Soms zie je door de bomen het bos niet meer, is er zo’n overvloed dat men van luxe niet meer weet wat te kiezen en staar je je blind op al het lekkers dat er in de etalage ligt. Nee het gaat hier niet over de lokale patissier, maar het enorme aanbod aan metal bands en genres dat onze globe rijk is. Dan zie je juweeltjes, zoals de band Cult of Luna, wel eens over het hoofd. Zo ontdekte ik deze Zweden uit het prachtige Umeå (land van Refused, ‘s werelds grootste wasknijper en dus Cult of Luna), pas in 2016 door hun geweldig collaboratie met Julie Christmas. Mariner staat sindsdien hoog genoteerd in mijn lijstje favoriete albums en met een overweldigende show in de Trix werden de mannen voor eeuwig in mijn hippocampus gebeiteld. Ook de laatste plaat, A Dawn to Fear, kreeg van mij, terug in 2019 (je weet wel, toen de wereld nog draaide) een prachtige score van 90/100 en dat was dik verdiend (link). Enfin, deze gasten hebben wat te bewijzen, eens kijken of The Long Road North het waar kan maken.
De plaat opent met wat niet anders te beschrijven is als de dreigende misthoorn van een ijsbreker in de Botnische Golf. Een monster dat in de alles verhullende miasma van ondoordringbare mist op je af komt stevenen. Vluchten kan niet meer. Cold Burn beschrijft vervolgens, voor leek en intimi gelijk, het gevoel van de winter in het hoge noorden van Scandinavië, een wrede, onherbergzame ellende vol van pijn en duisternis. Hè, gezellig toch weer! Voor hen die hier nog nooit van proefden, ga dat eens beleven daar, of zet deze plaat op. Met gesloten ogen zie ik mezelf zo weer op de kade in Luleå staan. Je moet er even de tijd voor nemen, want Cult of Luna is niet van de radio edit tracks van 3 minute rond. De melodieën zijn meeslepend, meer nog dan vanouds en voor je het weet heeft dit album je verzwolgen. Heavy as fuck, maar zo melodieus dat je niet anders kan dan in vervoering te geraken. Poëtisch? Zeer zeker.
Wat betreft de teksten, het blijft enigszins gissen, maar dat is wellicht ook de insteek. Al is dit album vooral een tocht door het brein en emotionele staat van frontman Johannes Persson, je kunt de beelden die de lyrics bij je oproepen aanpassen aan je eigen belevingswereld en zo de impact van deze songs nog groter maken dan dat ze al is. Zo doet The Silver Arc mij vooral denken aan een wandeling door de storm, bliksem aan de horizon, verblindend, maar lokkend. Ik krijg er zo kippenvel van.
Via de magische interlude track Beyond I, met even betoverende cleane vocalen van mevr. Mariam Wallentin, komen we uit op het huzarenstuk van het album: An Offering to the Wild. Zoals eerder ook al het geval was voor de tracks op A Dawn to Fear, zou ik een heel epos kunnen weiden, puur en alleen, aan deze song. Woorden schieten tegelijkertijd, paradoxaal, tekort. De gelaagde opbouw van deze track, met de allure van een meeslepende nachtmerrie waar je maar niet uit kunt ontwaken, is subliem. Het virtuoze lead gitaar werk dat de piek van het nummer lijkt te zijn, zo halverwege, wordt dan nog volledig weggeblazen, door het enorme crescendo van vernietigende vocalen en dito riffgeweld dat erop volgt. Nummer van het jaar…? Wellicht. Ik kan hier letterlijk geen genoeg van krijgen, de buren zijn toch op wintersport, dus die kunnen niet klagen.
Perssons is van meerdere markten thuis, zo valt te horen op Into the Night. Zijn cleane vocalen zijn spookachtig en angstaanjagend diep van soort. De weemoed druipt ervan af. Het biedt de luisteraar wat rust na een half album van welgemikte trappen, recht naar de ziel. Het verlies van hoop, liefde en al wat vertrouwd was, is het thema van een song melancholischer dan de lijdensweg van de timmermanszoon uit Nazareth. Ik was even toe aan een pauze. CoL beantwoordt mijn behoefte met de instrumentale track Full Moon, die de luisteraar even (slechts 3 minuten) de kans biedt tot reflectie en rust van geest. Het is de inleiding die naadloos overloopt in de titel track: The Long Road North, die eens als nooit tevoren de analogie van de reis als muziekstuk benadrukt. Deze track is dan ook een letterlijke beschrijving van de tocht terug naar het noorden, van het grote Stockholm naar het kleine, pittoreske Umeå. De berkenbomen, de talloze meren en het prachtige vuurwerk van het noorderlicht. Ik zou zo weer boeken.
En dan bereik ik een impasse. Een Salomonsoordeel. Want waar An Offering to the Wild mij inmiddels de woorden: ‘nummer van het jaar’ ontlokte, kan ik niet anders dan deze titel ook aan Blood upon Stone toekennen.
Blood upon Stone is het bewijs dat je van gitaristen er nooit te veel kunt hebben en dat Franse muziek een enorme comeback heeft gemaakt in mijn muzikale toppers lijstje de afgelopen jaren (Alcest, Gojira, Celeste etc.). Het altijd al briljante gitaarwerk van de bands drie gitaristen, wordt voor Blood upon Stone nog eens aangevuld met indie pop rockers Christian Mazzalai en Laurent Brancowitz van de band Phoenix. Wat dat oplevert? 11:39min aan schilderen met alle kleuren van het de muzikale regenboog en culminatie aan over the top genialiteit. Denk aan Neige, die zijn touch meegaf aan het geweldige Sing for the Damage We’ve Done van Harakiri for the Sky, kwadrateer dat gerust en voeg dan nog een vleugje safraan, witte truffel, beluga kaviaar en champagne toe. De gitaarsound die de fransozen toevoegen past als maatpak op de scherpste snede en laat zien wat buiten de lijntjes kleuren precies op kan leveren.
Blood upon Stone eindigt met de frasen: ‘What’s left is an empty void | Your star is fading’ en na aangekomen te zijn in het hoge noorden van Västerbotten is dat precies het sentiment waarmee de afsluiter Beyond II me achterlaat. Verloren en bedroefd dat deze reis weer tot een einde is gekomen. Gelukkig kan ik de naald van mijn platenspeler weer terug in Stockholm plaatsen en opnieuw aanvangen.
0 reacties