Bloed, zweet en tranen zijn er gevloeid tijdens het creëren van deze derde telg van de Hoeseltse alternatieve noiseband HEISA, en dat hoor je en voel je er aan. Op Trois komt alles waar HEISA voor staat exponentieel samen tot een magnum opus.
Of hoe één plus één drie wordt.
Nu we hier toch zijn: waarom niet meteen met de deur in huis vallen?
Nandor, de opener van Trois, trekt meteen alle registers open en dus duurt het niet lang vooraleer een hele hoop heisa door de boxen knalt. We zijn meteen gewaarschuwd. De schurende stem van Jacky Willems (Peuk) en de schreeuwende gitaar (Koen Castermans – Felt) blenden hier samen als was het een furieus beest dat op uitbreken staat. En dat gebeurt dan ook.
En nu we toch met deur en al aan het vallen zijn, lap er dan maar meteen een knaller bij: Flowers kenden we al als vooruitgeschoven single, maar wat klinkt deze op logge elektronische drones gestoelde song zoveel malen beter als onderdeel van het geheel dat Trois heet. Beuken tot het einde, zo hebben we het graag.
Even tot rust komen kan dan weer op Lazar, al hopen we dat er nog wat energie over blijft, want de mogelijkheid tot lang rusten is quasi onbestaande op dit album.
Hoe verder in het album, hoe meer de virtuositeit van drummer Jonathan Frederix (Peuk) opvalt, want kan deze man een stukje drummen – luister maar eens Starting To Think I’m Pretty of After Hours. Jonathan beschikt zelfs over de gave om gitaar te spelen op zijn drum. What the hell?
Maar dat is zo’n beetje waar HEISA ook voor staat: een gitaar hoeft niet altijd een gitaar te zijn, of een drum een drum. Zelfs de stem wordt als instrument beschouwd. En zo lijkt het wel alsof de band met z’n zessen is; ze zijn echt wel maar met trois.
Wat is het ondertussen genieten van al het moois dat de revue passeert, van de single The Harmonist over Shifting tot aan FiveFour; allen zijn stuk voor stuk oorwurmen. De creativiteit van melodiesmid Koen is zo eindeloos dat hij zelfs een andere band (Felt) heeft opgestart om al die juweeltjes in kwijt te kunnen. Het einde is nog niet in zicht op dat gebied.
Over einde gesproken: met wat een knoert van een knaller wordt er op Trois geëindigd zeg. De riff op Sad Dancer is zowat de beste die we ooit gehoord hebben (met een lichte vorm van overdrijven. Of wacht: helemaal niet overdreven, nah).
Dat deze meesterlijke gitaarpatroon maar twee keer in het lied gebruikt wordt is een knap staaltje kill your darlings. Respect.
Al zou het live, op het einde van de set, niet misstaan deze finaal tot in de eeuwigheid te laten herhalen. Wishful thinking.
Ik heb een tijd geleden aan HEISA gevraagd hoe deze nieuwe plaat zou gaan klinken: experimenteler zoals op de vorige schijf joni, of eerder harder melodieus zoals op de ep Outliar.
“Een beetje van beide”, kreeg ik te horen, “maar toch weer anders”.
En dat is niet gelogen; een beetje zoals joni en een beetje zoals Outliar, maar met nog een flinke laag eigen smoel erboven op.
En zo wordt één plus één drie. En zo is Trois een wereldschijf geworden.
HEISA en Trois (in full):
0 reacties