld, maar hen tegelijk wil bedanken. Hun gemengde voorouders (Nederlandse grootvader) zijn de oorzaak van het West-Europese voorkomen van de twee broers, en al hun hele leven moeten ze omgaan met anderen die zeggen dat ze ‘geen recht hebben om zich Maori te noemen’. Nu ja. Met bedanken bedoelen ze dan ook een dikke middelvinger. Door te zeggen dat zij met hun acties verantwoordelijk zijn voor wie hij is en de man die hij is geworden, geven ze die lik op stuk.
Bij deze wil ik die mensen overigens ook hartelijk danken. De afsluiter is een dijk van een nummer, net als de rest van het album. Ik ruik de Main Stage op Graspop 2022 al. Misschien omdat ze op Hellfest geprogrammeerd staan in juni 2022. Misschien komt dat ook door de frisse pils die ik in de hand heb tijdens het luisteren op een zonnige zondag. De meningen zijn verdeeld.
Als band en als muzikanten zijn ze enorm gegroeid tijdens de goeie drie jaar die tussen beide albums zit. Naast een stevige livereputatie hebben ze ook een grote fanbase opgebouwd, en met dit album bewijzen ze dat ze die ook verdienen. Hun smeltkroes aan verschillende metalgenres, de rauwe emotie en de oprechte kwaadheid ten opzichte van de wereld en het wrede verleden brengen een extraatje bij aan de toch al redelijk bombastische sound. Gelukkig vertaalt zich dat in een goeie balans op de fijne lijn tussen gepolijst en té gepolijst. Dikke kanshebber voor de top 10 van 2021.
Tracklist:
- Titokowaru
- Hatupatu
- Ahi Kā
- Tangaroa
- Unforgiving
- Blinded
- Kai Whatu
- Crooked Monsters
- Buried Underground
- Dad
- Īhenga
- Down The Rabbit Hole
0 reacties